Natuurlijke bodemorganismen leggen stikstof (N2) uit de lucht vast. De afbraak van de in de bodem vastlegde stikstof is de grootste bron voor de stikstofuitstoot. Het zou jaarlijks om 30 tot 250 kilo per hectare uit de bodem gaan. Dit is aanzienlijk meer dan de gecumuleerde uitstoot van stikstof in de landbouw, industrie en verkeer. De uitstoot daarvan komt niet verder dan 22,5 kilo. Niettemin gaan beleidsmakers ervan uit dat die uitstoot de biodiversiteit aantast en verzuring van bodems veroorzaakt. Om die reden is Nederland al 2 jaar gedompeld in een diepe stikstofcrisis, maar dat is onterecht.
Dat schrijft Geesje Rotgers van Agrifacts, de organisatie die feiten over de landbouw naloopt en vraagtekens plaatst bij het denkkader dat wetenschap, het RIVM, beleidsadviseurs en overheid hebben opgebouwd rond hét Nederlandse hoofdpijndossier van dit moment: stikstof.
Rotgers bekeek data die verzameld werden door de Universiteit van Antwerpen in de provincie Drenthe. Uit metingen in 286 natuurbodems in de provincie zou zijn gebleken dat "alleen al in de bovenste 10 cm van de grond duizenden kilo’s stikstof liggen opgeslagen: 3.000 kg/ha (droog bos, droge heide), 4.000 kg/ha (vochtig bos, vochtige heide) tot 10.000 kg/ha (hoogveen, moeras)." In de laag eronder zit nog veel meer stikstof, volgens oudere literatuur. Veel meer dus dan er in 100 jaar is neergeslagen", zegt Rotgers
Uit oudere literatuur zou voorts blijken dat natuur veel stikstof (N2) uit de lucht bindt. In stikstofarme grond kan het gaan om volumes van 60 tot 80 kg/ha/jaar. Zolang deze stikstof via het werk van bodemorganismen wordt opgeslagen, blijft die als het ware in ruststand. Dat wordt anders als stikstof wordt vrijgemaakt. "Dat gebeurt bij bodemverstoringen, meestal het gevolg van beleidskeuzes van overheid en/of natuurbeheerder", zegt Rotgers.
Door oudere en recente verstoringen van de bodem komt stikstof vrij als gevolg van versnelde afbraak van de organische stof. In Drenthe zou het jaarlijks gaan om 30—250 kg/hectare. Activiteiten die de stikstofvrijgave langjarig en mogelijk permanent aanjagen zijn, volgens Rotgers, een andere waterhuishouding, waterwinning, wateronttrekking, kappen van bos en het omvormen van natuur.
Als de data en interpretaties kloppen, plaatsen ze de beleidsmaatregelen om de stikstofcrisis in Nedrland te beteugelen in een geheel nieuw daglicht: geen enkele maatregel heeft zin omdat een andere bron zelfs 0-emissies zinloos maakt. Groene beleidscritici zetten in op een reductie van van weer op het land en de natuur neerslaande landbouw- en industrie-emissies naar de lucht met 50-70%. De overheid wil de feitelijke emissies met name aan boerenkant wegnemen. In het belang van boeren zegt Rotgers dat actuele emissies het verschil niet maken. Het werkelijke probleem van stikstof zit in de over vele honderden jaren in de bodem opgeslagen stikstof, beweert ze.
De vraag of de conclusie dat emissiebeperking zinloos is, is onderdeel van een wetenschappelijk debat en daarmee afhankelijk van vele onzekerheden. Oud-minister van Landbouw en hoogleraar Cees Veerman zei onlangs in Buitenhof dat hij geen behoefte heeft om in het politieke domein dat debat te voeren. Bijzonder is echter dat een Nederlandse provincie een buitenlandse universiteit opdracht geeft om onderzoek uit te voeren op een uiterst gevoelig nationaal beleidsdossier.
Dat schrijft Geesje Rotgers van Agrifacts, de organisatie die feiten over de landbouw naloopt en vraagtekens plaatst bij het denkkader dat wetenschap, het RIVM, beleidsadviseurs en overheid hebben opgebouwd rond hét Nederlandse hoofdpijndossier van dit moment: stikstof.
Rotgers bekeek data die verzameld werden door de Universiteit van Antwerpen in de provincie Drenthe. Uit metingen in 286 natuurbodems in de provincie zou zijn gebleken dat "alleen al in de bovenste 10 cm van de grond duizenden kilo’s stikstof liggen opgeslagen: 3.000 kg/ha (droog bos, droge heide), 4.000 kg/ha (vochtig bos, vochtige heide) tot 10.000 kg/ha (hoogveen, moeras)." In de laag eronder zit nog veel meer stikstof, volgens oudere literatuur. Veel meer dus dan er in 100 jaar is neergeslagen", zegt Rotgers
Uit oudere literatuur zou voorts blijken dat natuur veel stikstof (N2) uit de lucht bindt. In stikstofarme grond kan het gaan om volumes van 60 tot 80 kg/ha/jaar. Zolang deze stikstof via het werk van bodemorganismen wordt opgeslagen, blijft die als het ware in ruststand. Dat wordt anders als stikstof wordt vrijgemaakt. "Dat gebeurt bij bodemverstoringen, meestal het gevolg van beleidskeuzes van overheid en/of natuurbeheerder", zegt Rotgers.
