image

Vriendin van vriendin vertelt dat ze net in Rome is geweest. Meer nog dan van al die oude schoonheid is ze vól van de gefrituurde courgettebloemen die ze er at. Wat een belevenis was dat, dat ze daar die bloemen zomaar eten! Ze heeft gelijk, dat is het ook, en leuk dat een jong iemand (pas afgestudeerd in een of andere hogere communicatiekunde, met nét een eerste baan) zo onder de indruk is van die courgettebloemen. Die zou ze nu zelf ook wel eens willen maken, ze heeft al in haar collectie Italiaanse kookboeken gesnuffeld, en gezien dat je ze kunt vullen met ricotta. ‘Maar ik kan hier vast niet aan courgettebloemen komen,’ vraagt ze onzeker aan mij.

‘Dan moet je een relatie met je groenteboer beginnen,’ kan ik niet nalaten om plagerig te antwoorden. Het grapje valt niet helemaal goed. Ik bedoel het heus niet meteen sexueel, ik wil haar opvoederig uitleggen dat je niet aan een vreemde groenteboer bij wie je nog nooit geweest bent, om courgettebloemen kan gaan zaniken, dat kan alleen aan een vertrouwde. Moet die man speciaal voor jou soms een heel kistje meenemen van de groothandel? Terwijl hij niet zeker is van je terugkomst, en alle risico of hij klandizie zal hebben voor de rest van het kistje aan hem overlaat?
Het kwam er niet van om die uitleg te geven, want ze hád geen groenteboer waar ze graag en geregeld kwam, ze zou in haar eigen buurt niet eens een groenteboer wéten, bekende ze. Ik verschoot er even van toen het tot me doordrong dat ze vermoedelijk nog nooit een andere winkel had betreden dan ‘haar’ Albert Heijn.

Klopt het al, waar Rik Smits alarm voor sloeg, dat er al bijna geen gespecialiseerde winkels meer zijn? Het werd me verteld over Hoorn, en over Leeuwarden. De laatste groentewinkels zijn er verdwenen, er zijn alleen nog Turkse minisupermarktjes die een net wat beter assortiment groente hebben dan de grote supermarkten - maar wat toch een matig soelaas biedt als je naar een peer zoekt die te pruimen valt.
Valt het anderen ook op, vroeg Rik Smits op deze plaats dat alle kwaliteitskrant+rtv-medewerkers en consumentenonderzoekers in de veronderstelling leven dat “iedereen” alle boodschappen bij de supermarkt haalt, en het in die kringen volstrekt onbekend is dat er nog échte winkels bestaan waar je écht eten kunt kopen? Zijn analyse (inclusief zijn alarm dat die winkels waar ze kennis & liefde hebben voor wat ze verkopen, niet zo lang meer zullen bestaan), was recht troostrijk tot mijn hart gesproken, want de gedachte aan een touw en een haak wil mij nogal eens bevangen als ik op mijn pleidooien om etenswaren bij een fijne groenteboer (of slager, of kaaswinkel) te kopen, de reactie krijg dat normale mensen nu eenmaal ‘geen tijd’ hebben om “in kleine winkeltjes” of “bij kleine boertjes” te kopen. Ze zijn bijna beledigd dat ik ze die suggestie doe, alsof ik het heb over arme kruideniertjes of arme boertjes met treurige nerinkjes en verslofte waren...

Heb ik het gelezen of gedroomd: dat er in het kader van gezonder eten (en het gebrek aan animo daarvoor) in supermarkten is getest of geblinddoekte proefpersoon konden herkennen dat ze langs de groente en het fruit werden geleid? En/of dat die proefpersonen er (geblinddoekt) niet in slaagden de groente en het fruit te lokaliseren? (Ik moet leren om voor me te houden naar welke onzegbare schimmelige geuren een supermarkt ruikt. De term “Oude lucht” is al door Harry Mulisch gekaapt. Laat ik er niet meer over zeggen dan dat het er zeer ruikbaar is dat alle moderne HACCP hygiëne-eisen op de hysterische verpakkingen worden toegepast, en er niet toe hebben geleid dat de schappen van de supermarkten ooit een ouderwets & fris en lekker ruikend zaterdags sopje krijgen.)

