Onlangs publiceerde het Financieele Dagblad een artikel over onder meer Prato, een textielstad in Toscane, waar veel kledingindustriële bedrijven zijn die voorop lopen in duurzaamheid. De Italiaanse luxemerken zetten in op recycling en kleding gemaakt van sinaasappel, druif en appel. Toch is het gebruik van fruitresten als grondstof voor kleding minder gelukkig gekozen dan op het eerste gezicht lijkt.
Uitgangspunt van het artikel is de documentaire Stracci (2021), over de enorm vervuilende kledingindustrie. Volgens McKinsey produceert de kledingindustrie jaarlijks 40 miljoen ton textielafval (40.000.000.000 kilo), dat ofwel wordt verbrand ofwel op de stortplaats belandt. Maar dat is nog niet alles. In de Europese Unie is de textielsector bijvoorbeeld de op drie na grootste verbruiker van primaire grondstoffen en water (na voedsel, huisvesting en vervoer), terwijl de afhankelijkheid van de industrie van textiel op basis van fossiele brandstoffen, zoals polyester en acryl, de uitdaging alleen maar groter maakt.
De noodzaak om circulair te gaan werken dringt langzamerhand ook door tot de kledingindustrie. In Prato zien ze dat ook. Ze recyclen er bijvoorbeeld al sinds eind vorige eeuw textiel, vooral wol, aldus het FD. Op zichzelf is dit recyclingproces niet vervuilend, zoals ze het in Prato doen. Maar recycling wordt wel steeds moeilijker. Dit komt omdat de laatste decennia geprobeerd is de eigenschappen van stoffen voor kleding steeds meer te optimaliseren, door grondstoffen te mengen. En eenmaal gemengd, dan zijn ze tot op heden niet meer recyclebaar.
De mode-industrie wil bijvoorbeeld dat de stof en goed kleurvast is en ademt. Kampioen kleurvast zijn synthetische stoffen zoals polyester en acryl (gemaakt van aardolie), en katoen ademt goed. Kledingstukken zijn dus meer en meer uit een deel polyester/acryl en een deel katoen gaan bestaan. Zeker in de luxe kledingindustrie zijn kledingstukken die uit vijf of meer verschillende typen vezels zijn gemaakt, geen uitzondering. Daar bovenop voegt de industrie steeds vaker chemische stoffen toe om de kleding soepeler, zachter of bijvoorbeeld waterdicht te maken. Dit alles is een belangrijke reden dat nog maar een heel klein deel, zo'n 1 %, van de mondiale textielmarkt uit recycled materiaal bestaat.
Een andere optie waar Italiaanse kledingbedrijven mee experimenteren, is het gebruik van fruitafval, schrijft het FD. Pioniers maken van ananas, druiven, appels, biologisch katoen en gerecycled plastic bijvoorbeeld sneakers. Buiten dat deze schoenen (nog) een lieve duit kosten en lastig recyclebaar zijn (om dezelfde reden als we hierboven omschreven), moeten we nog een ander groot nadeel onderkennen. Fruitafval wordt namelijk gewoonlijk gebruikt in veevoer. En vee zorgt voor mest, dat weer kan zorgen voor vruchtbaardere landbouwgrond. De mode-industrie legt van oudsher al een claim op landgebruik, door de teelt van katoen en wol, het gebruik van hout en andere natuurlijke materialen om viscose te maken, en het opsouperen van aardolie voor de productie van synthetische stoffen.
Als we uitzoomen naar andere industrieën die eveneens een beroep doen op landgebruik, zoals de levensmiddelenindustrie, dan zien we dat deze industrieën direct met elkaar concurreren. Er is immers geen onbeperkte hoeveelheid vruchtbaar land beschikbaar. Fruitafval gebruikt voor kleding die niet recyclebaar is, is dan ook niet erg duurzaam. Als fruitafval de synthetische stoffen in kleding vervangt, is dat op zichzelf wel een voordeel, maar je verliest aan de andere kant weer veevoer en dus mest om grond vruchtbaarder te maken. En de berg textielafval groeit, want recycling is nog altijd geen optie.
Een zo circulair mogelijke samenleving ontstaat pas daar, waar zoveel mogelijk sprake is van het recyclen van grondstoffen, waar zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen aan hoeven te worden toegevoegd, omdat die nieuwe grondstoffen landgebruik vereisen. Koester dus liever kleding van 100% katoen, 100% linnen of 100% wol en als het echt niet meer gaat, lever het in voor recycling.
