Britse onderzoekers voerden een vier jaar durend onderzoek uit naar de economische effecten van fairtrade-productie in arme landen. Ze wilden uitzoeken of Fairtrade de echte armen helpt, of consumenten die Fairtrade producten kopen de juiste informatie krijgen en hoe Fairtrade zich verhoudt tot reguliere landbouwbedrijven.

Het onderzoek, op basis van veldwerk, interviews en zorgvuldige statistische analyses, levert ontluisterende resultaten op. Zo blijken arbeiders op Fairtrade-boerderijen significant minder te verdienen, komt de Fairtrade premium vaak niet ten goede aan de betrokken arbeiders en hun gezinnen en blijken 'gewone' kleinschalige boerderijen betere arbeidsomstandigheden te bieden dan de erkende Fairtrade-bedrijven in hetzelfde gebied, schrijft The Guardian.

De onderzoekers pleiten op grond van hun bevindingen voor een vervolgstap waarbij ze juist de grootschalige reguliere productie in de vergelijking willen betrekken. Als die, net als hun kleinschalige collega's, ook beter blijken te kunnen betalen en meer werk bieden, is dat een belangrijke aanwijzing hoe daadwerkelijk verschil te kunnen maken voor de allerarmsten.

Fairtrade geeft aan zich niet te herkennen in de analyses. Toch komt de kritiek steeds opnieuw terug, zonder dat Fairtrade deze overtuigend kan weerleggen. Fairtrade staat klaarblijkelijk voor de uitdaging om aan te tonen dat het niet klem is komen te zitten tussen echte menselijke kleinschaligheid en goed georganiseerde grootschaligheid.
Dit artikel afdrukken