Mac van Dinther is journalist. Hij is niet te beroerd om zijn overtuiging dat biologische landbouw kan en moet te onderzoeken. Voor de rubriek Kijk verder in de Volkskrant, toog hij naar Oostenrijk, het biologische paradijs van Europa om te kijken of Nederland iets van het land kan leren. 25% van de landbouw is daar biologisch. In Nederland maar 3%.
Hoe komt dat en is het goed voor de boeren?
In Wat kan Nederland leren van Oostenrijk ontdekt Van Dinther dat Oostenrijkse boeren met, in verhouding tot Nederland, slechts een paar legkippen en geholpen met gerichte subsidies toch in een prachtig chalet met een elektrische Jaguar voor de deur kunnen wonen.
Maar het dreigt mis te gaan.
De subsidies hebben zoveel productie opgeleverd dat Oostenrijkse bioboeren moeten exporteren, terwijl de prijzen in eigen land dalen door het overaanbod in eigen land. Zelfs onder het meest bio-minded publiek van Europa is de vraag te laag om de eigen productie op te eten. Grote supermarkten hebben dan ook geen enkele moeite om de prijs omlaag te duwen en dat mooie chalet en die milieuvriendelijke auto weer onbetaalbaar te maken. Omdat niet iedereen altijd biologisch wil, importeert het land bovendien gangbare producten uit het buitenland.
Van Dinther ontdekt voorts wat commercieel-economen al decennia zeggen. Boeren moeten consortia leren vormen die de productie beheersen. Subsidies verknoeien de prijs als er geen centrale productieaansturing, verkooporganisatie en liefst zelfs merken tegenover staan.
Dat van die merken leert hij van een wijnboer, de sector met vermoedelijk veruit de meeste merken ter wereld. Een consument heeft iets meer nodig dan alleen de naam 'biologisch' om het product van boer X of de samenwerkende groep boeren Y uit de massa te vissen. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor gangbare boeren, bijvoorbeeld diervriendelijke die - omdat ze uitsluitend gebruik maken van circulair en dus ook niet-biologisch voer - juist afzien van biologisch. De echte les is dan ook dat boeren niet alleen goed voor hun land en dieren moeten zorgen, maar ook succesvolle merken en handelsorganisaties moeten leren maken die hun product herkenbaar en gewild maken.
Op twitter ging het ongenuanceerd los. Daar denken geleerde commentatoren dat landbouw alleen een kwestie van ecologie en genoeg voor iedereen is. Ecomodernist Hidde Boersma deed alsof het biologische succes een kwestie van Alpenweide-sponsoring is omdat daar anders helemaal niets meer wordt geproduceerd. Onjuist, vertelt hem een Nederlandse biologische boer. Gangbare akkerbouwer Johan Emmens wijst op de gangbare importen van Oostenrijk.
Van Van Dinther hebben ze nu kunnen leren dat het ook om bedrijfseconomisch en commercieel inzicht gaat en dat ook overheden moeten leren goed met de markt om te gaan als ze daarin met subsidies interveniëren. Het is tijd om te gaan luisteren naar de wetten van de commerciële economie.
Hoe komt dat en is het goed voor de boeren?
In Wat kan Nederland leren van Oostenrijk ontdekt Van Dinther dat Oostenrijkse boeren met, in verhouding tot Nederland, slechts een paar legkippen en geholpen met gerichte subsidies toch in een prachtig chalet met een elektrische Jaguar voor de deur kunnen wonen.
Maar het dreigt mis te gaan.
De subsidies hebben zoveel productie opgeleverd dat Oostenrijkse bioboeren moeten exporteren, terwijl de prijzen in eigen land dalen door het overaanbod in eigen land. Zelfs onder het meest bio-minded publiek van Europa is de vraag te laag om de eigen productie op te eten. Grote supermarkten hebben dan ook geen enkele moeite om de prijs omlaag te duwen en dat mooie chalet en die milieuvriendelijke auto weer onbetaalbaar te maken. Omdat niet iedereen altijd biologisch wil, importeert het land bovendien gangbare producten uit het buitenland.
Van Dinther ontdekt voorts wat commercieel-economen al decennia zeggen. Boeren moeten consortia leren vormen die de productie beheersen. Subsidies verknoeien de prijs als er geen centrale productieaansturing, verkooporganisatie en liefst zelfs merken tegenover staan.
Dat van die merken leert hij van een wijnboer, de sector met vermoedelijk veruit de meeste merken ter wereld. Een consument heeft iets meer nodig dan alleen de naam 'biologisch' om het product van boer X of de samenwerkende groep boeren Y uit de massa te vissen. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor gangbare boeren, bijvoorbeeld diervriendelijke die - omdat ze uitsluitend gebruik maken van circulair en dus ook niet-biologisch voer - juist afzien van biologisch. De echte les is dan ook dat boeren niet alleen goed voor hun land en dieren moeten zorgen, maar ook succesvolle merken en handelsorganisaties moeten leren maken die hun product herkenbaar en gewild maken.
Op twitter ging het ongenuanceerd los. Daar denken geleerde commentatoren dat landbouw alleen een kwestie van ecologie en genoeg voor iedereen is. Ecomodernist Hidde Boersma deed alsof het biologische succes een kwestie van Alpenweide-sponsoring is omdat daar anders helemaal niets meer wordt geproduceerd. Onjuist, vertelt hem een Nederlandse biologische boer. Gangbare akkerbouwer Johan Emmens wijst op de gangbare importen van Oostenrijk.
Van Van Dinther hebben ze nu kunnen leren dat het ook om bedrijfseconomisch en commercieel inzicht gaat en dat ook overheden moeten leren goed met de markt om te gaan als ze daarin met subsidies interveniëren. Het is tijd om te gaan luisteren naar de wetten van de commerciële economie.
Meer alpenweiden in Nederland! https://t.co/RwPyPY3oU2
— Hidde Boersma (@Hiddemhigh) September 4, 2021
— Johan Emmens (@johan_emmens) September 4, 2021
Doorberekenen van de echte totale economische prijs van niet-bio door overheden hoort ook bij dit beleid. Net als bij fossiele energie. (zie ook bijv. Tata Steel en Shell met haar enorme (inter)nationale destructies/ belastingen in verschillende opzichten en schalen).
En uiteindelijk zullen de boeren - en de rest van de bevolkingen - het effect van de gesmolten gletsjers, verdwijnende oerwouden e.a. ook op hun bord en in hun huizen krijgen. Tegen nog veel hogere kosten. Alles hangt samen in dit systeem.
Het doorrekenen van kostprijzen door overheden is totaal niet in belang van boeren.
Ik denk dat Frank #1 bedoelt de ecologische prijs (vertaald in dagelijks Nederlands: een belasting). De analyses van Mac laten zien dat de overheid niet zo goed is in prijsbeleid en de boeren nou juist hun eigen formules moeten leren maken (idd conform #2).
Inderdaad Dick Veerman. Op termijn komt dit allemaal op ons bord. Soms veel sneller (en breder in financiële/ sociale/ agrarische productie effecten) dan verwacht.
Er zit vrijwel altijd een groothandel / agent tussen primaire producenten en de Europese retail. En daar komen de problemen vandaan.