Tussen 1999 en 2020 nam het aantal kenmerkende plantensoorten op de Nederlandse heide af met 5%. Het totale aantal plantensoorten op de Nederlandse heide nam toe met 3%. In open duinen (daaronder vallen open duinvalleien en struweelduinen) nam het aantal kenmerkende soorten met 10% af. In de duinen is het gemiddeld aantal plantensoorten wel gelijk gebleven. Dat meldt het CBS op basis van data uit het Landelijk Meetnet Flora.
Deels verantwoordelijk is een hoge stikstofdepositie, een tweede belangrijke factor de afname van het aantal konijnen. De bevindingen staan in het vierde Nederlandse Living Planet Report (LPR) van het Wereld Natuur Fonds.
Vooral in heidegebieden met zeer hoge niveaus van stikstofdepositie blijken kenmerkende plantensoorten van de heide, zoals klein warkruid, klokjesgentiaan en bruine snavelbies, te worden verdrongen door ruigtesoorten. Dat zijn voedselrijkdom-minnende soorten zoals braam en grote brandnetel. Ook vindt verdringing plaats door bomen, struiken en hoge grassen. Het karakter van de heidevegetatie verandert hierdoor richting bos, ruigte, of vergraste heide.
In de duinen zijn er verschillen te zien tussen droge duinen en vochtige duinen. In droge duinen neemt het aantal kenmerkende plantensoorten, zoals het duinviooltje, af. In vochtige duinen neemt het aantal kenmerkende plantensoorten (waaronder moeraswespenorchis en knopbies) toe, wat te danken is aan herstelmaatregelen in dit duintype.
Net als op de heide nemen in de duinen struiken, bomen en ruigtekruiden toe en ook hier speelt een hoog stikstofniveau een rol. Het stikstofniveau is nog steeds te hoog voor de kenmerkende duinvegetatie, ondanks een afname van de depositie in de laatste jaren. Het stikstofniveau in de duinen is wel veel lager dan op de heide.
Een andere belangrijke oorzaak van verruiging is de afname van het aantal konijnen. Konijnen geven bomen en struiken weinig kans om te groeien doordat ze de duinvegetatie kort en open houden.
Ook de kenmerkende fauna van duin- en heidegebieden ging in de periode 1999-2020 achteruit. Met name een aantal broedvogels en dagvlinders verdween uit beeld. Net als bij kenmerkende flora is de afname sterker bij zeer hoge stikstofdepositie.
De vraag waarom het duin achteruitgaat zonder dat er boeren in de buurt zijn, beantwoorden de organisaties niet.
Deels verantwoordelijk is een hoge stikstofdepositie, een tweede belangrijke factor de afname van het aantal konijnen. De bevindingen staan in het vierde Nederlandse Living Planet Report (LPR) van het Wereld Natuur Fonds.
Vooral in heidegebieden met zeer hoge niveaus van stikstofdepositie blijken kenmerkende plantensoorten van de heide, zoals klein warkruid, klokjesgentiaan en bruine snavelbies, te worden verdrongen door ruigtesoorten. Dat zijn voedselrijkdom-minnende soorten zoals braam en grote brandnetel. Ook vindt verdringing plaats door bomen, struiken en hoge grassen. Het karakter van de heidevegetatie verandert hierdoor richting bos, ruigte, of vergraste heide.
In de duinen zijn er verschillen te zien tussen droge duinen en vochtige duinen. In droge duinen neemt het aantal kenmerkende plantensoorten, zoals het duinviooltje, af. In vochtige duinen neemt het aantal kenmerkende plantensoorten (waaronder moeraswespenorchis en knopbies) toe, wat te danken is aan herstelmaatregelen in dit duintype.
Net als op de heide nemen in de duinen struiken, bomen en ruigtekruiden toe en ook hier speelt een hoog stikstofniveau een rol. Het stikstofniveau is nog steeds te hoog voor de kenmerkende duinvegetatie, ondanks een afname van de depositie in de laatste jaren. Het stikstofniveau in de duinen is wel veel lager dan op de heide.
Een andere belangrijke oorzaak van verruiging is de afname van het aantal konijnen. Konijnen geven bomen en struiken weinig kans om te groeien doordat ze de duinvegetatie kort en open houden.
Ook de kenmerkende fauna van duin- en heidegebieden ging in de periode 1999-2020 achteruit. Met name een aantal broedvogels en dagvlinders verdween uit beeld. Net als bij kenmerkende flora is de afname sterker bij zeer hoge stikstofdepositie.
De vraag waarom het duin achteruitgaat zonder dat er boeren in de buurt zijn, beantwoorden de organisaties niet.
Hoe weet men dat veranderende vegetatie in de duinen door stikstof komt? Duizenden meeuwen vliegen elke dag over de duinen heen en weer en schijten dagelijkse fosfaat in de duinen. Veranderende vegetatie komt dan niet door stikstof maar door toename van fosfaten.
(Het CBS registreert geen fosfaat toename door dagelijks heen en weer vliegende meeuwen.)
Piet, zet je maar schrap. We worden van alle kanten bedolven onder "broodje konijn" verhalen.
De TBO´s van de duinen zijn recent bovendien tot de conclusie gekomen dat Schotse Hooglanders geen konijnen zijn, Die koeien schijten bovendien al jarenlang de ooit zeer voedselarme duinmeertjes vol.
Moeten we niet juist blij zijn dat er 'te weinig' konijnen in de duinen zijn? Ik heb nl ooit vernomen dat konijnen de duinen teveel verstoren door er holen in te graven, waardoor het helmgras het zand niet meer goed bij elkaar houdt en de duinen daardoor juist instorten/wegzakken.
In de loop der jaren heeft men met zandopspuitingen de Nederlandse stranden enorm verbreed. Dat betekend dat er in de duinen minder verzilting optreed en beschikbaarheid van zoet grondwater toeneemt. Dat geeft ook kans op veranderende vegetatie in de duinen. Op Terschelling heb ik zelfs fosfaat-minnende rozebottels kunnen waarnemen op de duinen naast het strand. Veranderende vegetatie in de duinen zijn meer een gevolg van andere factoren dan een gevolg van stikstof. Het is gemakzuchtig om die veranderende vegetatie in de duinen alleen aan stikstof op te hangen.
Piet, is er sprake van verhoogde poepende vogel registraties in het duingebied?