De beste bescherming tegen een besmetting met SARS-CoV-2 is een eerder doorgemaakte infectie. Dat blijkt uit een nieuw Israëlisch onderzoek. Wie eerder corona heeft gehad, "is vijf tot zeven keer beter beschermd tegen de deltavariant van het virus dan mensen die volledig zijn gevaccineerd met Pfizer", aldus de Volkskrant (3.5). Uit de analyse van de medische dossiers van een half miljoen Israëli's blijkt dat natuurlijke immuniteit - dus na een doorgemaakte infectie - langduriger en sterker beschermt tegen infectie, ernstige ziekte en ziekenhuisopname door de deltavariant van het virus.

Nóg beter beschermd zijn overigens de mensen die corona hebben gehad en zich daarna ook nog hebben laten vaccineren. Al na één prik met het Pfizervaccin zijn zij twee keer zo goed beschermd als mensen die alleen de infectie doorgemaakt hebben.

Volgens hoogleraar immunologie Debbie van Baarle (UMCG, RIVM) zijn de bevindingen niet verbazingwekkend. "Je mag inderdaad verwachten dat natuurlijke infectie breder beschermt. De vaccins zijn alleen gericht op het herkennen van het uitsteekseleiwit van het virus, het spike-eiwit. Terwijl natuurlijke afweer ook bescherming geeft tegen andere onderdelen ervan."

Wetenschappelijk dilemma
Wat doe je als wetenschapper wanneer je een artikel ter review krijgt voorgelegd waaruit blijkt dat een nieuw virus van mens op mens overspringt en zich dus veel sneller kan verspreiden dan gedacht? Meteen wereldkundig maken, dacht de aan het virologielab van het Erasmus MC verbonden hoogleraar Thijs Kuiken in januari 2020. Maar dat ging niet zonder meer, reconstrueert de Volkskrant (4.1).

Kuiken kreeg te maken met een levensgroot dilemma. Uit het artikel dat hij binnen 48 uur moest reviewen, over een gezin van 6 uit Shenzen van wie na een bezoek aan Wuhan 5 gezinsleden besmet bleken met het nieuwe virus, bleek de tot dan toe gebruikte definitie voor een corona-infectie veel te beperkt te zijn. Het virus bleek zich van mens tot mens te verspreiden, ook tot infecties zonder symptomen te leiden en bovendien ándere symptomen te veroorzaken (diarree) dan luchtwegklachten. "Dit was informatie waar de wereld, of in elk geval de instanties die zich met de uitbraak bezighielden, weet van moesten hebben, realiseerde Kuiken zich," schrijft de krant.

Maar: als reviewer mag je de inhoud van een aan je voorgelegd artikel niet zo maar openbaar maken. Dat kan je je reputatie als wetenschapper kosten. Kuiken mailde met de redacteur van The Lancet die volhield: het openbaar maken is aan de auteurs. Kuiken mailde hen een dringende oproep, waarop zij antwoordden dat de Chinese overheid ook een rol speelde, maar dat ze er alles aan deden zo snel mogelijk te publiceren.

Kuiken legde contact met de Britse medicus en directeur van onderzoeksfinancier Wellcome Trust, Jeremy Farrar. Die nam contact op met Maria van Kerkhove, een van de drie WHO-kopstukken in het corona-hoofdkwartier in Genève. Van Kerkhove mailde met Kuiken, Kuiken met zijn baas Marion Koopmans, en met de Lancet-redacteur. Nee, openbaar maken kon niet. Wel schrijft hij als een razende een samenvatting van het artikel. "zo gedetailleerd dat de betrouwbaarheid en urgentie duidelijk zijn." Dat kostte hem van donderdag 16 tot zondagochtend 19 januari.

Eén dag later, op maandagmorgen 20 januari, erkent China dat er sprake is van mens-op-mensoverdracht. Donderdag 23 januari gaat Wuhan op slot, vrijdag 24 januari verschijnt het gereviewde artikel in The Lancet.

Of Kuikens optreden een rol heeft gespeeld en of de WHO achter de schermen druk heeft uitgeoefend, is niet duidelijk. Wel zegt Kuiken, achteraf, dat hij het belangrijk vindt het dilemma aan de orde te stellen: "Er zijn eigenlijk geen duidelijke richtlijnen of afspraken over hoe auteurs, tijdschriften en de beoordelaars van wetenschappelijke artikelen tijdens dit soort ziekte-uitbraken met dergelijke cruciale informatie moeten omgaan. Ik hoop dat we daar betere oplossingen voor kunnen vinden. Want ik heb het nu in feite buiten de regels om gedaan. Het zou binnen de regels moeten kunnen."
Dit artikel afdrukken