Hoeveel paarden er in Nederland zijn weet het CBS niet precies. Geschat wordt dat het er tussen de 300.000 en 500.000 zijn. Officieel zijn er maar zo'n 150.000. Het verschil tussen de schattingen en de officiële tellingen wordt bepaald door het aantal hobbypaarden. Met de groei van de welvaart, verpaardde Nederland. Na het bezit, volgde het berouw. Een paard kost tijd en aandacht. Daardoor danken mensen hun dier weer af.
Ook de teruggang in de economie zorgt daarom voor een ontpaarding. De dieren worden te duur in onderhoud terwijl er nauwelijks een markt voor is. En waar gaan ze dan naartoe? Naar de slacht - waar het grootste deel wordt verwerkt tot slachtafval. Nederlanders eten geen paardenvlees. Dat vinden we zielig en dat is goed stom.

Ik ging in Utrecht naar de Kanaalstraat voor een ander minder courant soort vlees: lamslever. Bij Nederlandse slagers kun je dat maar nauwelijks krijgen, in de supermarkt al helemaal niet. In de Kanaalstraat is het geen enkel probleem. Marokkaanse en Turkse slagers verkopen het je graag, al dan niet gecombineerd met kruidenierswaren of verse groenten en fruit. Het bleef dus ook niet bij de lamslever, ook lekkere worstjes en een hele kalfstong verdwenen in mijn tas.

Iets voorbij de mediterrane drukte hing een bord dat zei: Verse Paardenworst. Nou wist ik dat Utrecht een van de laatste paardenslagers van Nederland rijk is. Ik had wel eens wat over Slagerij Van Beek gelezen. Dat leek toen een aflopend verhaal. De slager zo goed als met pensioen, geen opvolgers, geen leerlingen voor het vak. Maar toen ik Paardenslagerij W. van Beek binnenstapte bleek dat de winkel volop draait.

Als 'paardenmeisje' gruwde ik natuurlijk vroeger van het eten van paardenvlees. Toch was dat wel erg kortzichtig. Het is het mooiste scharrelvlees dat je je maar voor kunt stellen. Hobbypaarden zijn uitstekend verzorgd gedurende hun leven en zijn niet doorgefokt of opgeblazen. Het is topkwaliteit vlees, dat in de landen om ons heen ook zonder bezwaren genuttigd wordt. Ook menig paardenbezitters zegt zijn dier liever naar de slacht brengen als het einde daar is, dan het aan de dierenarts en de destructor over te leveren.
Verrast keek ik naar de toonbank van Wim van Beek. Mooi, mager vlees in een verrassende hoeveelheid variëteiten: rosbief, stoofvlees, sukadelapjes, biefstuk, haas, gehakt (30% varken). En natuurlijk de paardenworsten - ik kreeg een flinke plak te proeven: heerlijk.

Ik heb een halve (nog lauwe) paardenworst meegenomen, een pondje gehakt en ook een 'ossenworst' van paard. Eenmaal thuis constateer ik enigszins verbouwereerd dat het 'verwerkte' en dus onherkenbare paardenvlees me blijkbaar geen moeite kost, maar dat ik me aan de paardenbiefstuk nog niet gewaagd heb. Ik ben blijkbaar het paardenmeisjesstadium toch nog niet geheel te boven. Even doorbijten nog.
Volgende week ga ik paardenbiefstuk kopen!
Dit artikel afdrukken