In The Scientist geeft Amy Coombs een huiveringwekkende update over consequenties van het gebruik van glyfosaat. Wereldwijd blijken 23 belangrijke onkruidsoorten al glyfosaatresistent. Voorbeelden zijn kochia, dat in Canada al honderden hectaren heeft 'besmet', en Palmer pigweed dat in de VS oprukt in soja- en katoenvelden. Wereldwijd is bijna 7 miljoen hectare met landbouwgewassen glyfosaatresistent.
Hoewel er geen sprake is van een echte ramp, merken boeren het wel in hun portemonnee: opbrengsten lopen terug en soms is er geen andere optie dan de overgroeide velden maar op te geven. De nu gemelde soorten zouden overigens wel eens niet meer dan het topje van de ijsberg kunnen zijn: er wordt pas gesproken van resistentie als een plant vier keer zoveel glyfosaat weerstaat als de normale bestrijdingsdosering. Er zijn ook onkruiden die een lagere dosering nog wel overleven en wel degelijk ook schade veroorzaken, maar nog niet resistent heten.
Een bacterie kan zich iedere 20 minuten vermenigvuldigen, en bij iedere reproductie kan een genmutatie plaatsvinden. Planten evolueren veel langzamer, en daarom lijkt het optreden van resistentie bij planten veel onwaarschijnlijker. Glyfosaat werkt in op het zgn. EPSPS enzym van een plant. Gedacht werd dat het dit enzym uitschakelde waardoor het onkruid zich niet meer kon vermenigvuldigen en dus afsterft. In de praktijk blijkt het niet zo simpel te zijn. Juist de brede inzet van glyfosaat zorgde ervoor dat er heel veel onkruid mee in aanraking kwam, en er dus ook heel veel onkruid de kans kreeg zich aan te passen en resistent te worden. En vervolgens als resistente variant verder te woekeren.
Glyfosaat is sinds de jaren '70 op de markt. Het gebruik stijgt nog steeds. Sinds de introductie van speciale versies voor genetisch gemodificeerde rassen is het gebruik sterk toegenomen. In 1996 introduceerde Monsanto Roundup Ready soy and canola, dat boeren rechtstreeks over hun velden konden sproeien zonder hun oogstgewassen te beschadigen. Daarna volgden al gauw versies voor genetisch gemodificeerde katoen en mais. In 2001 groeiden deze gewassen op miljoenen hectaren. En daar staken de resistente onkruiden de kop op. Glyfosaat-resistente akkers kun je volgens Monsanto het beste bewerken door nog een ander herbicide, met een andere werking, te spuiten.
Wetenschappers denken daar wat anders over. Een plant heeft verschillende manieren ontwikkeld om zich te beschermen. Onlangs werd ontdekt dat een plant het bestrijdingsmiddel kan concentreren in zijn vacuoles, waar het verder geen kwaad doet. Of het kan extra veel van bepaalde enzymen aanmaken, zodat er altijd 'overcapaciteit' is als er een bestrijdingsmiddel wordt ingezet. Of zelfs verschillende varianten van zo'n belaagd enzym aanmaakt.
De verschillende mogelijkheden geven aan dat de kans op het ontwikkelen van resistentie veel groter is dan oorspronkelijk gedacht. Ook de ontwikkeling van resistentie tegen meer dan één bestrijdingsmiddel lijkt daarmee een feit. De eerste multi-resistente onkruiden zijn al gesignaleerd.
Wie gaat deze wedloop winnen? De genetische modificeerders en zaadontwikkelaars? De bestrijdingsmiddelenfabrikanten? The next wave of genetically modified seeds will be the ultimate experiment, says Bill Freese (Center for Food Safety, Washington, DC, red). Monsanto is developing crops that can be simultaneously sprayed with glyphosate and the herbicide dicamba. Dow AgroSciences plans to market genetically engineered corn seeds resistant to both glyphosate and the herbicide 2,4-D; the US Department of Agriculture is reviewing the technology this summer. “Just as we had an increase in glyphosate [use] after Roundup Ready crops were released, we may soon see a huge increase in 2,4-D,” Freese says. “In our view, this will also lead to weeds with multiple resistance to 2,4-D and glyphosate.”
