De Rode Hoed zat gisteravond vol boeren. Sommigen van hen waren al om vier uur opgestaan om de koeien nog vroeger dan gewoonlijk te melken om op tijd in Amsterdam te kunnen zijn. Ze hoopten op een duidelijk antwoord van Sharon Dijksma op de vraag "Waar gaan we heen in 2015 als de melkquota verdwijnen?" Om het wijzigende beleid op te vangen, willen zij groeien.
De staatssecretaris kaatste de bal terug. Nog twee jaar heeft de melkveehouderij om het mestoverschot op orde te krijgen, anders stappen we in 2015 over naar een systeem van (verhandelbare) dierrechten voor het melkvee, net zoals nu bestaat voor varkens en pluimvee. Dijksma ziet het liever niet zover komen, maar het is een manier om het totale aantal dieren - en dus de mestproductie - te beperken.
Hoop op biogas
De avond had drie sprekers. Piet Boer, voorzitter van Friesland-Campina en melkveehouder, hield een lofrede op de melkveehouderij als internationaal boegbeeld van de Nederlandse landbouw. Volgens hem heeft de sector in de afgelopen jaar grote verbeteringen gerealiseerd op tal van duurzame aspecten en kan zichzelf prima bijsturen. Zo werd het gebruik van kritische, 4e-generatieantibiotica in één jaar tijd met 99% teruggebracht. Kringlopen en gezonde grond blijven de basis voor een gezonde melkveehouderij. Voor het mestprobleem vestigt hij zijn hoop op biogas en de kringloopwijzer.
'Dier op voetstuk'
Jan Staman, directeur van het Rathenau Instituut, trok de registers van de klassieke retorica open en wond de zaal rond zijn vinger, ondanks zijn abstracte thema. Hij sprak over de maatschappelijk perceptie van technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen, en spitste zich toe op de veehouderij. De kern van zijn boodschap: de veehouderij geniet nu een groot institutioneel vertrouwen. Dat is goud waard. Dierenwelzijn is de sleutel om dat te behouden: het dier moet op een voetstuk geplaatst blijven. Al het andere interesseert de burger veel minder.
Cultuurlandschap als imago
Tot slot van de avond zette Sharon Dijksma, staatssecretaris van Economische Zaken, haar visie voor de Nederlands landbouw uiteen. Ons land moet aan de top blijven, verduurzamen, meer produceren met minder grondstoffen, voedselverspilling terugdringen, verdienmodel boer beschermen, een verantwoordelijke consument. Daarna kwam ze op de veehouderij. Koeien in de wei zijn goed voor zowel het product, het dier, het cultuurlandschap als het imago van de sector. Ze is dan ook blij dat de sector zelf het grondgeboden karakter wil behouden en de kringloop zoveel mogelijk wil sluiten op het bedrijf.
Stok achter de deur nodig
In de aansluitende discussie komt echter al snel het hoofdpijndossier op tafel: het mestbeleid. Als de sector zelf niet met een doeltreffende aanpak komt om de mestuitstoot te beperken, worden in 2015 dierrechten ingevoerd. Een biologische boer wijst erop dat er weliswaar een mestoverschot, maar nauwelijks goed bruikbare mest is. Als je mest laat rijpen in plaats van rotten, is het een waardevolle voedingsstof, zeker gezien het tekort aan organische stof in de akkerbouw. Een andere melkveehouder stelt dat de forfaitaire waarden voor mest niet meer overeenkomen met de werkelijke inhoud van de mest - die ligt veel lager. Dijksma meldt dat ze deze dag met LTO heeft gesproken, en er komt een werkgroep om met de kringloopwijzer aan de slag te gaan: daarmee zouden realistische waarden voor de mest per bedrijf berekend kunnen worden. Volgens sommige melkveehouders in de zaal zou daarmee het hele mestprobleem van de kaart zijn. Een varkenshouder en een melkveehouder stellen dat grondgebonden landbouw, in combinatie met de verplichting om vooraf een bestemming voor je mest aan te geven, voldoende zijn om het mestprobleem op te lossen. "Jullie willen geen stok achter de deur" verwijt Dijksma een melkveehouder van LTO op zeker moment, waarop hij toegeeft: "Ja, die stok hebben we als sector wel nodig."
