De Groningse promovenda Hilde Groot is cardioloog en zal haar onderzoek daarom presenteren op het ‘ESC Congress 2020 - The Digital Experience’, het jaarlijkse congres van de European Society of Cardiology, dat dit jaar geheel online plaatsvindt. Maar het werk van haar onderzoeksgroep onder leiding van hoogleraar cardiologie Pim van der Harst reikt voorbij het domein van de hartgeneeskunde.

‘Human genetic determinants of the gut microbiome and their associations with health and disease: A phenome-wide association study’ is de titel van de zogeheten ‘e-poster’, een bondige digitale presentatie. “In deze studie hebben we getracht het spectrum vast te stellen van ziekten die verband houden met het menselijk darmmicrobioom door gebruik te maken van de genetische determinanten ervan als substituut voor de samenstelling ervan”, schrijven Groot en haar mede-onderzoekers in een toelichting. Met andere woorden: een link leggen tussen darmbacteriën en ziekten via de genetische informatie.

Ons onderzoek laat zien hoe breed het microbioom betrokken kan zijn bij zeer veel verschillende mechanismen in ons lichaam
‘Snips’
De rijke bron waaruit Groot en collega’s putten is de UK Biobank, een zeer omvangrijke database met gegevens over gezondheid, leefstijl, ziekenhuisopnames, scans, genotypering etc. van een half miljoen Britse vrijwilligers. Groot keek naar zogeheten enkel-nucleotide polymorfieën, ‘single-nucleotide polymorphism’, ofwel SNPs, spreek uit ‘snips’. Dat zijn kleine afwijkingen in DNA-strengen die in verband worden gebracht met ziekten.

Darmbacteriën verteren niet alleen de laatste restjes voedsel in de dikke darm, ze sturen ook op meerdere manieren metabole mechanismen, immuunreacties en neurologische processen aan. Meer of minder van bepaalde soorten in de samenstelling van het darmbioom kan bepaalde gezondsheideffecten hebben. Groot en collega’s kwamen op het spoor van elf bacteriesoorten met specifieke verbanden tussen bepaalde bacteriën en een 28-tal aandoeningen. Daaronder COPD, allergieën zoals astma en eczeem, alcoholverslaving, hoge bloeddruk, verhoogde vetdeeltjes in het bloed en obesitas. Groot noemt desgevraagd drie duidelijke relaties tussen het relatief verhoogd voorkomen van bacteriesoorten en een aandoening. Ruminococcus flavefaciens heeft een verband met een verhoogde kans op hoge bloeddruk, Clostridium met meer bloedplaatjes, en de methanobacterie, gevolg van alcoholgebruik, met verlaagde bloeddruk.

Associaties
Groot rondt momenteel haar proefschrift af en bereidt de publicatie van het onderzoek voor. Ze is voorzichtig met het trekken van al te gewichtige conclusies uit haar data. “Bij genetisch onderzoek is het altijd belangrijk om te stellen dat het gaat om een associatie. We hebben aanvullende analyses gedaan naar causaliteit, maar dat blijkt echter toch lastig in deze setting. Daarom zijn vervolgstudies die echt naar causaliteit kijken van belang voor verdere conclusies.”

“Het nieuwe aan ons onderzoek is dat we de mogelijkheid hebben gehad om in één populatie naar heel veel verschillende aandoeningen te kijken”, zegt Groot. “Eerder onderzoek naar het microbioom was vaak gericht op één of enkele parameters. Ons onderzoek laat zien hoe breed het microbioom betrokken kan zijn bij zeer veel verschillende mechanismen in ons lichaam.”

Vervolgstap
Groot noemt de studie “uitgebreid en zorgvuldig uitgevoerd met mogelijke clues voor toekomstig onderzoek“. Zelf heeft ze al een vervolgstap genomen. “Wij zijn bezig met het verzamelen van ontlasting bij infarctpatiënten op verschillende tijdspunten en willen dat vergelijken met gezonde controles, om zo nog meer inzichten te verkrijgen. Ook betrekken we het immuunsysteem hierbij, omdat het microbioom nauw samenhangt met het immuunsysteem van het lichaam.”

Voor wat betreft therapeutische toepassingen van haar onderzoek is Groot terughoudend. “Tot op heden blijft het lastig om therapieën te ontwikkelen, juist gezien de complexiteit van het microbioom. Toch zie ik wel voor me dat in de toekomst probiotica en antibiotica een rol kunnen spelen in de samenstelling van het microbioom om een zo gezond mogelijk microbioom te creëren. Ook kan ik me voorstellen dat leefstijl hier een belangrijke rol bij speelt. Maar, zoals gezegd, er is nog veel werk te verrichten.”
Dit artikel afdrukken