Terwijl Oekraïne lang tijd flirtte met Europa om zijn landbouwpotentieel beter te kunnen benutten, staakt het land nu toch die politiek. Dat werd vorige week duidelijk.

In een vraaggesprek met Le Monde geeft Arnaud Dubien, directeur van het Observatoire franco-russe dat gefinancierd wordt door de Frans-Russische Kamer van Koophandel, zijn analyse van hetgeen de doorslag heeft gegeven voor de keuze van Oekraïne. Het land zou wel degelijk meer bij het Westen van Europa willen horen. Omdat echter sinds 2005 sprake is van een Europa-moeheid en tegenzin tegen verdere uitbreiding van de EU én Frankrijk en Nederland - de twee bepalende landbouwstaten van de EU - tegen Europa kozen bij hun EU-plebiscieten, realiseert het land zich dat het toch thuishoort in de Russische invloedssfeer.

Vermoedelijk zijn Europese boeren blij. Oekraïne kan veel produceren tegen aanmerkelijk lagere kosten dan West-Europa. Exporteurs van industriële goederen zijn minder opgelaten omdat voor hen de grenzen minder open gaan en ze dus elders afzet moeten zoeken voor hun krimpende markt in de EU zelf.
Dit artikel afdrukken