Het wordt wel heel ingewikkeld. Moeder Natuur zou uiteindelijk iedereen wel eens te slim af kunnen zijn.
Fotocredits: tpmartins
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
En als de economische pleuris echt goed uitbreekt, moeten we wel terug naar kleinschaligheid. Dat lost de meeste, zo niet alle, problemen heel mooi op.
Goed de handen uit de mouwen om zelf je eten te verbouwen werkt heel verfrissend voor lichaam en geest. Weg met de oordopjes en draagbare schermpjes die alleen maar een nep-wereld voor de geest toveren.
Even zorgelijk is het dat Monsanto in Europa ook hard bezig is om gentechgewassen te introduceren. Ook in Nederland heeft dit bedrijf al overnames gedaan.
Wereldwijd heeft het chemieconcern Monsanto 25 % van de zaai-en pootgoedmarkt in handen. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf drie grote internationaal opererende zaaigoedbedrijven in Nederland opgekocht: De Ruiter Seeds, Western Seed en Seminis. Daardoor beheerst Monsanto nu ook de wereldmarkt voor groentezaden. Daarnaast is Monsanto marktleider in genetisch gemanipuleerde soja, mais, suikerbieten en katoen en hebben ze een groot marktaandeel in de verkoop van pesticiden naast herbicides. Boeren en tuinders worden steeds afhankelijker van grote zaadbedrijven. Gentechkoolzaad in Canada is inmiddels zo breed verspreid, dat de teelt van gentechvrij koolzaad in dat land onmogelijk is geworden.
Ook de ethiek van dit bedrijf staat ter discussie. Alleen al het feit is opmerkelijk dat genoemd bedrijf groot is geworden met chemisch wapentuig zoals Agent Orange waar mensen in Vietnam nog altijd de gevolgen van moeten dragen. Het produceren van PCB's, het kapotprocederen van boeren, de lobby in de EU om het kwekersrecht te ontnemen en gengewassen op dit continent te introduceren.
Onvoorstelbaar dat dergelijk concerns greep krijgen op ons voedsel. Het gebeurd allemaal onder onze neus. Om over de afname van biodiversiteit hierdoor maar niet te spreken. Alhoewel; er komen nu nieuwe soorten onkruiden bij............
Dit allemaal onder het mom om voedselproductie te stimuleren om zo de honger en klimaatverandering de baas te worden.
Hier een mooi documentaire uit Belgie
Beste Frank, jouw mening en die van mij en Gerard sluiten elkaar niet uit.
[Als je vindt van wel dan hoor ik graag waarom]
Vanaf de jaren '60 toen duidelijk werd dat o.a. DDT heel persistent was (het boek Silent Spring van Rachel Carson beschreef een toekomstig voorjaar waarin er geen vogels meer zouden zingen) is onderdeel van de toelatingsprocedures dat bestrijdingsmiddelen afgebroken moeten kunnen worden in het milieu.
Het gevolg is niet altijd gunstig. Een stof als imidacloprid de werkzame stof van een zaadontsmettingsmiddel is weliswaar voor bacteriën of andere micro-organismen redelijk eenvoudig af te breken, maar dat geldt dan niet automatisch voor hogere organismen. Zo zijn bijen er extreem gevoelig voor. En dat is dan geen wonder omdat het werkzaam is tegen bodeminsecten.
De huidige bestrijdingsmiddelen grijpen zeer specifiek in in bepaalde processen. Bij heel lage doseringen - bijv 30 gram per hectare tegenover 1 tot 10 kg van oudere middelen - zijn ze al werkzaam.
Juist door die heel specifieke werking is er gevaar voor zowel resistentie als voor sterk nadelige effecten.
daarnaast is dus ook het - nog - sterk onderkende probleem van oprukkende superschimmels.
http://www.warenwelenwee.nl/algemene info_pesticiden.html
dus
want de link werkt niet