De fosfaatproductie en stikstofuitscheiding van Nederland zijn in 2018 gedaald. Dat bericht het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) vandaag op grond van de definitieve cijfers. Nederland is een brekebeen in Brussel omdat onze boeren vaak op of net over de randen van de EU normen blijken te presteren. Dat komt omdat ze als collectief moeilijk aan de afspraken te houden zijn. Een boer in Groningen kan onmogelijk weten wat zijn buren in Friesland doen en daar rekening mee houden, laat staan die in de Peel, de Gelderse Vallei of in Zeeland. Ditmaal kan niettemin de vlag uit.
De totale fosfaatproductie uit dierlijke mest bedroeg in 2018 162,0 miljoen kilogram. Dat is 7 miljoen kilogram minder dan in 2017 en bijna 11 miljoen kilogram onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilogram. De totale stikstofuitscheiding kwam 8,5 miljoen kilogram lager uit dan in 2017 en komt uit op 503,5 miljoen kilogram, net onder het stikstofplafond van 504,4 miljoen kilogram, aldus het CBS.
Fosfaat
De daling van 7 miljoen kilogram komt overeen met een daling van 4%. Van de totale hoeveelheid fosfaat werd 78,7 miljoen kilogram geproduceerd door de melkveesector (die 7% onder het plafond van 84,9 miljoen kilogram van de sector blijft). De fosfaatproductie van vleesrundvee was 12,1 miljoen kilogram (een stijging van 12%).
De daling is volgens het CBS toe te schrijven aan de verkleining van de melkveestapel. Het aantal melkkoeien nam in 2018 af met 4% (60.000 koeien), het aantal kalveren, pinken en vaarzen met 14%, ruim 150.000 dieren. Ook daalde het fosforgehalte in het mengvoer en bleef het fosforgehalte van gras en mais in 2018 onder het niveau van voorgaande jaren.
De varkenssector kwam in 2018 uit op een fosfaatproductie van 37,7 miljoen kilogram, vrijwel ongewijzigd ten opzichte van 2017. Hoewel het aantal vleesvarkens en zeugen licht daalde, werd het effect van die daling teniet gedaan door een lichte toename van het fosforgehalte in het voer. Het fosfaatplafond voor de varkenssector ligt op 39,7 miljoen kilogram,
De fosfaatproductie van legpluimvee daalde in 2018 met 1%, naar 20,0 miljoen kilogram, die van vleespluimvee met 20% tot 5,8 miljoen kilogram. Een andere wijze van tellen is de voornaamste verklaring van deze wijzigingen. Het aantal vleeskuikens in Nederland daalde - in de nieuwe telling - met 13% tot 41,8 miljoen dieren. De totale fosfaatproductie van pluimvee lag in 2018 6% onder het fosfaatplafond van 27,4 miljoen kilogram.
Schapen, geiten, paarden, pony's, konijnen en pelsdieren produceerden in 2018 7,7 miljoen kilogram fosfaat, een toename van 1,1 miljoen kilogram. Melkgeiten en schapen namen in aantal toe, voor paarden en pony's is op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten over de voeropname per dier de fosfaatproductie hoger uitgevallen.
Stikstof
In de melkveesector daalde de stikstofuitscheiding van 303,5 miljoen kilogram naar 289,9 miljoen kilogram. Dat is nog altijd boven het productieplafond van de sector, dat op 281,8 miljoen kilo ligt. Vleesrundvee scheidde 12% meer stikstof uit dan in 2017 en kwam uit op 37,5 miljoen kilogram.
In mengvoer daalde het stikstofgehalte, maar de stikstofgehaltes van geoogst ruwvoer (kuilgras, snijmais) nam toe. Melkkoeien zijn meer voer gaan verbruiken (de melkproductie per melkkoe steeg van 8.675 kilo in 2017 naar 8.850 kilo in 2018; ons land produceerde dus meer melk met minder koeien). Doordat koeien in verhouding de laatste jaren meer gras en krachtvoer zijn gaan eten, is de stikstofuitscheiding per koe ook toegenomen. Omdat die per liter afnam, is de stikstofuitscheiding van de melkveehouderij toch afgenomen.
