LTO Nederland reageert op een overzicht dat in opdracht van Wakker Dier vandaag naar buiten is gebracht. Dit overzicht laat de ontwikkeling van het aantal zogenoemde megabedrijven zien in Nederland. LTO Nederland staat ook voor een diervriendelijke, duurzame veehouderij en dit geldt voor zowel de productiewijze als de producten zelf en het verdienmodel van de boeren. Veehouders werken dagelijks met de grootst mogelijke zorg voor hun dieren. Dit is niet afhankelijk van de omvang van het aantal dieren of de grootte van de stal.
Nieuwe wet- en regelgeving en marktomstandigheden hebben ertoe geleid dat bedrijfsuitbreiding al geruime tijd moeilijker is geworden
Terugverdienen
Consumenten, burgers en overheid stellen steeds hogere eisen aan de veehouderij. Dit zijn regels op het gebied van dierenwelzijn, diergezondheid en milieu. Om te kunnen voldoen aan deze extra, vaak bovenwettelijke eisen doen boeren extra investeringen. Om deze investeringen terug te kunnen verdienen en dieren extra ruimte in de stal te kunnen geven, is een bepaalde schaalgrootte soms nodig. Dit zijn zeer professioneel geleide bedrijven met deskundig personeel. Zij weten te voldoen aan de hoogst haalbare eisen op het gebied van dierenwelzijn, milieu en ruimtelijke omgeving.
Achterhaald
De megastallendiscussie die Wakker Dier nu oprakelt, vindt LTO Nederland om die reden achterhaald. Nieuwe wet- en regelgeving en marktomstandigheden hebben ertoe geleid dat bedrijfsuitbreiding al geruime tijd moeilijker is geworden. Boeren kiezen steeds vaker voor een bedrijfsstrategie van optimalisatie en vergaande verwaarding van hun producten waarbij meer aandacht voor het verdienmodel nodig is.
Wakker Dier heeft een overzicht laten maken door Wageningen Environmental Research naar de ontwikkeling van het aantal megastallen in Nederland in diverse veehouderijsectoren (vlees- en fokvarkens, melkvee, vleeskalveren, legkippen, vleeskuikens, melkgeiten). Het gaat om de periode 2010 – 2017 (1 april). Hieruit blijkt dat het aantal megastallen (definitie geformuleerd in rapport) sinds 2010 in Nederland aanzienlijk gestegen is van 456 naar 801 (+76%). De sterkste groei vond plaats in provincies met relatief weinig megastallen.
Jeanette van de Ven is LTO-bestuurder met portefeuille Gezonde dieren
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jeroen van Buuren
250 koeien in groep is niet te managen. die worden vast onderverdeeld in drie groepen om het overzicht te bewaren.
Als je dit wilt afremmen moet je zuiniger omspringen met de kleinere landbouwbedrijven.
Kleinere bedrijven worden als ze vrijkomen vaak niet meer voortgezet maar overgenomen door de relatief grote bedrijven die de rechten en de grond gebruiken en de dieren op een locatie zetten.
Het zou veel mooier zijn als ze vrijkwamen voor jonge enthousiaste boeren die van huis uit geen bedrijf hebben dat ze kunnen voortzetten. Een nieuwe generatie boeren geleid door enthousiasme en niet door de relatiebeheerder van de bank. (Een mens mag soms wat dromen)
De definities van wat wakker dier "Mega"noemt, mag je gerust met 4 vermenigvuldigen. Dan kom je in de buurt van wat echt mega is. Een melkveehouderij met 250 dieren is zo ongeveer een eenmanszaak tegenwoordig.
Vraag die bij mij naar boven komt n.a.v. bijdrage #2
Heeft dat als gevolg dat bijv. juist de beter leven kip en varken uit gemiddeld grote(re) stallen komen, zo niet Megastallen? Planet proof en andere melk concepten komt ook van de grotere bedrijven?
Uit dezelfde reactie van de onderzoekers:
Kwaliteit
In tegenstelling tot Wakker Dier vindt Van Os dat de nieuwe cijfers over megastallen weinig nieuws bevatten. ‘Het patroon is duidelijk. Het zou pas echt nieuws zijn als boeren op grote schaal investeren in extra kwaliteit en toegevoegde waarde, zoals het Beter Leven keurmerk, in plaats van in schaalgrootte. We zouden die groei van kwaliteit ook moeten bijhouden.’
Ben ik toch wel een beetje benieuwd naar de mate van verbetering in welzijn per dierhouderij in een nieuwere stal.
“De cijfers kloppen, maar ze zijn wel uit hun verband gerukt,” zegt Jaap van Os, één van de onderzoekers van de WUR die de Wakker Dier-cijfers opstelde.
Volgens Van Os staan er jaarlijks 150.000 melkkoeien, zo’n 9% van de melkveestapel, in megastallen van meer dan 250 koeien. Een kwart van de legkippen leeft in megastallen (meer dan 120.000 kippen) en 12% van de vleeskuikens (220.000 kippen). Ruim 7% van de vleesvarkens brengt zijn leven door in een megastal (meer dan 7.500 varkens) en 29% van de zeugen (1.200 varkens). Alles bij elkaar telt dat op tot 75 miljoen dieren per jaar in Nederlandse megastallen, waarvan 74 miljoen kippen.
Van Os merkt bovendien op dat het aantal megastallen geleidelijk groeit en niet per definitie slecht voor de dieren uitpakt: “De megastallen zijn nieuwe stallen en die moeten voldoen aan strengere eisen op het gebied van welzijn en stalklimaat. Punt is wel dat veel boeren alleen kunnen vernieuwen als ze die vernieuwing combineren met een schaalsprong.”