Je zou toch denken dat in tijden van oplopende vleesprijzen en mogelijk dreigende schaarste aan vlees, mensen zich graag wenden tot het overvloedig voorkomende lokale wild? In Australië worden regelmatig grote aantallen kangoeroes afgeschoten omdat het er te veel dreigen te worden. Wild vlees dus, met weinig verzadigde vetten, vol ijzer, biologisch en ook nog eens in vrijheid opgegroeid. Geen sprake van de stigma's van grote dierhouderijen, mogelijke antibiotica en andere medicijnen of dierwelzijnsproblemen. En veel minder methaanuitstoot dan grote grazers.

Wat houdt de Australiërs tegen? Fuchsia Dunlop ging voor BBC News Magazine op onderzoek uit. Haar specialiteit is de Chinese keuken. Ook zij was geïntrigeerd door de constatering dat Australische chefs, die uitblinken in vooral met lokale en verse ingrediënten te werken, maar zo mondjesmaat kangoeroe op het menu zetten.

De eerste verkenningen bevestigen het beeld. Australiërs zijn dol op multicultureel eten en er zijn Griekse, Koreaanse, Chinese en Afghaanse restaurants. Maar geen kangoeroe op het menu. Dat vond Dunlop alleen in een restaurant dat gespecialiseerd is in inheems eten - daar blijken dan ook vooral toeristen op af te komen, zei de chef. Australiërs zelf zijn niet zo happig: "het is toch ons nationale embleem", zeggen sommigen. Anderen verwijzen naar de "Skippy factor". Deze populaire TV-kangoeroe uit de jaren '60 heeft er voor gezorgd dat veel Australiërs kangoeroe te schattig vinden om op te eten. Vergelijk het maar met de Bambi-factor.

Aboriginals hebben altijd kangoeroe gegeten, vooral de staart. De eerste Europese kolonisten aten het ook, uit noodzaak. Tot in de jaren '30 komt kangoeroe regelmatig voor in kookboeken, bijvoorbeeld als kangoeroesoep of 'steamer', een stoofgerecht van kangoeroevlees met gezouten spek. Met de toenemende trek naar de steden en het stijgen van de welvaart, raakte kangoeroevlees en andere zogenoemde 'bush tucker' uit de gratie. Men vond het niet 'sanitized' omdat het niet uit een slachthuis kwam, en men had ook het idee dat het vlees van aangereden dieren kwam. Dierenactivisten brachten bovendien het leed van afgeschoten moederkangoeroes met kleintjes in hun buidels onder de aandacht.

Dit alles heeft tot gevolg dat ruim 70 procent van het Australische kangoeroevlees geëxporteerd wordt - vooral naar Rusland. Maar er zijn inmiddels wel een aantal avontuurlijke chefkoks die met kangoeroevlees werken. Met name in de Chinese keuken - ruim vertegenwoordigd in Australië - vindt het lokale vlees gretig aftrek. Dunlop proeft over carpaccio van wallaby (het kleine neefje van de kangoeroe), roodgebraden wallaby-staart en roergebakken wallaby-tenderloin. Het smaakt haar allemaal uitstekend. Ze sluit haar reportage af met de verzuchting dat al deze mooie inspanningen hopelijk niet zonder gevolgen zullen blijven en dat in de toekomst Australiërs weer zullen kunnen genieten van een bordje kangoeroesoep.

Fotocredits: Michael Dawes
Dit artikel afdrukken