Het driegesprek tussen @carolaschouten @JorisLohman en @Hiddemhigh haalt de voorpagina https://t.co/r1M5ehE8l2
— Joszi Smeets (@joszismeets) October 31, 2018
Lohman en Boersma blijken het over net zoveel eens als oneens. Wel blijkt de aanvankelijk kleinschalig-en-biologische denkende Slow Food Youth Network mede-oprichter Lohman opgeschoven. Hij is voor gentech om de wereld beter en groener te kunnen voeden. Boersma blijkt ook over te steken; hij is voor bloemrijke akkerranden en veel minder dieren in Nederland, traditioneel 'groene' standpunten.
Het gesprek leidt tot de conclusie dat ook de minister voor toepassing van gentech is omdat het beter zou zijn voor een groenere landbouw.
Over de kringloopvisie van de minister gaat het gesprek nauwelijks. De minister wil niet praten over minder dieren in Nederland, terwijl evident is dat die gevoed worden door elders in de wereld met kunstmest geproduceerd plantaardig voer. Dat voer en de resten van tot voer verwerkt voedsel, leidt hier tot mest en is volgens Schoutens visie in Nederland onderdeel van een 'kringloop' zonder kunstmest. Hoe ze een nationale kringloop met voortdurende aanvoer van nutriëntenstromen van buitenaf consistent denkt te kunnen definiëren, maakt het Volkskrant-artikel niet duidelijk.
Morgen wordt de landbouwbegroting besproken in de Kamer. In aanloop daarvan spraken profeet @JorisLohman en tovenaar Boersma met de minister over kringlopen, crispr en de toekomst van de nederlandse landbouw. https://t.co/4YpvOLaZ4w
— Hidde Boersma (@Hiddemhigh) October 30, 2018
Ergo, zonder gentech geen kringloop? Of valt het in besparing van energie, punt 3 (als we dan ook eindelijk eens soberder worden, en ons niet meer te pletter consumeren en weg gooien), zie dit artikel ?
Zoals 9/11 een als door god gegeven excuus was om een zogenaamd vol met raketten staand Irak binnen te vallen blijken de klein uitgevallen en lagere pieper- en uien opbrengst door de lange hete droge zomer het idem opportune moment te zijn de gentech sluizen te openen vergezeld van de niet uit te roeien leugen als bijzin dat er daardoor steeds minder landbouwgif nodig is. Haar door menigeen toegedicht gebrek aan kennis en inhoud wordt ruimschoots gecompenseerd door lef. Maar daar koop je ook niets voor.
Wordt het niet eens tijd dat we bewindslieden en woordvoerders landbouw minstens moreel verplichten een cursus landbouw te volgen, voor ze aan de slag gaan: de landbouwkundige en economische wetmatigheden, de stand van de techniek, het EU-beleid en de Nederlandse wetgeving.
Voor degenen die dat niet nodig denken te hebben, bijvoorbeeld vanwege geboorte op een boerderij of het daar vroeger in het hooi gespeeld hebben, kan een toets worden ontwikkeld.
Dat voorkomt urenlang gezets en gezeur om niks (woordvoerders), brede kamersteun van moties die niemand echt snapt (‘resetten grasland’, ‘kalenderspuiten glyfosaat’) en leidt tot een veel scherper gedefinieerd beleid (bewindslieden), waardoor de weg naar duurzaamheid sneller en beter wordt bereden, wat urgent is.
Een paar voorbeelden:
- Woordvoeders klagen erover dat de mestwetgeving te lastig is voor onze boeren en volgens sommigen zelfs onwerkbaar. Ik durf te beweren dat een boer die daar werkelijk zijn hoofd over breekt beter een ander vak kan kiezen: hij is minstens ongeschikt als ondernemer. Kom anders met voorbeelden, en zeg wat beter kan. Voor mestdistributeurs/verwerkers is het lastiger, maar dat zijn specialisten waarvan je meer relevante kennis mag eisen. Maar ook hier geldt: kom met concrete verbetervoorstellen om aan de afgesproken milieudoelen te kunnen voldoen.
