Afgelopen februari barstte in zowel Frankrijk als Nederland het paardenvleesschandaal los. Toen nog werden twee Franse bedrijven als de haard gezien. Comigel in het Noorden en Spanghero in de Languedoc.

Ik liep afgelopen maandag langs de ambachtelijke slagerij van Jallan in Bédarieux en zag de woorden staan 'Boucherie Chevaline' - paardenslager. Naar binnen en even vragen dus: "Hoe reageren uw klanten na de paardenvleesaffaire en het als koe vermomde paard in de lasagne?"

M. Jallan vertelde me dat hij voor paard náást koe en varken koos om nieuwe klanten te kunnen trekken. Maar weinigen verkopen immers paard. Dat blijkt prima te lukken. Ook na de affaire heeft hij extra aanloop van klanten die juist paard willen.

Of hij geen vragen krijgt waar zijn paard vandaan komt? "Jazeker", zegt hij, "de dieren worden geslacht bij Narbonne [ca. 60 km verderop, DV] en zijn gegarandeerd vrij van verboden middelen. Renpaarden die behandeld zijn met phenylbutazon en andere medicjinen komen er niet in. Mijn vlees heeft alle papieren en die kan ik laten zien."

Jallan is een ambachtelijke slager. In de koelcel achter hem in de winkel hangen de dierdelen. Hij beent zelf uit. Snijdt zelf de biefstukken, diamant- en longhazen, stooflappen en draait zelf zijn gehakt. Je vertrouwt hem. En zo werkt het ook. 'Nee hoor', zegt hij, 'niet alleen zo. Het moet wel kloppen. Kijk maar eens achter u." Daar hangt ditmaal een koeienpaspoort. Lachend voegt hij me toe: 'bij mij gaat er trouwens alleen rundvlees in de lasagne. En dat weet ik zeker, want ik maak het zelf.'
Ik fotografeerde de slager tussen zijn lasagne en een - ook in Frankrijk zeldzame - droge paardenworst. Daar was hij trouwens eerlijk over: 'die maakt een collega van me.'

Ik vraag Jallan of hij meer klanten heeft gekregen nu hij ook paard verkoopt. "Het zorgt voor nieuwe klanten", zegt hij. "Denk niet dat het een vetpot is, maar ik heb er door Spanghero en jullie Nederlanders zeker niet minder klanten door gekregen."

Paard is geen paria, we willen alleen niet belazerd worden. Dat blijkt.

Fotocredits: Michel Jallan, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken