Een poging tot bezweren?
Vanmiddag presenteerde de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zijn analyse van en visie op de toekomst van het Nederlandse food en agricluster. De conclusies en analyses klinken abstract en worden nergens echt concreet. De Nederlandse overheid zou vele jaren een impliciet voedselbeleid hebben gevoerd. In die conclusie klinkt een verwijt door. Nederland zou volgens de Raad een landbouwbeleid hebben gevoerd terwijl het een ketenbeleid (de WRR gebruikt dat inmiddels ingeburgerde woord van Michael Porter niet, maar kiest voor de nog abstractere begrippen 'voedselbeleid' en 'voedselstrategie') had moeten voeren waarin alle schakels en stakeholders tot meer samenhang hadden moeten komen. Nu is het spel verdeeld geraakt. Dat ziet de Raad als een zwakte. Nederland zou zijn kansen moeten zoeken in het voeren van en investeren in een voedselbeleid. Dat zou via zaken als diversiteit, het voortdurend uitwisselen van kennis en informatie tussen maatschappelijke stakeholders en het aanleggen van resources om met schokken om te gaan, moeten leiden tot een veerkrachtig voedselsysteem op basis van een hecht voedselnet.
Of al deze woorden iets toevoegen aan bestaande analyses, of dat er weer een rapport is geproduceerd met zgn. bobotaal is een vraag die de lezer van het rapport zich zou kunnen stellen. Die lezer zou ook kunnen concluderen dat Nederland probeert iets met taal te bezweren dat zich niet laat bezweren.
Manuel Castells
Die conclusie trekt het rapport niet, maar dringt zich bij de geoefende lezer van de zoveelste analyse op. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat het rapport de begrippen voedselstrategie en -beleid door elkaar gebruikt, maar niet weet aan te geven van wie dat beleid is en onder wiens auspiciën het tot stand moet komen en uitgevoerd en gehandhaafd zou moeten worden. Het beroept zich op het begrip 'netwerk' van de Spaans-Amerikaanse socioloog Manuell Castells. Die heeft echter zelf aangegeven niet te weten hoe de bestuurlijke vraag kan worden ingevuld. Als het netwerk stuurt, is bestuur niet meer mogelijk en verliezen de begrippen 'beleid' en 'strategie' hun betekenis. Nog ingewikkelder is dan ook de vraag hoe Nederland in zo'n 'bestuurlijke vorm' zou moeten 'investeren' en waar dat geld terecht zou moeten komen.
Het is opmerkelijk te constateren dat de WRR deze inconsistenties tussen zijn analyse en advies niet heeft gesignaleerd en ouderwets met een pleidooi voor 'beleid' komt. Voorzover de socioloog Castells zich als politicoloog opstelt, stelt hij immers voor het maken van 'beleid' te vergeten en het netwerk te faciliteren. Hij vraagt zich af hoe dat zou moeten op een manier die de daarin aanwezige krachten elkaar laat versterken in plaats van elkaar op te heffen en te bestrijden. Vanuit dat perspectief doet hij onderzoek naar die krachten.
Het persbericht van de WRR schrijft:
Nederland moet een antwoord vinden
De voedselwereld verandert snel. Er bestaan grote opgaven op het gebied van de ecologische houdbaarheid en volksgezondheid en in de toekomst valt een meer onzekere omgeving te verwachten. Daarom pleit de WRR voor het ontwikkelen van een voedselstrategie.
Nederland staat voor lange termijn strategische afwegingen op het gebied van voedsel. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport Naar een voedselbeleid. Er liggen belangrijke opgaven op het terrein van de ecologische houdbaarheid, de volksgezondheid en de robuustheid van de voedselvoorziening. Nederland moet daarop een antwoord vinden.
Complex netwerk
De voedselvoorziening is de laatste decennia ingrijpend veranderd. De landbouw is geïndustrialiseerd en er heeft schaalvergroting plaatsgevonden. De internationale afhankelijkheden zijn vergroot. De voedselproductie is sterk afhankelijk van geïmporteerde grondstoffen en halfproducten. De macht is verschoven. Waar eerst overheid, kennisinstellingen en landbouworganisaties gezamenlijk de route bepaalden, ligt de macht nu voor een belangrijk deel bij supermarkten, zaadleveranciers, de levensmiddelindustrie, ngo’s en internationale organisaties. Ook zijn eetpatronen veranderd: we zijn meer dierlijke en samengestelde producten gaan eten. De weg die voedsel aflegt van boer naar bord is aanmerkelijk langer en onoverzichtelijker dan voorheen. Achter het aanbod op de schappen van de supermarkten gaat een complex netwerk van ketens schuil die landgrenzen overschrijden. Het rapport spreekt over ‘het voedselnet’.