Het stikstofplafond voor de varkenssector ligt op 99,1 miljoen kilogram stikstof; daar bleef de sector met 96,8 miljoen kilogram ruim onder. Ook de stikstofuitscheiding van de pluimveesector bleef 6% onder het productieplafond van 60,3 miljoen kilogram.
Derogatie
De hele discussie over mest, fosfaat en stikstof draait om het kroonjuweel van de Nederlandse meelkveehouderij: de extra bemesting - de derogatie en de specifieke eisen die daar voor Nederland aan worden gesteld - die de Europese Commissie Nederland als groeizaam land sinds 2006 kan toekennen. Om die belangrijke uitzonderingspositie te kunnen behouden, voerde Nederland de afgelopen jaren het fosfaatreductieplan en het fosfaatrechtenstelsel in. Dat lijkt vooralsnog gelukt.
Voor de beoordeling van het Nederlandse mestbeleid staat de Europese Commissie toe dat bij de berekening van de fosfaat- en stikstofuitscheiding in de melkveehouderij rekening wordt gehouden met natuurlijke variaties in het fosfor- en stikstofgehalte van ruwvoer. Concreet betekent dit dat gerekend mag worden met een gemiddeld fosfor- en stikstofgehalte in het ruwvoer van de afgelopen vijf kalenderjaren, zonder de kalenderjaren met de hoogste en de laagste waarden. Als deze regel wordt toegepast in de berekening van 2018, dan komt de fosfaatproductie uit op 165,3 miljoen kilogram en de stikstofuitscheiding op 489,9 miljoen kilogram, en onder de plafonds voor fosfaat en stikstof. Op basis van deze cijfers beoordeelt de Europese Commissie of Nederland voldoet aan haar derogatievoorwaarden.
Dit artikel afdrukken
Fosfaat
De daling van 7 miljoen kilogram komt overeen met een daling van 4%. Van de totale hoeveelheid fosfaat werd 78,7 miljoen kilogram geproduceerd door de melkveesector (die 7% onder het plafond van 84,9 miljoen kilogram van de sector blijft). De fosfaatproductie van vleesrundvee was 12,1 miljoen kilogram (een stijging van 12%).
De daling is volgens het CBS toe te schrijven aan de verkleining van de melkveestapel. Het aantal melkkoeien nam in 2018 af met 4% (60.000 koeien), het aantal kalveren, pinken en vaarzen met 14%, ruim 150.000 dieren. Ook daalde het fosforgehalte in het mengvoer en bleef het fosforgehalte van gras en mais in 2018 onder het niveau van voorgaande jaren.
De varkenssector kwam in 2018 uit op een fosfaatproductie van 37,7 miljoen kilogram, vrijwel ongewijzigd ten opzichte van 2017. Hoewel het aantal vleesvarkens en zeugen licht daalde, werd het effect van die daling teniet gedaan door een lichte toename van het fosforgehalte in het voer. Het fosfaatplafond voor de varkenssector ligt op 39,7 miljoen kilogram,
De fosfaatproductie van legpluimvee daalde in 2018 met 1%, naar 20,0 miljoen kilogram, die van vleespluimvee met 20% tot 5,8 miljoen kilogram. Een andere wijze van tellen is de voornaamste verklaring van deze wijzigingen. Het aantal vleeskuikens in Nederland daalde - in de nieuwe telling - met 13% tot 41,8 miljoen dieren. De totale fosfaatproductie van pluimvee lag in 2018 6% onder het fosfaatplafond van 27,4 miljoen kilogram.
Schapen, geiten, paarden, pony's, konijnen en pelsdieren produceerden in 2018 7,7 miljoen kilogram fosfaat, een toename van 1,1 miljoen kilogram. Melkgeiten en schapen namen in aantal toe, voor paarden en pony's is op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten over de voeropname per dier de fosfaatproductie hoger uitgevallen.