Dit artikel afdrukken
En zijn grondstoffen eenmaal gemengd, dan zijn ze tot op heden niet meer recyclebaarStofeigenschappen verbeteren
De noodzaak om circulair te gaan werken dringt langzamerhand ook door tot de kledingindustrie. In Prato zien ze dat ook. Ze recyclen er bijvoorbeeld al sinds eind vorige eeuw textiel, vooral wol, aldus het FD. Op zichzelf is dit recyclingproces niet vervuilend, zoals ze het in Prato doen. Maar recycling wordt wel steeds moeilijker. Dit komt omdat de laatste decennia geprobeerd is de eigenschappen van stoffen voor kleding steeds meer te optimaliseren, door grondstoffen te mengen. En eenmaal gemengd, dan zijn ze tot op heden niet meer recyclebaar.
De mode-industrie wil bijvoorbeeld dat de stof en goed kleurvast is en ademt. Kampioen kleurvast zijn synthetische stoffen zoals polyester en acryl (gemaakt van aardolie), en katoen ademt goed. Kledingstukken zijn dus meer en meer uit een deel polyester/acryl en een deel katoen gaan bestaan. Zeker in de luxe kledingindustrie zijn kledingstukken die uit vijf of meer verschillende typen vezels zijn gemaakt, geen uitzondering. Daar bovenop voegt de industrie steeds vaker chemische stoffen toe om de kleding soepeler, zachter of bijvoorbeeld waterdicht te maken. Dit alles is een belangrijke reden dat nog maar een heel klein deel, zo'n 1 %, van de mondiale textielmarkt uit recycled materiaal bestaat.
Als we uitzoomen naar andere industrieën die eveneens een beroep doen op landgebruik, zoals de levensmiddelendustrie, dan zien we dat deze industrieën direct met elkaar concurrerenFruitafval is ook veevoer
Een andere optie waar Italiaanse kledingbedrijven mee experimenteren, is het gebruik van fruitafval, schrijft het FD. Pioniers maken van ananas, druiven, appels, biologisch katoen en gerecycled plastic bijvoorbeeld sneakers. Buiten dat deze schoenen (nog) een lieve duit kosten en lastig recyclebaar zijn (om dezelfde reden als we hierboven omschreven), moeten we nog een ander groot nadeel onderkennen. Fruitafval wordt namelijk gewoonlijk gebruikt in veevoer. En vee zorgt voor mest, dat weer kan zorgen voor vruchtbaardere landbouwgrond. De mode-industrie legt van oudsher al een claim op landgebruik, door de teelt van katoen en wol, het gebruik van hout en andere natuurlijke materialen om viscose te maken, en het opsouperen van aardolie voor de productie van synthetische stoffen.
Als we uitzoomen naar andere industrieën die eveneens een beroep doen op landgebruik, zoals de levensmiddelenindustrie, dan zien we dat deze industrieën direct met elkaar concurreren. Er is immers geen onbeperkte hoeveelheid vruchtbaar land beschikbaar. Fruitafval gebruikt voor kleding die niet recyclebaar is, is dan ook niet erg duurzaam. Als fruitafval de synthetische stoffen in kleding vervangt, is dat op zichzelf wel een voordeel, maar je verliest aan de andere kant weer veevoer en dus mest om grond vruchtbaarder te maken. En de berg textielafval groeit, want recycling is nog altijd geen optie.
Een zo circulair mogelijke samenleving ontstaat pas daar, waar zoveel mogelijk sprake is van het recyclen van grondstoffen, waar zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen aan hoeven te worden toegevoegd, omdat die nieuwe grondstoffen landgebruik vereisen. Koester dus liever kleding van 100% katoen, 100% linnen of 100% wol en als het echt niet meer gaat, lever het in voor recycling.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
100% linnen kom in niet heel vaak tegen in kleding.
Wel meer en meer dat linnen een onderdeel van kledingstuk is.
Begrijp uit bovenstaande dat dat dus eigenlijk toch minder handig zou zijn dan 100% katoen. Mijn gedachte is dat linnen minder belastend is dan katoen. En bij linnen bestaat de mogelijkheid dat het uit Europa kan (gaan) komen qua grondstof en productie. Ik realiseer me dat linnen vooralsnog via de 'katoenindustrie' loopt en dus ver weg geteeld en geproduceerd onder omstandigheden die daar 'gangbaar' zijn.