Dat onderzoek, áls het heeft plaatsgevonden, sterkt me in mijn idee dat het het gebrek aan geur is, die het verdriet van het Voedingscentrum over de structurele daling van de g&f-consumptie geheel verklaart. Wollen supermarkt-Elstars, doorgaans al driekwart jaar in een koelhuis verstikt, éten niet. In de net-geplukte Coxen die je bij je fijne groenteman koopt zitten geheid lustopwekkende feromonen, zodat het geen moeite kost om de hele schaal leeg te eten. Hebben onze voedingswetenschappers en voedingsvoorlichters hier wel weet van? Kennen ze net als die Kassa-lui van Rik Smits niet anders dan het zieltogende, naar adem happende supermarkt-aanbod?

Die Coxen, nog een beetje té hard wellicht, maar reeds voorzien van de volle rinse sprankeling, had Frank Vork, een van die toegewijde groenteboeren waarmee Bussum is gezegend - nóg wel, want Frank is de laatste om te klagen (‘Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd’), maar om zijn puike prachtassortiment zó vol te houden zou het rechtvaardig zijn als hij véél meer fans had. Is dat omdat de gemeente, zoals overal, de supermarkten van gratis parkeerruimte voorziet, en de parkeertarieven in de straten waar zich nog echte middenstand bevindt, extra opschroeft?

Zouden stadsbestuurderen wel genoeg op de hoogte zijn van dat éne intelligente onderzoek (door stedebouwkundigen bij de VU, meen ik), dat ik beslist niet gedroomd heb? Het onderzoek wees uit dat de stadsbevolking in wijken zónder winkelcentra opvallend veel gezonder, althans minder dik bleek te zijn. Het noopte ze om hun fiets te gebruiken of hun winkels om de hoek lopend te bezoeken - wat in de frisgroene ‘gezonde’ buitenwijken met winkelcentra juist niet aangemoedigd wordt.

Daar heb ik het met Frank niet over gehad, wel over wat er bij hem te koop is, en wat de supermarkt beslist niet heeft. Hieronder volgen twee pagina’s uit mijn aantekenboekje, opgeschreven terwijl ik me verslikte in de sappigste, druipendste, oudhollandste en heerlijkste peer sinds een eeuwigheid: Sinjeur d’Aspère, en de bladzijden al meteen waren bespat door een zeer rijpe Italiaanse meloen: ouderwets-donkeroranje vruchtvlees met volle smaak die Frank tot bezinging van de verdwenen (‘gevlamde’) Hollandse ananas-, suiker-, net- en tijgermeloenen bracht. (Heeft de supermarkt iets anders/beters dan de waterige Galia?) Charentais of Cavaillon meloenen heeft hij ook.
Frank lepelde de lijst op, onder het doppen van verse doperwten door - die horen ook bij het lijstje-wat-de supermarkt niet heeft (‘gelukkig maar voor mij’).

- Reines Claudes. Zijn er nog andere pruimen die zo verbluffend naar marsepein smaken? ‘Maar het was wel het laatste kistje bij de groothandel.’
- Kwetsen.
- Witte uien.
- Zilveruitjes.
- Roma-tomaatjes, bitterzoet.
- Kokosnoten.
- Kweeperen (Italiaans, zeer groot).
- Kleine, stevige, diepdonkergroene en diepgele courgettes. (‘Biologische uit Italië, nog kleiner, hebben nog meer smaak, maar de groothandels hebben geen biologisch assortiment meer. Er zijn te weinig groenteboeren die voor smaak kiezen.’)
- Rode Lautrec knoflook.
- Siciliaanse muskaatdruiven.
- Gevlamde Borlotti-boontjes, halfgedroogd dat wil zeggen vers.
- Stoofappels Sweet Caroline.
-Turkse vijgen. (‘Schofterig lekker.’)
- Cantharellen.
- Trompettes de la Mort. -Peterseliewortels.
- Granaatappels (‘Ze barsten van vruchtbaarheid.’)
- Italiaanse platte peterselie (‘Ik ben doorgaans erg voor Hollandse producten, maar de Italiaanse heeft nog meer geur.’)
- Hazelnoten, vers, nog in hun lindegroene omhulseltjes.

Hoe ruikt een boomgaard in september? Ik herkende de lucht, want daar rook mijn keuken vanochtend naar.
P.S. Frank Vork Vers Service is zeer goed bereikbaar=afstapbaar per trein: de Vlietlaan nr 46 ligt pal naast het station Naarden-Bussum, uitgang zuidzijde.

Dit artikel afdrukken