Stikstof
In de melkveesector daalde de stikstofuitscheiding van 303,5 miljoen kilogram naar 289,9 miljoen kilogram. Dat is nog altijd boven het productieplafond van de sector, dat op 281,8 miljoen kilo ligt. Vleesrundvee scheidde 12% meer stikstof uit dan in 2017 en kwam uit op 37,5 miljoen kilogram.
In mengvoer daalde het stikstofgehalte, maar de stikstofgehaltes van geoogst ruwvoer (kuilgras, snijmais) nam toe. Melkkoeien zijn meer voer gaan verbruiken (de melkproductie per melkkoe steeg van 8.675 kilo in 2017 naar 8.850 kilo in 2018; ons land produceerde dus meer melk met minder koeien). Doordat koeien in verhouding de laatste jaren meer gras en krachtvoer zijn gaan eten, is de stikstofuitscheiding per koe ook toegenomen. Omdat die per liter afnam, is de stikstofuitscheiding van de melkveehouderij toch afgenomen.
Het stikstofplafond voor de varkenssector ligt op 99,1 miljoen kilogram stikstof; daar bleef de sector met 96,8 miljoen kilogram ruim onder. Ook de stikstofuitscheiding van de pluimveesector bleef 6% onder het productieplafond van 60,3 miljoen kilogram.
Derogatie
De hele discussie over mest, fosfaat en stikstof draait om het kroonjuweel van de Nederlandse meelkveehouderij: de extra bemesting - de derogatie en de specifieke eisen die daar voor Nederland aan worden gesteld - die de Europese Commissie Nederland als groeizaam land sinds 2006 kan toekennen. Om die belangrijke uitzonderingspositie te kunnen behouden, voerde Nederland de afgelopen jaren het fosfaatreductieplan en het fosfaatrechtenstelsel in. Dat lijkt vooralsnog gelukt.
Voor de beoordeling van het Nederlandse mestbeleid staat de Europese Commissie toe dat bij de berekening van de fosfaat- en stikstofuitscheiding in de melkveehouderij rekening wordt gehouden met natuurlijke variaties in het fosfor- en stikstofgehalte van ruwvoer. Concreet betekent dit dat gerekend mag worden met een gemiddeld fosfor- en stikstofgehalte in het ruwvoer van de afgelopen vijf kalenderjaren, zonder de kalenderjaren met de hoogste en de laagste waarden. Als deze regel wordt toegepast in de berekening van 2018, dan komt de fosfaatproductie uit op 165,3 miljoen kilogram en de stikstofuitscheiding op 489,9 miljoen kilogram, en onder de plafonds voor fosfaat en stikstof. Op basis van deze cijfers beoordeelt de Europese Commissie of Nederland voldoet aan haar derogatievoorwaarden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Marco #14. Bij de discussie over het al dan niet verlenen van een derogatie gaat het niet enkel om de hoeveelheid N die het gewas kan opnemen uit dierlijke mest (grasland kan zeker 350 kg/ha opnemen bij goed management van gewas en mest) maar ook om de negatieve effecten op het milieu. Nederland is er nog steeds niet in geslaagd die voldoende te beperken. De strategie 'kop in het zand steken om populair te blijven bij boeren' (CDA en VVD zijn de favoriete partijen van boeren; het regeeraccoord verbiedt ook een partij als D66 om realistisch te zijn t.a.v. de omvang van onze veestapel; deze regering heeft de wetgeving die de emissie van ammoniak moet beperken afgezwakt, handhaving schiet zwaar tekort) heeft de Nederlandse veehouderij uiteindelijk in grote problemen gebracht.
Je uit de stront werken is lastiger dan erin. Ik heb geen idee hoe dat tijdig kan lukken. De verantwoordelijken lijken het ook niet te weten. Het zou me niet verbazen als de oplossing na ruim twee jaar aanmodderen uit Brussel komt: geen derogatie meer en daardoor een forse krimp van de veestapel. En dat de verantwoordelijken hier dan naar hun kiezers toe verontwaardigd reageren, maar stilletjes een zucht van verlichting slaken.
