Net nadat ik de Franse jagers met hun oranje wegwerkers vestjes en petjes langs het huis zag wegrijden, las ik Frank Dales in Trouw. Dales is voorzitter van de Dierenbescherming en vindt dat de jachtbeurs in Nederland moet worden afgeschaft. Jacht is werk voor profesionnals, zegt hij. Amateur-jagers die naar beurzen gaan, houden van knallen en dieren doodschieten. Je mag dieren wel doodmaken, maar alleen als je daarvoor betaald wordt. Als je niet betaald wordt en je doet het toch, vind je het leuk en kun je dus niet schieten. Dat zeg ik niet. Dat zegt Dales.
Franse jagers jagen zoals Nederlanders voetballen. Het is een typisch mannen tijdverdrijf. Wie in natuurgebieden woont, is lid van de Diane, de jachtvereniging. Jagen gebeurt op vaste dagen, waaronder de zaterdag. Op die dag komen zelfs in de stad wonende dorpse zonen knallen. Kunnen ze schieten? Waarschijnlijk net zoals goed of slecht als amateur voetballers. Ze zijn trots op hun geweren, trots op het beslissende schot en houden van de teamsport.
Zijn Nederlandse jagers betere schutters en minder op de sport? Vermoedelijk niet. Er is wel een ander verschil. Nederland is tegen de jacht. Frankrijk niet. De vraag die rest is wie de betere schutter is. De jager die wekelijks jaagt of de 'professional' die zelden of nooit schiet. Menige politieman en soldaat schijnt er bedroevend weinig van te bakken. En weten zulke professionals welk dier ze moeten hebben en welk niet? Hebben ze het geduld om dagenlang achter dat zieke beest aan te gaan?
De vraag is waar Dales het over heeft. Er zijn jagers die geen jagers zijn. Het gefokte 'wild' wordt vijf minuten voor hun komst vrijgelaten. De grootste oen met een huurgeweer kan het niet missen. Zulke schutters mag je van mij een klont lood in de billen schieten.
En nou de schutters van dieren waar er wel teveel van zijn. Zou de jachtopziener vriendelijker afschieten dan de 'amateur'? Wat beweegt jachtopzieners en andere professionele schieters trouwens?
Dales werkt op het gemoed. Laten we het hebben over de cijfers en andere feiten: hoe vaak schiet de Nederlandse jager slechts half raak en kan de professional hem verbeteren? Dat laatst waag ik te betwijfelen. Ik kan me vergissen, maar weet één ding zeker: Dales weet het ook niet.
Dit artikel afdrukken
Zijn Nederlandse jagers betere schutters en minder op de sport? Vermoedelijk niet. Er is wel een ander verschil. Nederland is tegen de jacht. Frankrijk niet. De vraag die rest is wie de betere schutter is. De jager die wekelijks jaagt of de 'professional' die zelden of nooit schiet. Menige politieman en soldaat schijnt er bedroevend weinig van te bakken. En weten zulke professionals welk dier ze moeten hebben en welk niet? Hebben ze het geduld om dagenlang achter dat zieke beest aan te gaan?
De vraag is waar Dales het over heeft. Er zijn jagers die geen jagers zijn. Het gefokte 'wild' wordt vijf minuten voor hun komst vrijgelaten. De grootste oen met een huurgeweer kan het niet missen. Zulke schutters mag je van mij een klont lood in de billen schieten.
En nou de schutters van dieren waar er wel teveel van zijn. Zou de jachtopziener vriendelijker afschieten dan de 'amateur'? Wat beweegt jachtopzieners en andere professionele schieters trouwens?