Ps: De wol problematiek, lees nauwelijks vraag naar deze grondstof, in Nederland stipte Louise Fresco nog aan in haar afscheidsinterview in FD.
#1 Linnen zie je vooral in de zomer. Het ademt goed, draagt koel is een van de meest duurzaam te maken vezels. Het heeft weinig water en pesticiden nodig. En groeit maar door. Nadeel vinden veel mensen dat het zo kreukt. Daarom wordt linnen in fast fashion vaak vermengd met katoen (in high fashion wordt de karakteristieke kreukel en de glans op puur linnen meer gewaardeerd). En is dan niet goed meer te recyclen, inderdaad. Van oudsher heeft België heel goed linnen gemaakt. Maar in heel West-Europa wordt het nog verbouwd, ons klimaat leent zich er goed voor. Ook in de Baltische staten, bijvoorbeeld. Wat de wolindustrie betreft: ook hier gaat het om vezelkwaliteiten. Wol van Europese schapenrassen is ruwer, grover dan bijvoorbeeld merinoswol. Dit maakt het minder geschikt om het op de huid te dragen, want het kriebelt en jeukt. Merinoswol is zo dun (ongeveer 17 micron of nog fijner), dat maakt het zachter en wel op de huid te dragen. Vandaar die enorme kuddes merinosschapen in Zuid-Amerika , Australië en Nieuw-Zeeland.
Het is een lastig verhaal inderdaad. Alles hangt zoals altijd met alles samen. Nylon werd ooit geïntroduceerd als goedkoper alternatief voor zijde, maar dat de hele zijde- en landbouwcultuur (met moerbeibomen) in China hiermee op zijn gat kwam te liggen zagen we niet terug in de prijs.
We moeten echt weer leren in systemen te denken. Elk voordeel heb namelijk zijn nadeel.
In Nederland zijn er een aantal inspirerende initiatieven voor hergebruik vezels van wol en katoen. Het bedrijf Loop.a.Life in Amsterdam loopt voorop maar er zijn er meer. Als je een keer een dag niets te doen hebt dan kun je daar katoenen en wollen truien die op kleur gesorteerd zijn, strippen van labels en logo's en allerlei 'ongein' die de kledingindustrie erop denkt te moeten naaien en plakken.
We hebben dringend regelgeving nodig voor producenten, zodat ze hun grondstoffen zuiverder houden. Dit geldt voor de kledingindustrie, het witgoed, plastic (groot probleem!)... Waarom zijn die regels er niet? Zoals ook regels zodat alles wat we kopen gerepareerd kan worden, en niet hoeft te worden vervangen als het kapot is. Het is zo eenvoudig. Tja, belangen en lobby's staan in de weg naar een duurzamer wereld. Dat is ook wel het belangrijkste probleem denk ik. De oplossingen zijn er over het algemeen al.
Er is ook leer van mycelium, van bijv. Ecovative design. Stella Mc. Cartney heeft een mooie tas laten maken van mycelium. Mycelium hoeft niet buiten op het land te groeien maar groeit binnen. De toepassingen van mycelium, en ook paddenstoelen als voedsel, zijn volgens mij bijna oneindig.
Maar laten we vooral weer dingen gaan kopen die we echt nodig hebben, en er zolang mogelijk mee doen. En laten we weer gaan nadenken. Geen Cashmere wol als we weten dat daar het land enorm onder druk staat door de schapen.
Ik weet: de industrie wil niet dat wij nadenken, maar laten we het toch wel weer gaan doen.
In Frankrijk zie je veel linnen in de kledingwinkels en op markten. Er zijn zelfs speciale linnen- en wolmarkten als tegenhanger van de katoenindustrie. Niet verbazingwekkend, Frankrijk is een van de grootste linnenproducenten en exporteert inmiddels veel linnen naar India en China.
Wikipedia:
'De expansie van de productie van vezelvlas heeft bijna geheel op Franse bodem plaatsgevonden, van 25.000 naar 75.000 ha, mede door ontwikkeling van eigen Franse vlasrassen. De tijd dat Nederland toonaangevend was als exporteur van zaaizaad is voorbij. Dit is er mede de oorzaak van dat het vlasareaal daar niet explosief is gestegen.'
In business.lesechos.fr
Le lin made in France à la conquête du monde.
We moeten ook weer leren om kleding (zelf) te repareren, schoenen te maken die opnieuw verzoold kunnen worden. Met al die kunststoffen is dat veelal onmogelijk gemaakt.