image


Ik kan het niet laten, maar als ik in maart (nu begin april) de eerste bloemen van het groot hoefblad uit de grond zie komen, dan denk ik altijd aan een veldje vol fallussen in de wind, en hoe toepasselijk dat is.
Die bloemen hebben de vorm van een stevige dildo en de kleur van... nou ja, logisch, van vlees. Je voelt de power van de jonge lentesappen in die bloemen, die zich als kleine graafmachines door de grond een weg naar het licht hebben geboord. Wham! met de kracht van de oerknal wrikken ze zich door de belemmerende aarde heen en daar staan ze op een mooie ochtend te pralen in al hun heerlijke, obscene voorjaarskracht. Later krijgen ze langs die dildostam kleine bloemetjes, worden ze topzwaar als een fallus na de daad en verdwijnen in mei onder enorme bladeren, die de rest van de zomer het voorjaarsbacchanaal bedekken. Hebben wij het nog steeds over eten? Jazeker, kom maar mee proeven in je hoofd en later aan tafel.

Laat ik nu eens niet een dessert bedenken. Zoet is altijd semi-erotisch want verwant met onze eerste contacten met de moederborsten. Liever iets pittigs, opwekkends en om zaaaaaalig lang aan te likken. Toen kwamen die groot hoefbladbloemen in mijn hoofd en ik peinsde hoe die nu eens na te maken. Ik ben geen erotomaan hoor, maar zie gewoon altijd overal fallussen, dat komt door mijn studie. Terwijl mijn kater Caesar over de toetsen van mijn computer liep, wist ik het: gevogeltelevertjesparfait op een knapperig stokje. Een Magnum als voorafje. Aan het werk!
Een lolly van boter en vlees

250 gr gevogeltelevertjes, liefst eend en kip
250 gr boter
2 gesnipperde sjalotjes
1 theelepel gedroogde salie of 1 takje verse
1/2 theelepel Quatre Epices of All Spice
1 glaasje echte droge Madeira, dus niet zo'n miniflesje voor de soep
zout, peper, vers gemalen
Gereedschap: een keukenmachine en een patevorm, klein en hoog. Vier stevige bleekselderijstengels

Was de levertjes en laat ze een half uurtje in wat melk staan. Wie van beestachtig heftige smaken houdt, kan dit overslaan. Dep ze droog met keukenpapier. Verwarm van de boter 50 gram in een koekenpan met dikke bodem en bak de gesneden sjalotjes even aan. Voeg de levertjes toe en bak ze rondom lichtbruin. Voeg de salie en de Quatre Epices toe, plus zout en peper (als je zoute boter gebruikt, dan hoef je niet zoveel zout te nemen, anders een ruime theelepel) en roer alles goed door elkaar. Blus af met de Madeira en doe een deksel op de pan. Laat de levertjes 10 minuten stoven, zet ondertussen de Magimix klaar en verdeel de rest van de boter in blokjes. Doe het vuur uit, kieper de inhoud van de pan in de Magimix en voeg de klonten boter toe. Puls een keer of vier, kijk of alles egaal is, zo niet, puls dan nog drie keer. De perfectionisten onder ons mogen de vloeibare, dikke massa nog door een paardenharen zeef gieten voor een superfijne structuur, maar dat doe ik niet. Tik met de terrine een paar keer stevig op het tafelblad (voor eventuele luchtbellen), en zet hem afgedekt in de koeling.
Nu komt het spannende gedeelte. Je terrine heeft minstens 6 uur en liefst 24 uur (voor smaakintegratie) in de koeling gestaan. Je haalt hem er uit, wast je handen en vormt een Magnum van deze goddelijke parfait rond een stevige bleekselderijstengel. Model hoef ik niet uit te leggen. Het beste gaat het met behulp van een portioneerlepel of een ijsschep. En een beetje kneden, want door de warmte van je hand vormt de parfait (door de boter) zich naar jouw hand. De hoeveelheid is voor vier personen, zes zelfs als je kleine lollies maakt, maar als je met zijn tweetjes lekker wilt sabbelen, dan zou je vier kleine of twee heeele grote kunnen maken.
Laat ze na het maken nog weer even op een bordje afkoelen in de koeling. Als jullie er klaar voor zijn, serveer ze dan met een beetje mangochutney en geroosterd brood. Drink er een mooie Madeira Sercial bij. Lekker lang likken, knabbelen en drinken enne - wacht maar even met het hoofdgerecht.
Dit artikel afdrukken