Sinds 1953 is de Consumentenbond een baken waarop de burger veilig kan varen als hij een nieuwe elektrische fiets, koelkast of hypotheek nodig heeft. Het advies is van het degelijke soort van vóor de commercialisering van de zogenaamd onafhankelijke productinformatie op websites die verdienen aan affiliate marketing.

De Consumentenbond is een vereniging, heeft daarom geen winstoogmerk, maar is niet roomser dan de paus. Waarom zouden ze ook geen inkomsten halen uit hun diensten? Er gaat genoeg werk zitten in het testen van producten en het uitpluizen van bedrijven.

Het product dat het best uit een test komt krijgt een predicaat (‘Beste Koop’), dat bedrijven tegen betaling mogen gebruiken om het uitverkoren product aan te prijzen. Voor elke verzekering, hypotheek, energie-overeenkomst of leasecontract dat via de Consumentenbond wordt afgesloten, ontvangt de bond een vergoeding. Het staat allemaal keurig transparant vermeld op de website.

Traditie
Behalve dat de Consumentenbond bepaalt wat we het best en voordeligst kunnen kopen, weten ze dan verder ook hoe we moeten leven? Het antwoord is bevestigend. De bond geeft handige, informatieve boekwerkjes uit. Net als die tests zijn dat duidelijke richtlijnen. De nieuwste uitgave is Hoe zit dat? 250 vragen over voeding en gezondheid. Daarin staat precies wat je weten moet om zonder veel problemen het leven door te komen.

Hoe zit dat? staat in een lange traditie van voorlichting van allerlei maatschappelijke instanties. Die was vaak dwingend en normatief, maar is uiteraard geëvolueerd met de samenleving mee. Het oudste voorbeeld in de boekenkast is Het Boek voor Moeder en Dochter uit 1907. “Het is een onloochenbaar feit, dat de oorzaak van velerlei maatschappelijke misstanden moet gezocht worden in de gebrekkige inrichting der huisgezinnen,” schrijft de anonieme auteur, een ‘R.K. Priester’, in het voorwoord.

Behalve tips voor het ‘toebereiden van een voortreffelijk braadvet’ (pond rundvet, pond varkensvet, half pond boter, dit “onder elkaar smelten”, zie foto), bevat het ook gebiedende levenslessen voor de gezinsleden. Van het gedrag aan tafel tot het verbod voor vrouwen om te gaan werken, want dat leidt haar maar af van haar taken voor “de wieg der burgerlijke maatschappij”, haar gezin.

Het is best knap dat de samenstellers van 'Hoe zit dat?' door hun zakelijke, doch vriendelijke toon elke suggestie van betweten en moraliseren weten te omzeilen
Betweten
Een bron van vermaak, dit werkje (dat al vol advertenties stond). Maar ook een pijnlijke herinnering aan de ongelofelijke morele, religieuze en hiërarchische druk die er op de brave burgers van dit land lag. Het is best knap dat de samenstellers van Hoe zit dat? door hun zakelijke, doch vriendelijke toon elke suggestie van betweten en moraliseren weten te omzeilen. De titel is al een geslaagde poging tot lichtheid.

Waarmee niet gezegd is dat ze dat niet doen, betweten en moraliseren. Ook dit boek komt voort uit een systeem van denken. Het gedachtengoed van al die collega-voorlichters van de ‘R.K. Priester’ is niet zomaar afgeschud. Wij zijn er in Nederland heel goed in te zeggen wat een ander moet doen, ook hoe hij zijn ‘huisgezin’ moet ‘inrichten’.

Hoe zit dat? geeft antwoorden op 250 vragen over voeding en gezondheid. Die vragen werden door leden van de Consumentenbond sinds 2004 ingestuurd voor de rubriek Hoe zit dat? van de Gezondgids, ook een uitgave van de bond. De vragen en hun bondige antwoorden zijn ingedeeld in rubrieken, zoals ‘Gezondheid algemeen’, ‘Gezondheid en recht’, ‘Mineralen en vitamines’ en uiteraard ‘Voeding’.

Precies 250 vragen. Is zo’n rond getal niet verdacht willekeurig, is dat exact het aantal vragen dat ons leven bepaalt? Vraag 251 is derhalve: kunnen wij de Consumentenbond blindelings vertrouwen?
Hamertenen
De relevantie van een flink deel van de 250 vragen in Hoe zit dat? is op zijn minst twijfelachtig. ‘Hamertenen’, ‘Purschuim’, ‘Bakpoeder’, ‘Lenzendoosje vervangen’, ‘Andijvie uit een zak’? Houdt dat ons bezig? Van andere vragen kan je je afvragen of die met een kort antwoord wel goed bediend zijn: ‘PSA-waarde’, ‘Omega-3-vetzuren in supplementen’, ‘Maagzuurremmers en pijnstillers’, ‘Chemotherapie en omhelzen’.

Het gelijkelijk behandelen van onnozele en serieuze onderwerpen heeft het (naar we mogen aannemen onbedoelde) effect van een grabbelton, van de moppentrommel, met voor-elk-wat-wils. Komisch als een associatief onzingedicht. Dan lees je net een stukje over ‘Halvarine en margarine’ en dan krijg je aansluitend die ‘Hamertenen’ gepresenteerd. En dat allemaal zonder referenties aan bronnen, of zonder vermelding van de deskundigen die de samenstellers Loes Harland en Else Meijer hebben geraadpleegd. Zeggen ze.

Vraag 251
Die informatieve mix is leerzaam, ook buiten de onderwerpen. Zijn wij een volk dat zich werkelijk zorgen maakt over de suiker in koffiemelk? Of dat vragen heeft over het opdrinken van het kookvocht van groente? Of dat denkt kraanwater eerst te moeten koken? Of dat van laurier uit eigen tuin vreest dat het misschien niet veilig is, maar dat ‘uit de fabriek’ wel?

Precies 250 vragen. Is zo’n rond getal niet verdacht willekeurig, is dat exact het aantal vragen dat ons leven bepaalt? Vraag 251 is derhalve: kunnen wij de Consumentenbond blindelings vertrouwen? Zeggen het fraaie track record van de consumentenbelangenbehartiger sinds 1953, ieders positieve ervaringen met de geleverde diensten en het feit dat de Consumentenbond een non-profit vereniging is, iets over de betrouwbaarheid van de informatie in Hoe zit dat??

Nee natuurlijk. Maar als we de Consumentenbond niet kunnen vertrouwen, wie dan wel? Het is in deze online tijden van commercie, desinformatie en marketing een ouderwetse instelling om te koesteren.
Dit artikel afdrukken