Mezen zijn een veel grotere economische schadepost voor de landbouw dan wolven. Dat blijkt uit de schadestatistieken van BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor provincies die onder meer de faunaschades bijhoudt. In 2020 bedroeg de totale uitgekeerde faunaschade in ons land €31.597.415.
Meesjes pikken gaatjes in appels en peren met hun snaveltjes. Het fruit wordt daardoor onverkoopbaar. In 2020 pikten kool- en pimpelmeesjes voor maar liefst €1,1 miljoen aan peren en appels stuk. Toch zul je over afschieten van meesjes niemand horen, zegt ecoloog Glenn Lelieveld in de Volkskrant.
Afschieten doen we wel met de allergrootste schadeveroorzaker aan landbouwgewassen. Dat zijn namelijk ganzen, respectievelijk de grauwe gans, brandgans, kolgans en rotgans. In 2020 veroorzaakten ganzen in totaal voor €27.595.379 schade, aan grasland. Maar inderdaad, de mees staat na die 4 ganzensoorten op de vijfde plaats van schadeveroorzakers, met een schadelast van €1.101.813. Daarvan betrof 86% peren en 14% appels. Na gras is peer dan ook het gewas met de meeste faunaschade.
De veelbesproken schade aan schapen door op hun gemak jagende wolven staat op de achtste plaats, met een schadebedrag van €74.032. De wolf, gevreesd door schapenhouders, blijkt verantwoordelijk voor 0,2% van de faunaschade in ons land.
Meesjes pikken gaatjes in appels en peren met hun snaveltjes. Het fruit wordt daardoor onverkoopbaar. In 2020 pikten kool- en pimpelmeesjes voor maar liefst €1,1 miljoen aan peren en appels stuk. Toch zul je over afschieten van meesjes niemand horen, zegt ecoloog Glenn Lelieveld in de Volkskrant.
Afschieten doen we wel met de allergrootste schadeveroorzaker aan landbouwgewassen. Dat zijn namelijk ganzen, respectievelijk de grauwe gans, brandgans, kolgans en rotgans. In 2020 veroorzaakten ganzen in totaal voor €27.595.379 schade, aan grasland. Maar inderdaad, de mees staat na die 4 ganzensoorten op de vijfde plaats van schadeveroorzakers, met een schadelast van €1.101.813. Daarvan betrof 86% peren en 14% appels. Na gras is peer dan ook het gewas met de meeste faunaschade.
De veelbesproken schade aan schapen door op hun gemak jagende wolven staat op de achtste plaats, met een schadebedrag van €74.032. De wolf, gevreesd door schapenhouders, blijkt verantwoordelijk voor 0,2% van de faunaschade in ons land.
Ook hier geldt voor dat de vergelijking mank gaat.
Veel schade haalt de drempelwaarde niet, veel schade is onbekend (in geval van wolven/honden/vossen is slechts 48% de schade van bekend en uitgekeerd).
Wat zal de overgebrachte vogelgriep schade zijn van trekkende watervogels?
We vergelijken dus verkeerde zaken met elkaar en kunnen zo verkeerde conclusies trekken.
Data science is een wetenschap en geen kunst, zonder kennis van de data en de beperkingen kun je geen vergaande conclusies trekken.
'Data science is een wetenschap en geen kunst, zonder kennis van de data en de beperkingen kun je geen vergaande conclusies trekken.'
Daar heb je volkomen gelijk in, Arend.
Niettemin gebeurt het aan de lopende band op vrijwel alle vlakken. Wat ons overigens niet schoon pleit om de geregistreerde feiten (die wel degelijk het geval zijn) als een inzicht in verhoudingen te presenteren en daarvoor te waarschuwen.
Getallen blijven altijd moeilijk om te interpreteren (voor iedereen).
Niet voor niets is "How to lie with statistics" een standaardwerk. Ook aan te bevelen "But is it true"
Simpele vuistregels maken leven al gemakkelijker:
Wat zijn de assen (gelijk, schaal (knip-in, log oid))
Wat is het beginpunt (ijkpunt, referentie) en waarom?
Wat is de kwaliteit van de data (compleet, meten we het juiste?)
Is de data niet te mooi? Hoeveel bewerkingen?
Wat als we het getal groter of kleiner maken, kloppen verhoudingen dan nog.
Zijn er belangen bij (bron, is het openbaar?)
etc.
Geen €1,1 miljoen schade door mezen, maar door weggooien van goed eetbaar fruit in een maatschappij met louter verwende mensen. Ik herinner me nog van vroeger dat we begonnen met plukken zodra de vogels hadden ontdekt dat het fruit rijp werd. Iedere appel had wel een paar plekjes, wratjes of kleine vreterij. De vogelschade was geen enkel probleem, wel de wespen die daarop volgden. Die richtten veel meer ravage aan met rotte appels als gevolg. Spreeuwen in de kersenbomen was pas een omdat je ze dagelijks moest verjagen met rammelende blikjes aan touwen, ratelaars en knallende geluiden. Maar ondanks dat zaten er tussen de kersen nog veel met een vogelbeet. Een troost: het waren uitgerekend de lekkerste.
De wolf veroorzaakt nog maar 0.2 % schade in Nederland?
Ik heb ooit van een brandweerman geleerd dat je bijna iedere brand met een glaasje water kunt blussen als je er maar op tijd mee begint.