Dales werkt op het gemoed. Laten we het hebben over de cijfers en andere feiten: hoe vaak schiet de Nederlandse jager slechts half raak en kan de professional hem verbeteren? Dat laatst waag ik te betwijfelen. Ik kan me vergissen, maar weet één ding zeker: Dales weet het ook niet.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Monique, dat raakt een een beetje van het paadje, maar ik weet het: jij bent er ook eentje. Je punt klopt volledig. Het 'hazenincident' cumuleerde in die paar jaar tot een koeienincident. Het ging om het claimen van rechten. Daarmee zit je weer in het hart van de discussie. Ook Dales claimt rechten, cq. ontzegt die anderen vcanwege een construct van 'de natuur', cq. de wijze waarop die gemanaged moet worden. Het gesprek moet gaan over het construct, over wat we willen en hoe dat kan.
@Dick, Zie ook Konijnen van Oranje. Die schietpartij in april 1903 bij het meenthek in Blaricum had te maken met het feit dat burgemeester Hosang het ongebrande vee van de boeren niet toeliet op "Het Harde". De dode was een larense jongen, oom van Christiaan Smit (ken je vast wel, de makelaar) en inderdaad, Harmen Vos was erbij. Hosang had het 7e regiment uit Naarden opdracht gegeven om op "opstandige" boeren te schieten. Ondanks dat er "Schiet toch niet" werd geroepen openden een paar militairen het vuur op een paar erfgooiers die een gat in de Koedijk (scheiding van opgestapelde plaggen) aan het graven waren. Hendrik Smit stond net in de opening en werd getroffen.
Slachten is net zo’n integraal onderdeel van vleeseten als het villen, in stukken doen en braden.
Jagen was dat ook, maar nu niet meer noodzakelijk en voor ‘n stedeling niet meer mogelijk. Maar dat neemt niet weg, dat, wanneer de gelegenheid zich voordoet dat onderdeel mag en kan worden van het totale biologische, natuurlijke (!) proces. Net zoals elk mens geboren werd vanuit paringsdrift, wordt elk dier gegeten na gedood te worden. Er is toch wel een taboe-analogie tussen de twee. Je spreekt er zo weinig mogelijk over, en passeert beide momenten stilletjes, omdat zowel doden als leven geven, sacrale momenten zijn.
Jacht en seksualiteit zijn in oerdrift verbonden met eten (*). De literatuur bulkt er over van.
Van ‘De tegenslag der deugdzaamheid’ (de Sade) tot ‘Rode rozen en tortilla’s’.
En in alle drie mag je geen plezier hebben ? Want plezier in jacht is blijkbaar ook fout.
Om tal van redenen vind ik jacht en slacht zeker als sacraal gebeuren ook onderdeel uitmaken van het totale proces.
Die mystiek is de 21ste eeuwling ontnomen. Net zo min als hij doodt, geeft hij ook minder aandacht aan het breken van het brood. Dat passeert achteloos via een magnetron in een gezin dat in veel gevallen niet eens meer gezamenlijk tafelt.
De wind vol onbegrip over de mystiek van jacht en dood waait misschien uit de hoek van hen, die buiten de natuur staan.
Dit beeld schokt mij niet, maar vervult me met haast eerbiedig plezier:
Een gezond beest, mooie ingewanden en een gezonde lever. Zelfs ongeslacht geniet ik al bij de gedachte hoe ik het marineer in wijn, met wortelen, selder, laurier en gekneusde peperbollen.
Het is een bijzondere eer zo’n mooie haas aan tafel te mogen opdienen.
Daarom doen wij dat alleen voor hen, die ons nabij staan.
Amen.
Ps: Uitspraak van mijn 91-jarige Vlaamse moeder.
“In het leven van een man zijn twee lakens belangrijk. Beide moeten ze altijd schoon en proper zijn. En op beide moogt ge naar hartenlust genieten. Het beddenlaken en het tafellaken…”
Jean Paul, taal is machtig, vraag Foucault maar, daarom concentreer je je misschien te veel op één aspect, lees iets anders dan Safran Foer , hij is een zeur. Hé Dick, speciaal voor jou dat boek gekocht en gelezen, nooit behandeld, bang voor die andere zeuren.