Robuustheid om met onzekerheid om te kunnen gaan
Sinds de sterke prijsstijgingen op de wereldmarkt in 2007/2008 staat voedsel weer hoog op de internationale agenda. In de rapporten die sindsdien zijn gepubliceerd, bestaat brede overeenstemming over drie mondiale uitdagingen. Ecologische houdbaarheid: de voedselvoorziening loopt tegen ecologische grenzen aan. Het is allesbehalve zeker dat aan de stijgende vraag naar voedsel kan worden voldaan. Volksgezondheid: multiresistente bacteriën door het gebruik van antibiotica in de veehouderij, mens-dierziekten en een ongezond dieet vormen alle risico’s. Ook het toezicht op de voedselveiligheid komt voor nieuwe problemen te staan. Robuustheid: Is het voedselsysteem voldoende in staat om schokken op te vangen en met uiteenlopende scenario’s om te gaan?
Deze opgaven raken ook Nederland. De voedselproductie in ons land is sterk verweven met het buitenland. Het Nederlandse beleid heeft zich lange tijd vooral gericht op het verhogen van de productiviteit van de landbouw, het verzekeren van voedselveiligheid en het bevorderen van de export. Het is daarin nog altijd succesvol. De veranderingen in de mondiale voedselvoorziening vragen echter om een heroriëntatie van beleid. De WRR bepleit een verschuiving van landbouw- naar voedselbeleid.
Lange termijn perspectief nodig
Er is een lange termijn perspectief op voedselbeleid nodig waarin de ecologische houdbaarheid, de volksgezondheid en de robuustheid van de voedselvoorziening centraal staan. Voedselbeleid houdt rekening met de veranderde machtsverhoudingen, richt zich ook op zaadbedrijven, supermarkten en de levensmiddelenindustrie en heeft oog voor de samenhang van productie en consumptie. Op het gebied van de ecologische houdbaarheid zal het beleid zich niet alleen op de productie, maar ook op de consumptie moeten richten. Beleid op het gebied van volksgezondheid zal zich meer op het aanbod moeten richten. De gezonde keuze is nu de moeilijke keuze.
Belang veerkracht
De WRR wijst daarnaast op het belang van veerkracht. Het voedselnet moet met verschillende scenario’s en schokken kunnen omgaan. Dat vereist het bevorderen van de variëteit in gewassen en spelers, een goed beheer van natuurlijke hulpbronnen en het bieden van kansen aan vernieuwers.
Het rapport 'Naar een voedselbeleid' is integraal te downloaden.
Fotocredits: WRR
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nog even waarom we beter onderzoek nodig hebben voordat een overheid ons denkt te moeten vertellen wat we moeten eten. Volgens de WRR zijn suiker, zout en vet het probleem.
Goede vetten zijn geen enkel probleem (maar 40 jaar "Let op Vet" heeft diepe sporen nagelaten en collectieve vetfobie tot gevolg gehad), en zout ook niet blijkt uit het onderzoek van McMaster University:
"Taken together, the papers show there is a "sweet spot" for sodium consumption, where too much or too little can be damaging, while a moderate amount between 3 and 6 grams is optimal. The good news is that most people in the world already consume an amount in that range, the researchers found."
De heksenjacht op zout kan afgesloten worden. Wetenschappers graag aan het werk om de basis te leggen voor zinvolle en houdbare voedingsadviezen die niet elk jaar aangepast hoeven te worden.
Deze presentatie van Gary Fettke is een uitstekende basis over de relatie tussen voeding en ziekten.
Voor het overige lijkt me, dat niet alleen Nederland, maar de hele wereld een voedselbeleid nodig heeft. Beginnen in Europa, zoals Dick V terecht stelt. En de zaak radicaal omdraaien. We hebben denk ik een nieuw adagium nodig: hoe kan de land- en tuinbouw bijdragen een een betere kwaliteit van de samenleving? En wat betekent dat in termen van inspanning, consistentie, commitment, innovatie en ja, óók geld? Dat zijn de vragen die we ons allemaal zouden moeten stellen, in welke functie of rol we ons ook bevinden. Zolang er op dat hoogste aggregatieniveau daarover geen gedeelde noties bestaan, zijn plannen zoals die van de WRR tot stofvreten gedoemd.
