Uitnodigen: een gezelschapsspel dat te weinig uit de kast wordt gehaald. Ik pleit voor meer gaan eten bij elkaar. Maar dan als daad van liefde, niet uit prestatiedrang.

Vlamingen, zo schrijft men wel eens in blaadjes voor expats, zijn stuurs en teruggetrokken, men komt er nauwelijks de voordeur voorbij. Bij expats, zeker die van de grote internationale organisaties, gaat dat anders. Men is jarenlang ver van familie en oude vrienden, dus zoekt men toenadering tot lotgenoten en/of locals. Dat zijn dus, naast wat clubbing, etentjes bij elkaar thuis. In groep of als koppel. Ik heb het jarenlang mogen beleven.

Snurken
Nu is er, als ik Knack mag geloven, een nieuwe manier van ‘mensen ontvangen’ ontstaan onder invloed van kooklessen en televisieprogramma’s. Hier gaat het om showevenementen. Men nodigt mensen uit voor een avondje “kijk eens wat ik kan.” Dat is zoals vroeger een avondje dia’s bekeken werden. Jonge mensen kennen dat niet meer, maar dia’s waren foto’s die men op een scherm projecteerde, wat gebeurde met een projector (nu zegt men ‘beamer’) en je werd een avond geëntertaind met plaatjes van oorden waar je nooit was geweest en waar je zeker nooit meer naartoe wou na zo’n avond. Meer dan eens sprong de lamp of smolten de dia’s door een te hoge hitte in de projector. Dan zag je tante Zoë in een felle gloed wegbranden op het strand van de Costa Brava of Nonkel Achilles in gas opgaan op de hellingen van de Etna. Wraak kan zoet zijn. Mijn vader lag meestal bij de vijfde dia al te snurken, want het licht was uit.

Liefde & de vaat doen
Showkeuken is vergelijkbaar. Je zit als gast te wachten, moederziel alleen, omdat de gastheer en/of -vrouw gevaarlijke toeren aan het uithalen is in de keuken. Conversatie is onmogelijk, je gasten/gastheren zie je niet of je hoort ze achter de keukendeur vloeken waar het eten blijft tot het laatste à la minute dessertje op borden is geschikt, net voor je weer weg moet, want samen druppels drinken na de koffie is niet meer van deze tijd. In plaats van vrienden te ontmoeten, zie je stresskuikens heen en weer hollen. Ga erbij zitten en maak van inviteren (weer) een vriendenfeest, desnoods buiten op terras of in de tuin. Het mooie seizoen komt eraan.

Eten maken voor iemand is een daad van liefde. Ik ben vergeten wie schreef: “iemand thuis ontvangen is gedurende enkele uren de verantwoordelijkheid nemen voor zijn geluk.” Meer moet dat niet zijn. Wie je komt bezoeken, komt in de eerste plaats voor het gezelschap, niet voor het eten. Het is hartverwarmend hoe dankbaar ‘eenzamen’ (studenten op Erasmus, professionals die net in Brussel neerstreken, vers gescheiden singles...) kunnen reageren wanneer ze worden uitgenodigd om te komen eten. Niet voor een formeel diner (en die kandelaar in het midden is helemaal fout), maar gewoon voor dagelijkse kost. Achteraf staan ze erop om de vaat te doen.

Vooraf
Onder vrienden wordt het lol trappen: ik heb ooit nog een Schotse maaltijd georganiseerd die eindigde met Highland Games in de tuin. Thema’s doen het altijd goed. Iedereen brengt, bijvoorbeeld, een schotel mee die de naam draagt van een heilige: van Saint-Germain (erwtensoep) naar Saint-Honoré gebak – een Saint-Emilion is er snel bij geschonken.
Let op het aantal genodigden: “nooit minder dan de gratiën (drie) of meer dan de muzen (negen)” zeggen de Fransen. Moderner is: nooit meer dan twaalf in totaal. De meeste mensen hebben geen bestek voor meer dan twaalf, of geen plek aan tafel. Ook is twaalf het redelijke maximum waar een huiskeuken voor kan koken. Wij waren ooit deel van een eetgenootschap van zes koppels, elk van een andere nationaliteit. Om beurt kookte ieder iets uit zijn ‘nationale’ keuken. Iedereen bracht zijn eigen borden en bestek mee – dat was voor de kok met dienst een verlossing op het einde van de avond – en we namen al het vuil weer mee.

Nodig nooit mensen uit zonder te zeggen wat ze gaan krijgen. Dat voorkomt teleurstellingen met/bij vegetariërs of andere ik-lust-dat-niets. Of vraag het hen eerst. En, waarde genodigde, zeg het dan ook! Omgekeerd kunt u vooraf plannen om eens iets klaar te maken wat men nauwelijks voor vier op tafel kan zetten (een kalfskop, choezels, een gans, een kist met 100 oesters) en in functie daarvan de gasten uitkiezen. Van iedere vriend zou men toch moeten weten wat hij/zij lust?

Vriendschap
Zorg voor gerechten die geen toezicht nodig hebben in de keuken en die zomaar op tafel kunnen, waardoor je dus tijd hebt om aan de conversatie deel te nemen. Zonder chichi, pot op toefel, zoals ze dat in het Brussels zeggen. Vermijd vooraf geschikte gerechten op borden als de pest, het is gênant en breekt de sfeer. Echte vrienden delen voedsel dat ligt op een schotel in het midden van de tafel: “Een bil, Kevin? Een vleugeltje, Noémie?” Toon dat je meer om je gasten geeft dan om Heston Blumenthal. Zorg ervoor dat je gasten deelnemen en niet alleen toeschouwers zijn. Er is meer nood aan vriendschap dan aan salamanders.

Voor de gasten: kom op tijd en zeg nooit af eens je de uitnodiging hebt aanvaard, breng inderdaad bloemen of een fles mee, maar niets dat het plan van de avond kan doorkruisen. Spring desnoods bij in de keuken, dat breekt meteen elke vorm van stijfheid. Voor we het weten, is inviteren weer normaal en worden we er allemaal beter van. Smakelijk.

Nick Trachet © Brussel Deze Week
Fotocredits: Renoir, le déjeuner des canotiers, Wikimedia
Dit artikel afdrukken