imageUitvinding? Vast niet. Maar ik wil iets met u delen. In sommige dieren uit de zee zit veel meer smaak dan je wist.
Garnalen. In mijn huishouden komen alleen ongepelde garnalen binnen, nooit Albert Heijntjes uit Marokko met benzoezuur tegen bederf. We pellen ze, grijze garnalen, en eten de met niets vergelijkbaar zo lekkere staartjes. De pellen gingen naar de kippen. Tot ik bedacht dat er nog wat mee kan.
Ik trek er een bouillon van. Goed spul. Maar er moet meer uit te halen zijn. Ik heb twee pureeknijpers. Een van Ikea, prima, en een professionele, ook goed.
Zo moet je het doen. Verse pelgarnelen kopen en genieten van de staartjes. Het afval meteen na de pellerij in een pan op laag vuur. Als het gaat dampen, geef de prut dan nog drie kwartier.
Dan door een zeef en de bouillon opvangen.
Maar let op. Nu moeten de garnalenkoppen en ander afval van de pellerij in de pureeknijper. Je hoeft niet meer naar het fitnesscenter, je hebt alle kracht nodig om de pellen helemaal leeg te persen. Dat is het geheim van een geweldige smaak.
Het troebele vocht uit de knijper moet bij de bouillon en op het laagste vlammetje indampen tot je nog ongeveer een theekopje vol hebt. Zo een begin van een soep is nergens te koop en een sensatie.
Dit artikel afdrukken