Weg naar wensbeeld niet duidelijk
Na afloop reageert Nils den Besten, een jonge melkveehouder uit Brandwijk:
"Het verwarrende van de avond was dat er twee discussies door elkaar liepen. Grondgebondenheid is niet de oplossing voor het mestprobleem, want van grondgebondenheid an sich wordt je niet efficiënter in je mineralengebruik. Maar niemand wil een bedrijf met 1000 koeien zonder grond. LTO, FrieslandCampina en de staatssecretaris hebben allemaal aangegeven dat ze dat niet wenselijk vinden. Niemand maakt zich er echter hard voor. We delen met z'n allen een duidelijk wensbeeld voor de toekomst, maar we hebben nog niet helder hoe we daar willen komen. "
Joris Lohman, voorzitter van de Youth Food Movement Nederland: "Het was een agrarisch getinte avond, waardoor de vragen van stadse bezoekers wat wegvielen. Sharon Dijksma heeft zich echt uitgesproken vind ik: voor een goede prijs voor de boer, voor smaak, tegen voedselverspilling. De Chinese reclame voor Nederlandse zuivel, die Piet Boer liet zien, vond ik erg opvallend. Het toont een idyllisch boerenlandschap zoals je altijd op de pakken van FrieslandCampina ziet. Maar de Chinezen hebben twee personen in witte laboratoriumjassen aan het plaatje toegevoegd. Dat laat een mooi paradigmaverschil zien."
Lasca ten Kate, Stichting Mooie Maaltijd: "Ik vond het verhaal van FrieslandCampina over dierenwelzijn niet erg concreet. Ik zie daar toch een conflict met het bedrijfsbelang om zoveel mogelijk productie uit een dier te halen. Het verhaal van Sharon Dijksma was heel politiek correct, maar ik mis inzicht en maatregelen bij de overheid om die verduurzaming te stimuleren. De overheid mag meer moed tonen en normen stellen. Wat ik erg positief vond, was de open communicatie tussen Dijksma en LTO. Dat is verfrissend."
Jan Uijttewaal, bestuurder bij FrieslandCampina: "De staatssecretaris stelde dat het verdienmodel van de boer beschermd moet worden, juist bij duurzame productie. Maar in de praktijk werkt de overheid dat tegen. Het verdienmodel beschermen, dat is wat wij als coöperatie proberen te doen. Zo kunnen we een beetje tegenwicht bieden aan de macht van de supermarktinkooporganisaties. Maar hierin worden wij tegengehouden door de mededingingsautoriteit. Het zou goed zijn als die niet alleen aan de belangen van de consument denkt, maar ook aan die van de boer."
Fotocredits: Joris Lohman
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#97 volstrekte onzin of is er sprake van andere verhoudingen misschien?
Ik had nog beloofd Frits' vragen te beantwoorden:
Hoe en met welke criteria wil jij grondgebondenheid invullen? Of denk jij en LTO echt dat de melkveehouderij zonder enige inspanning grondgebonden blijft?
Zonder inspanning wordt de trend van intensiveren doorgezet, dat zijn we eens. Dus er is sturing nodig, dat vinden wij ook. De criteria moeten recht doen aan 1) logische verhoudingen binnen melkveebedrijven én passen bij 2) de milieudoelen waar de sector voor staat. Dan gaat het mij in eerste instantie om stikstof (50 mg nitraat en KRW-doelen staan dan voorop), fosfaat (evenwichtsbemesting in 2015) en klimaat (30% reductie overige broeikasgassen 2020 tov 1990).
Daar rollen forfaits oftewel normen uit per dier of per hectare. Helaas niet één getal. Dát is de belangrijkste reden voor ons om te zeggen, laat die ondernemer zelf doelgericht sturen. We weten allebei wat voor ellende er komt van gemiddelde normen en als je de doelen niet haalt met de kaasschaaf erover. Daarmee is de huidige situatie van gedemotiveerde boeren ontstaan, terwijl het ten tijde van Minas wél ging. Dus in mijn beleving is grondgebonden een minimumscore voor een aantal posten op de mineralenbalans die corresponderen met de milieudoelen.
De vraag is, waarvoor je de Kringloopwijzer wil gebruiken.
Voor verbetering van je management of om je te verantwoorden naar je afnemer (B2B) is de Kringloopwijzer uitermate geschikt.
Daar zal de Kringloopwijzer ook voor gebruikt worden
Maar als instrument om de omvang van de mestproductie van de (melk-)veehouderij te beheersen, is de Kringloopwijzer nog niet geschikt.
Zie boven, dat hoeft ook niet. Generieke normen en specifiek ruimte bieden bij aantoonbaar betere resultaten. De tool levert wel de data om dat te monitoren.
Welk achterliggend doel streef jij en LTO na met het gebruik van de Kringloopwijzer?
Inzicht in mineralenstromen op het bedrijf als managmenthulp, dat allereerst. Daarnaast de complexe samenhang van de verschillende mineralen in beeld brengen (N,P,C) zodat er beter integraal gewerkt kan worden. Afwenteling ligt anders levensgroot op de loer, van de regen in de drup. Tot slot output op basis van bedrijfsgetallen, waarmee meerdere partijen en toezichthouders vanuit 1 boekhouding bediend kunnen worden. Nu op het lijstje rijksoverheid, waterschap, gemeente, EU (glb). Geen tig mappen in de kast maar één overzichtelijke rapportage en minder controleurs.