- 'We putten onze bodem uit', las ik gisteren in een interview van de minister in de Volkskrant. Hoezo? Woordvoerders uitten dat eerder, bij herhaling, suggerend dat een tekort aan dierlijke mest de oorzaak is. Wetenschappelijk is vastgesteld dat, uitzonderingen daargelaten, de bodemkwaliteit alleen terug loopt in de akkerbouw. De oorzaak is ook helder: steeds meer aardappelen, bieten en uien en minder laag salderend graan in het bouwplan, waardoor meer problemen met ziekten en plagen en een negatieve organische stof balans. Dus voldoende informatie om beleid te maken en niet te blijven hangen in kreten als 'we putten onze bodem uit'.
- Men wil naar robuustere wetgeving: minder (uitzonderingen op) regels, waardoor ook controle eenvoudiger (goedkoper) is. Men denkt dat te kunnen combineren met bedrijfsspeciekere verantwoording (waardoor bijvoorbeeld een boer meer vee mag houden als de excretie per koe minder is dan de norm). Leg eens helder uit hoe dat kan werken.
- Met het verzoek aan de Nederlandse supermarkten om boeren meer te betalen dan de marktprijs is in een andere draad al gehakt gemaakt, evenals met het verzoek toch vooral lokale producten te verkopen: als je bejubelt een agrarisch export land te zijn moet de prijs van je producten laag zijn, de kwaliteit goed een moet je voorkomen dat men in je exportgebieden op het idee gebracht wordt import te beperken ten faveure van lokaal.
- Over het idiote om kringlooplandbouw als doel te stellen zonder de veestapel in balans te brengen met het areaal cultuurgrond is al veel gezegd. Krankzinnig is het, van de bewindspersoon, nog steeds heil te zien in het gaan vervoederen van restproducten, want dat kan niet. Vrijwel alles wordt immers al vervoederd en de verwerkende industrie slaagt er steeds beter in restproducten te verwaarden, door er bijvoorbeeld wortelsap uit te persen. Als ze dat nu nog niet weet is er iets grondig fout op haar ministerie en klopt haar verhaal ‘ ik heb veel met mensen uit de sector gesproken’ misschien wel, maar dan heeft ze niet geluisterd. Zo kom je dus geen stap verder.
- Nederland moet kunstmestvrij worden, meent de minister. Het zou helpen als ze zegt waarop ze doelt, waarom ze dat vindt en welke weg daarvoor moet worden ingeslagen. Eigenlijk gebruikt Nederland alleen nog N-kunstmest. Je hoeft je geen zorgen te maken over schaarste want de lucht blijft ervan vergeven. Suggereer dus niet dat je beleidsdoel ‘kunstmestvrij’ iets te maken heeft met schaarste aan grondstof, zoals bij P, uitgezonderd energie. Als de mest de koe verlaat komt de verhouding P:N in de mest redelijk overeen met de samenstelling van landbouwgewassen. Het probleem is dat P keurig in de mest blijft en in de bodem gebracht niet uitspoelt. N daarentegen vervluchtigt en spoelt uit. Daarom zal met mest niet de N-behoefte worden gedekt zonder teveel met P te bemesten. Het aanvullen met N kan op 3 manieren. 1. Je teelt vlinderbloemigen. Het succes van de Vlaamse landbouw in de 18de eeuw was gebaseerd op de aanvoer van P met stadsmest (via de Schelde) en de input van het tekort aan N via vlinderbloemigen. Nadeel is dat je dan minder aardappelen, uien etc. kunt exporteren en minder vee kunt houden. 2 Je bindt de N die zich in de lucht bevindt, maar dat kost energie. 3 Je bewerkt mest, door het P-gehalte te verlagen of door de N eruit te halen, waardoor kunstmest-N van organische oorsprong ontstaat. Kost ook energie en de vraag is of dat minder is dan 2. Je zult als bewindspersoon m.i. minimaal moeten aangeven hoe je hierover denkt en wat je wilt gaan doen en kunt niet volstaan met de kreet ‘kunstmestvrij’.
Tsja, het spel is al gespeeld. Eea omdat de EU en het Europese Hof- net als Dik-Faber - ergens in hun onderbuikgevoel voor wat er in Europa gebeurt, kiezen voor een meer Europese landbouw. Daar is ook wel wat voor te zeggen, maar jullie hebben gelijk: bovenstaand nieuws is in dat kader minder relevant dan het lijkt.
Heel snel wat aan doen Carola (zie Henric #3 ), als het eenmaal weg is zie je het nooit meer terug!