Zo, zeg! De WRR heeft ontdekt dat voedselproductie raakt aan alles wat ons dierbaar is: lekker, gezond, vers, milieu, fysieke omgeving, water, energie, grondstoffen. En dat we daar allemaal verantwoordelijkheden in hebben: boeren en tuinders, overheden, politici en bestuurders, ngo's, ketenpartijen, burgers, consumenten.
De WRR zegt vervolgens dat we dus een voedselstrategie nodig hebben. Vaagtaal. Terwijl de conclusie van die waarneming heel eenvoudig zou kunnen zijn: stel boeren en tuinders dus in staat om op al die aspecten stappen te kunnen zetten. Zie dat als een collectieve verantwoordelijkheid in het algemeen maatschappelijk belang. Overheden door de goede ondernemers te belonen, ngo's door de eigen scoringsdrang te beteugelen en juist positieve pilots en projecten te adopteren in de wetenschap dat het paradijs niet bestaat, maar wel de weg er naar toe (heel wat anders dan op de wal schone handen te houden), ketenpartijen door een fair-trade verdeling in te stellen en consumenten die beseffen dat de primaire producent de bron is van hun dagelijkse voedsel op tafel (met een bloemetje erbij :-) en dus óók in leven gehouden moet worden.
Van mij mag dat gewoon landbouwbeleid blijven heten, maar de marketing wil ook wat....
@ hans: in mijn tijd werd het door een wetenschapper die in wetenschappelijke tijdschriften publiceerde als volkomen beneden zijn waardigheid geacht om ook in kranten, raden of media te reageren, dat gebeurde natuurlijk wel eens ooit, maar dat werd niet gewaardeerd dus, je had al wel het tijdschrift natuur en techniek, al heel wat, en daarna de wetenschapspaginas in de nrc en de volkskrant, maar daarin werd vertaald, en niet door de betas zelf geschreven en opgetreden, dat is dus nog steeds zo, begrijp ik.
Conclusie uit de bovenstaande topic:“Of al deze woorden iets toevoegen aan bestaande analyses, of dat er weer een rapport is geproduceerd met zgn. bobotaal (*) is een vraag die de lezer van het rapport zich zou kunnen stellen. Die lezer zou ook kunnen concluderen dat Nederland probeert iets met taal te bezweren dat zich niet laat bezweren.
Mijn reactie:
Wat is de WRR ? In hoeverre is die echt wetenschappelijk ? In 2012 deed ik een klein onderzoekje naar de wetenschappelijke achtergrond van bestuur en leden. Tot mijn verwondering maar één bèta-lid. Dat is vreemd omdat de WRR zich niet beperkt tot alpha-onderwerpen, maar geacht wordt over een breed wetenschappelijk spectrum het licht te laten schijnen. Van energie , nucleaire toepassingen, industrialisatie, chemie, ecologie, gentech, voeding etc. etc….. tot sociaal maatschappelijk problematiek.
In de correspondentie die ik voerde, kreeg ik naast andere informatie een beetje schuldbewust het volgende van de directie te horen :
quote
“Het is onze ervaring dat vooral technische wetenschappers - en, hoewel in mindere mate, ook macro-economen - zich over het algemeen minder aangetrokken voelen tot een aanstelling als stafmedewerker bij de WRR, aangezien wij van onze relatief kleine groep stafleden noodgedwongen een brede inzetbaarheid voor uiteenlopende (multidisciplinaire) projecten, gecombineerd met een goede schrijfvaardigheid (* zie boven bobotaal ?) en brede maatschappelijke belangstelling verlangen. Wij proberen technisch-wetenschappelijk, onderzoek dat wij hierdoor niet in huis hebben maar wel nodig hebben voor onze studies, heel gericht te lenen of in te kopen.”
unquote
Vandaag gecheckt. Het is niet veel veranderd. Wellicht door de politieke achtergrond verwijzen nu een aantal leden naar een bedrevenheid in ‘sustainability’. Maar in een context, die mogelijk meer geschoeid is op politieke voorkeur, dan op wetenschappelijke. Als je stellingen, suggesties of adviezen van de WRR verneemt, zoals in deze topic, dan moet dat in het licht van het bovenstaande statement beschouwd worden.
Dus techneuten met een ‘goede schrijfvaardigheid’ zijn er volgens mij nog steeds welkom. En ik vrees, tot het tegendeel blijkt, dat de politieke sturing er sterker is dan het onafhankelijk wetenschappelijke.
note:
Ik verkies mijn correspondentie buiten zicht te houden. Dick heb ik wel een kopie gegeven van een mail, waarin het bovenstaande statement traceerbeer te herleiden is.