Door oudere en recente verstoringen van de bodem komt stikstof vrij als gevolg van versnelde afbraak van de organische stof. In Drenthe zou het jaarlijks gaan om 30—250 kg/hectare. Activiteiten die de stikstofvrijgave langjarig en mogelijk permanent aanjagen zijn, volgens Rotgers, een andere waterhuishouding, waterwinning, wateronttrekking, kappen van bos en het omvormen van natuur.
Als de data en interpretaties kloppen, plaatsen ze de beleidsmaatregelen om de stikstofcrisis in Nedrland te beteugelen in een geheel nieuw daglicht: geen enkele maatregel heeft zin omdat een andere bron zelfs 0-emissies zinloos maakt. Groene beleidscritici zetten in op een reductie van van weer op het land en de natuur neerslaande landbouw- en industrie-emissies naar de lucht met 50-70%. De overheid wil de feitelijke emissies met name aan boerenkant wegnemen. In het belang van boeren zegt Rotgers dat actuele emissies het verschil niet maken. Het werkelijke probleem van stikstof zit in de over vele honderden jaren in de bodem opgeslagen stikstof, beweert ze.
De vraag of de conclusie dat emissiebeperking zinloos is, is onderdeel van een wetenschappelijk debat en daarmee afhankelijk van vele onzekerheden. Oud-minister van Landbouw en hoogleraar Cees Veerman zei onlangs in Buitenhof dat hij geen behoefte heeft om in het politieke domein dat debat te voeren. Bijzonder is echter dat een Nederlandse provincie een buitenlandse universiteit opdracht geeft om onderzoek uit te voeren op een uiterst gevoelig nationaal beleidsdossier.
Nog meer bijzonder dan het onderzoek in het buitenland te laten doen, is het feit dat dit onderzoek onder de pet gehouden werd en pas middels een WOB verzoek van FDF naar buiten is gekomen.
De bubbel onder de pet houden is beter als dat het kaartenhuis van het verdienmodel van de NGO’s,TBO’s in elkaar zakt. Veengronden hebben een groot stikstofleverend vermogen. Het is dus ook logisch dat het eerder uit de bodem komt als uit de lucht.
Maar voorlopig laten we het sprookje nog in stand met miljarden euro’s.
De KDW’s zijn zoals blijkt uit het rapport van Staf ook een virtuele werkelijkheid . 1 procent afbraak van de stikstof uit de bodem is al hoger als de KDW . Dus als alle emissies op nul staan is de afbraak uit de bodem nog hoger als de KDW. Wie houdt nu wie voor de gek.
Een goed voorbeeld van het ontbreken van basiskennis bij de auteur of daar een draai aangeven, waardoor die bruikbaar is voor een politiek doel van onwetende politici. Voor zover geen onzin (“In de laag eronder zit nog veel meer stikstof”: in grond waarin zich geen organische stof bevindt zit hooguit een minieme hoeveelheid stikstof) is wat hier gepresenteerd wordt al minstens 100 jaar bekend.
In de bewortelbare zone van de bodem zit inderdaad vaak duizenden kilo’s stikstof, vastgelegd als organische stof. Pakweg 3% daarvan komt jaarlijks vrij door afbraak van organische stof. Deze ‘mineralisatie’ bedraagt daardoor jaarlijks vaak meestal dan 100 kg N, die voor de planten opneembaar is (als ammonium of nitraat). Planten nemen die vrijkomende N weer op en geven die terug aan de bodem als wortels, bladeren, stoppels of mest van mens en dier. Stikstof is een rappe rakker en een klein deel gaat verloren, ondanks dat gewassen (en boeren) hun uiterste best doen verliezen te voorkomen. Vroeger werd dit verlies opgevangen door vooral vlinderbloemigen in de vegetatie, die in samenwerking met bodembacteriën luchtstikstof (N2) kunnen omzetten in voor de plant opneembare stikstof. Die samenwerking wordt door de plant opgezegd zodra uit bemesting of door neerslag voldoende N beschikbaar komt, het kost de plant namelijk een deel van de opbrengst van haar fotosynthese. Bij ‘meer dan genoeg N’, kunnen vlinderbloemigen de concurrentie met andere planten niet meer aan en verdwijnen uit de vegetatie, gevolgd door andere soorten. Dat is niet alleen het gevolg van een overdaad aan de beschikbaarheid van N als voedingsstof, maar ook het gevolg van de etsende en verzurende werking van ondermeer ammoniak-N. De natuurlijke vegetatie wordt zeer eenzijdig. Een boer lost het probleem van verzuring op door te bekalken.
De moraal van het verhaal: extra ‘lekkers’ kan gevaarlijk zijn. Dat geldt niet alleen voor de laatste borrel of zak chips. Maar het vlees is zwak en de waarheid niet willen weten daarom verleidelijk. Het gevaar dreigt dat politici hier weer veel tijd aan gaan verkloten. Het stikstofprobleem komt niet uit de bodem (ontwaterd veen daargelaten), maar uit de lucht. Het advies aan de minister is snel deskundigen te vragen om een reactie op dit artikel.
Frans, je wijst het onderzoek op basis van louter mechanistische kennis af. Klopt het dat er geen consensus is over de mechanismen? Of is dat de verkeerde vraag en zijn er te veel onderzoekers die geen kennis hebben van de mechanismen, terwijl ze niettemin de status van wetenschappelijk onderzoeker op dit terrein hebben?
In het laatste geval wordt de discussie over wat waar is heel lastig. Hoe onderscheid je immers het ene wetenschappelijke perspectief van het andere als het betere?
Je zult wellicht antwoorden dat we het hier over Geesje hebben. In haar tekst citeert ze een oudere generatie WUR onderzoekers en noemt ze een naam. Over hen zou ik het ook willen hebben.