De definitie is tot stand gekomen dankzij de inspanningen van een brede werkgroep waarin ambtenaren, lobbyisten, de Bund für Lebensmittelrecht und Lebensmittelkunde en de VEBU, de Duitse tak van de European Vegetarian Union (EVU) samen de nu voorgestelde definities hebben ontwikkeld.

Consumentenwantrouwen
Consumenten kunnen er dankzij de invoering van de definities zeker van zijn dat de producten die ze kopen volgens bepaalde wijzen geproduceerd zijn. Voor fabrikanten en retailers betekent de formele omschrijving dat ze een solide basis hebben om hun producten te verbeteren. Het gebrek aan eenduidige definities heeft er, volgens de EVU, tot nu toe toe geleid dat vego-consumenten geen vertrouwen hebben in bewerkte producten.
Sinds 2011 vraagt de EU Food Information Regulation de Commissie om de informatie-richtlijnen voor vegetarische en veganistische levensmiddelen op te stellen, tot dusver zonder resultaat. De VEBU hoopt dat het Duitse initiatief de Europese Commissie tot verdere stappen beweegt.

Op dit moment bestaat al het (vrijwillige) 'V label', dat door zo'n 800 bedrijven, waaronder Aldi, Alpro, FrieslandCampina, Spar en Unilever gebruikt wordt. Het ‘V label’ helpt een deel van dit wantrouwen bij consumenten weg te nemen. Toch heeft de consument behoefte aan duidelijke en rechtsgeldige etikettering.

Definities
De definitie luidt - iets ingekort - als volgt: Veganistische levensmiddelen hebben geen dierlijke oorsprong en bij geen enkele stap in de productie of verwerking is er gebruik gemaakt van ingrediënten (waaronder additieven, vulstoffen, smaakstoffen en enzymen), technische hulpstoffen of andere stoffen die in bewerkte of onbewerkte vorm van dierlijke oorsprong zijn.
Voor vegetarische producten geldt hetzelfde maar mag tijdens de productie gebruik gemaakt worden van melk, colostrum (biest), eieren, honing, bijenwas, propolis en wolvet (inclusief lanoline).
Dit artikel afdrukken