Dit deel onderschrijf ik volledig
- Geen enkele reden om minder koeien in Nederland te willen. De melkveehouderij heeft een ijzersterk imago, maar er is wel sprake van enige roestvorming; met name de huidige tendens tot intensivering welke op een klein aantal bedrijven heel sterk doorzet. Om te voorkomen dat de melkveehouderij 50 jaar later de varkens- en pluimveehouderij achterna gaat, heeft CLM enkele bijdragen geleverd ten behoeve van een grondgebonden melkveehouderij.
In ons beeld (CLM, melkveehouders en enkele adviseurs) kun je inderdaad veel meer melk produceren op grasland dan op bouwland. Dit blijkt ook uit de gebruiksnormen in het huidige mestbeleid. Meer gras zorgt er overigens ook voor dat de (beperkte) sojabehoefte van de melkveehouderij verder afneemt.
Wij willen er geen varkens uitknikkeren. Maar als de varkenshouderij de competitie met de melkveehouderij op de Nederlandse markt van voer, mest en grond verliest, dan zal deze sector krimpen. Overigens is niet uitgesloten dat de Nederlandse varkenshouderij de internationale concurrentie verliest. Dat is de 'tucht van de markt' waar LTO toch niet op tegen is?
Wiebren: "Daarnaast kijken we bij LTO wel naar de samenhang tussen sectoren en zijn ze in onze beleving wel degelijk communicerende vaten." Dat is sinds de invoering van het melkquotum natuurlijk volstrekte flauwekul. In de agrarische geschiedenis zag eerder die communicerende vaten tussen akkerbouw en veeteelt wel. Sinds de invoering van het melkquotum is dat geblokkeerd.
@Boy Je stelt dat melkrobots leiden tot minder ontstekingen. Is daar onderzoek naar gedaan?
Ik vind berichten als deze toch niet bepaald geruststellend.Mastitis lijkt me niet een te veronachtzamen probleem.
Is er misschien ook meer bekend over de relatie weidegang/grondgebonden-melkrobots?
En is er al een nieuwe richtlijn voor droogzetten?
@Frits en @Wouter het porretje heeft in ieder geval geholpen om de discussie weer wat meer 'down to earth' te krijgen, dank voor jullie reacties. Later vandaag zal ik de vragen van Frits aan LTO/mij beantwoorden. Natuurlijk zijn er nu al diverse grenzen cq milieu-eisen die zijn te vertalen in maximaal zoveel dieren per hectare en daarnaast is de ontwikkeling van veel melkveebedrijven er een van grondgebondenheid als basis. Ik ben het er mee eens dat je die drive moet vasthouden en versterken. Dat betekent impliciet dat 'footloose' en misschien zelfs wel 'feedloose' bedrijven ongewenst zijn. Verbieden kan alleen de maatschappij/overheid.
De laatste oproep van Frits is al werk in uitvoering, dus ik vat dat maar even op als een aansporing om vooral op die lijn door te gaan, ook CLM is daar al bij betrokken.
Daarbij wordt uitgegaan van een ontwikkellijn waarin gemikt wordt op verhogen van de benutting van mineralen (van voer tot mest en van mest tot (ruw)voer). Wat niet nodig is niet importeren, liefst ook niet exporteren omdat er niets overtollig is.
Daarnaast kijken we bij LTO wel naar de samenhang tussen sectoren en zijn ze in onze beleving wel degelijk communicerende vaten. Al kan per sector verschillen hoe de routes gekozen worden, sluiten we niet bij voorbaat een sector uit. We zijn georganiseerd over alle takken van sport, ondanks geluiden zoals die van @Piet waarin gesuggereerd wordt dat er gekozen wordt voor alleen melkvee en de rest alleen maar leuk is om contributie te collecteren. Tijdje geleden dat ik Calimero nog op tv heb gezien
@Boy, mijn #84, was als stelling bedoelt. Ik heb geen verstand van melkvee.
@Frits, uiteindelijk gaat het natuurlijk om mineralen kringlopen. Zij er analyses waarbij de mineralen kringloop tussen de verschillende sectoren wordt bekeken? "Melkveehouders die structurele verbintenis aangaan met akkerbouwers over grondgebruik", dat geldt toch ook voor varkenshouders? De competitie tussen melkveehouders en varkenshouders is er toch een van communicerende vaten? In de basis gebruiken ze toch allebei inputs als kunstmest (indirect via voer), water en land. Maar varkens kunnen weer reststromen uit de voedselverwerkende industrie gebruiken. Een koe heeft als voordeel gras te kunnen verwerken.
Zou CLM daarom inderdaad niet moeten pleiten voor 'melkveehouderij mag uitbreiden, mits de melkveehouder zelf voldoende grasland heeft om zijn koeien te voeren'? 100% grond gebonden in Nederland dus?