Jachtinstinct, jou mogelijk volledig vreemd, geeft genoegen, daar kun je als dier/mens niets aan doen, dat is voor een belangrijk deel chemie. Plezier?! Kom nou.
De jacht is ook de plek waar natuur en cultuur samenkomen, en het is interessant te bestuderen dat met het groter worden van de kloof tussen deze twee, de afkeer van de jacht toeneemt, terwijl juist de verwijding van deze kloof in toenemende mate problematischer voor ons dreigt te worden.
Ik wil vooral weten waarom men zozeer in de empathie geïnteresseerd is en niet in structurele anomalieën in het systeem zelf. Waarom wenst men bijvoorbeeld ook een paradijs? terwijl die er feitelijk niet is, nooit is geweest en er ook nooit gaat komen. Ben ook in de Duitse romantiek gaan kijken maar kom er niet helemaal uit.
Bij Noélie VIALLES, "Le sang et la chair, les abattoirs des pays de l'Adour" (Animal to Edible) kun je lezen dat deze dieren onder het kapitalisme volledig zijn ingelijfd in de menselijke productietechnologie. Zij heeft het proces van wat ze de ont-dierlijking in slachthuizen (zuidwest Frankrijk) noemt, bestudeert; van dier tot eetbaar. Wat ze er niet bij verteld is dat onze hoogmoderne industriële maatschappij o.a. volledig gebaseerd is op de symbiose tussen het slachthuis en het Gribauval systeem. In die zin lijkt het huidige (vega)protest ook wel een oppervlakkige afwijzing van onze huidige maatschappijvorm. Of is het soms de rede die zich tegenover de emotie plaatst (iets wat ik waag te betwijfelen, eerder het omgekeerde lijkt mij het geval), doordat men de speer terzijde legt? De dreiging van geweld en conflict is immers nog steeds voortdurend bij ons aanwezig, (zie ook Picasso en zijn stier) wij switchen daarom elk moment tussen de natuurlijke en de morele orde. Maar de oertoestand is de staat van oorlog. Zie ook Thomas Huxley, een medestander van Darwin. Hij vergelijkt het leven zelfs met een arena vol gladiatoren. Maar ook dat is een eenzijdig beeld, immers we zien in de natuur ook veel samenwerking en als de eigen voorouders als jagende hominiden niet hadden samengewerkt hadden wij hier nu niets geschreven.
Kortom, ik kom er nog niet uit. Ik een dierenbeul?! Donder op. Wij mensen zijn de geïncorporeerde jacht. Hoezeer jou dat ook moge spijten.
Nick, da's een correcte historische analyse. Ik ben de nazaat van een Erfgooier. Dat waren 'kleyne Luyden' uit het Gooi (tussen Utrecht en Amsterdam en rond de stad Naarden) die een gezamenlijk eigendom hadden verworven uit een lange geschiedenis die al voor de Middeleeuwen begon. Hun recht daarop is nooit formeel vastgelegd, met als gevolg dat hun landerijen werden betwist. Ze kwamen zelfs te zitten met een bestuur en dat niet-eigen gelederen bestond. Op 19 november 1898 schoot de Laarder Erfgooier Harmen Vos een haas in Erfgooiergebied. Daar had hij recht op, vond hij. Maar hij werd gearresteerd omdat de jacht was verpacht aan Soestdijk.
Een en ander liep uiteindelijk uit op rellen waaraan het Nederlandse leger te pas kwam en zelfs een man werd doodgeschoten. Jagen, jacht, het gebruik en het misbruik van de natuur hebben alles te maken met een gevoel van bezit en de baas zijn over. Goed gedaan is het een exploiterend beheer van de natuur met het oog op een door ons gekozen staat van evenwicht. Slecht gedaan is het een verwoesting van ecosystemen. De vraag is dan ook of het goed of slecht wordt gedaan en welke normen we daarvoor hanteren.