De Europese richtlijnen voor het samenstellen van macro-economische indicatoren schrijven voor dat alle economische activiteiten moeten worden beschreven. Daarom neemt het CBS sinds 2014 ook eens per 5 jaar 'informele activiteiten' mee in de ramingen van de nationale rekeningen voor Nederland, zo ook dit keer bij de revisie van de nationale rekeningen over 2021.

Het CBS schat de omvang van de illegale economie op basis van diverse bronnen. Directe informatiebronnen zoals registers en enquêtes ontbreken, dus gebruikt het CBS indirecte bronnen zoals politierapporten, douane-informatie over inbeslagnames en rapporten van onderzoeksbureaus. Daarnaast worden gegevens verzameld via rioolwateronderzoek en gesprekken met deskundigen.

De totale toegevoegde waarde van illegale activiteiten binnen de Nederlandse economie bedraagt in 2021 volgens het nieuwe CBS-onderzoek €4,5 miljard. Dit is 0,5% van het bbp.

De productie en handel in cannabis voegen de meeste waarde toe aan de economie, gevolgd door activiteiten op het gebied van cocaïne en synthetische drugs. Rondom deze illegale activiteiten gaat echter veel meer geld om dan wat aan de Nederlandse economie wordt toegerekend. Vooral de verdiensten uit handel in en/of productie van cocaïne en synthetische drugs slaan in het buitenland neer.

Zo wordt binnen onze landsgrenzen voor €10,7 miljard aan cocaïne verdiend, maar maakt hiervan slechts €1,2 miljard deel uit van het Nederlandse bbp. De rest wordt - conform de Europese richtlijnen - toegerekend aan opdrachtgevers in het buitenland. Naast cocaïne werd in Nederland in 2021 €3,2 miljard verdiend met synthetische drugs, waarvan €2,2 miljard naar het buitenland verdween. Cannabis, prostitutie en illegale tabakshandel droegen €2,4 miljard euro bij aan de Nederlandse economie.

De invoer van cocaïne binnen Nederlandse landsgrenzen wordt geschat op bijna 420.000 kilo met een invoerwaarde van €6,4 miljard. Dat is inclusief €1,6 miljard voor inbeslaggenomen cocaïne, aldus het CBS. Deze inbeslaggenomen cocaïne levert geen waarde meer op in de verdere handel.

Om het aandeel van de binnenlandse consumptie te schatten, zijn rioolmetingen door het KWR (Kiwa Water Research) in grote steden gebruikt. Op basis van deze metingen komt de schatting van de binnenlandse cocaïne-consumptie uit op 8.500 kilo pure cocaïne, wat met versnijdingsmiddelen oploopt tot 12.000 kilo. De consumptiewaarde van deze 12.000 kilo cocaïne is €618 miljoen. De cocaïne die niet in Nederland wordt geconsumeerd, wordt uitgevoerd naar het buitenland. Belangrijke markten zijn Duitsland, Scandinavië, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Turkije, het Midden-Oosten en Australië. Het CBS schat dat 80% van de uitvoer binnen Europa blijft. De totale uitvoerwaarde wordt geschat op bijna €16,5 miljard.

Voor cannabis geldt een ander verhaal. Cannabis wordt immers lokaal en veel kleinschaliger geproduceerd dan andere drugs. Het CBS baseert de raming van de cannabisproductie en -handel ook op rioolwateronderzoek van het KWR, aangezien inbeslagnamecijfers als minder betrouwbaar worden beschouwd. Nederland bedient naar schatting 10 procent van de Europese cannabismarkt, er wordt dus minder cannabis geëxporteerd en het grootste deel van de winst blijft in Nederland. In cijfers blijft van de €1,6 miljard verdiensten aan cannabis €1,4 miljard in Nederland.
Dit artikel afdrukken