Goede vragen in #14 Marco Maas. Want dat soort vraagstukken moeten nu wel opgelost worden. Wat Frans Aarts blijkbaar niet als logische verklaring ziet is dat het te ingewikkeld is om iets simpels van te maken (zoals een uitzondering voor beweiden en bemesten). Dus dan moet het een simpele oorzaak hebben dat er niks gebeurt; de ambtenaren hebben het vast met opzet laten gebeuren.....
Ik kan weinig met zulk simplisme of cynisme.
Wat ook niet helpt hier is een nieuw pleidooi voor efficiëntie, want ammoniak uitdrukken per kilo melk of vlees zegt niks over de potentiële depositie op kwetsbare natuur.
Terugkijkend is daar denk ik het probleem begonnen. Wat nu ontbreekt is een degelijke manier om aanwending en uitstoot per hectare te beoordelen, in bedrijfsverband. In die zin is er een relatie met nitraat Wouter v.d. Weijden. Maar in termen van beleid is het een heel ander deel van DG Envi dat zich druk maakt om ammoniak dan om nitraat. Twee verschillende richtlijnen namelijk. Als het spannend wordt zou het kunnen dat het in het kabinet van Envi aan elkaar gelinkt wordt. Duitsland moest dat ook omdat beide richtlijnen overtreden werden.
Frans Aarts,
Dank voor je reactie, de derogatie in Ned. lijkt mij niet "uitzonderlijk veel" t.o.v. de grasopbrengst.
Nu begrijp ik wat je bedoelt met onrechtmatigheid. In de handhavingszaken waarin uitspraak is gedaan kregen de boeren een bepaalde tijd om een aanvraag in te dienen omdat met deze uitspraak pas duidelijk werd dat er sprake was van een vergunningsplicht. Het lijkt mij logisch dat andere boeren ook die tijd gegund krijgen, vervolgens is de overheid meestal voornemens om positief te beschikken en hup het is voorjaar 2020 voor er van handhaving sprake kan zijn.
Maar ik ben benieuwd hoe jij aankijkt tegen handhaving/vergunningverlening? bijv. bestaand gebruik van de bemestingspraktijk voor 2004, hoe moet een boer dat bewijzen? en hoe moet hij bewijzen dat deze bemestingspraktijk niet is gewijzigd sindsdien? (stel andere eigenaar, andere gewassen tussendoor, andere bemestingsmethode etc.). en welke getallen neem je voor de uitstoot bij bemesten, de gunstige (als het koel is en regent) of de ongunstige (je hebt de boer/loonwerker niet aan een touwtje immers).
Waar moet de ammoniak vandaan komen om bemesten en beweiden te kunnen vergunnen?
Welke oplossing zie jij en denk je dat een eventuele flut of onrechtmatige oplossing derogatie in de toekomst op het spel zal zetten? Ik ben benieuwd!
Marco #12. Het woord 'uitzonderlijk'gebruik ik in de letterlijke betekenis. Onze derogatie, meer N in de vorm van dierlijke mest dan de norm van 170 kg /ha, is dus uitzonderlijk veel. Uitzondelijk weinig kan ook en is praktijk in sommige Franse streken vanwege de kwetsbaarheid van wateren.
Van onrechtmatig gedrag van de overheid is m.i. sprake als die overheid zegt voorlopig niet te handhaven van wat wettelijk niet (meer) mag. Ook als je voor dit gedogen begrip hebt is dit onrechtmatig.
Frans Aarts,
Derogatie en "uitzonderlijk veel mest", op wel nutrient doel je dan dat er kennelijk teveel of in ieder geval uitzondelijk veel op het (gras)land komt? (volgens mij kan het gewas de hoeveelheid mest best gebruiken).
"Het is natuurlijk absurd maar de gedachte komt bij me op dat dit het passieve en soms zelf onrechtmatig gedrag van onze overheid, m.b.t. het buiten werking stellen van de PAS, kan verklaren". Op welk onrechtmatig gedrag doel je? Of bedoel je dat het een bewuste actie is om een PAS op te stellen met in het achterhoofd het sneuvelen ervan bij de Raad van State?