De wetenschap twijfelt al langer over de veiligheid van industrieel gemaakte chemische stoffen die de werking van hormonen verstoren. Nieuwe publicaties plaatsen nieuwe vraagtekens. Zijn de bestaande meettechnieken en regelgeving wel adequaat? Een nieuw offensief om hormoonverstoorders uit te bannen lijkt op handen.
Het blijvende effect op de gezondheid door blootstelling aan een groot aantal chemische stoffen in het milieu en in de voeding is mogelijk toch ernstiger, algemener en gevarieerder dan werd aangenomen. Ook lijken lage doses bepaald niet onschuldig. De stoffen hebben vooral nadelige effecten als het lichaam zich ontwikkelt of verandert, zoals tijdens de zwangerschap, de kindertijd en de menopauze.
In een drietal recente artikelen in wetenschappelijke tijdschriften wordt het beeld van de invloed van ‘endocrine disrupting chemicals’ (EDC’s) bijgesteld. En dat beeld ziet er niet best uit. Het wordt bijvoorbeeld steeds beter bewezen geacht dat EDC’s een rol spelen in het ontstaan van obesitas en diabetes, omdat ze de aanmaak en werking van hormonen als insuline, glucagon en leptine beïnvloeden. Die reguleren onder meer de glucosehuishouding en het hongergevoel.
Transgenerationeel
Sommige stoffen hebben een dusdanige werking, dat nakomelingen van drie generaties later nog de gevolgen hebben, zonder dat ze zelf met de stof in aanraking zijn geweest. Dat zogenaamde transgenerationele effect doet zich onder meer voor bij BPA, bisfenol A, de bekendste van alle EDC’s, waarnaar veel studie is gedaan. Het wordt door de industrie gebruikt in plastics, brandvertragers, kunstharsen en in verpakkingsmateriaal voor voedsel. BPA ontregelt de werking van geslachtshormonen zoals oestrogeen.
In een artikel in The Lancet betogen drie Amerikaanse onderzoekers dat de gangbare methoden om BPA en de stoffen waarin het uiteenvalt in het lichaam te meten niet accuraat zijn. Mede door de indirecte bepaling van hoeveel stof er in het lichaam is gekomen, is de consensus ontstaan dat zeer geringe hoeveelheden in het lichaam verwaarloosbaar zijn.
Blootstelling
Maar langdurige blootstelling aan lage doses is schadelijker dan een vele malen hogere dosis. Dat is een van de opmerkelijke constateringen in een overzichtsartikel in Frontiers in Endocrinology van drie Griekse endocrinologen. De gangbare methoden en dierproeven hebben geleid tot het opstellen van zogenaamd veilige niveaus, maar het nodige epidemiologische onderzoek wijst uit dat veel lagere hoeveelheden, die consumenten in het dagelijks leven kunnen oplopen uit de lucht, het drinkwater en de voeding, ook schadelijk zijn.
Van meer dan 1.000 industrieel gesynthetiseerde chemische stoffen wordt aangenomen dat ze aan de definitie van EDC’s voldoen. Daaronder vallen plastics, zoals BPA, weekmakers van plastic, ftalaten, oplos- en smeermiddelen, PCB’s en dioxinen, en pesticiden, waaronder DDT. Een aantal van die stoffen zijn verboden, sommige al tientallen jaren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen stoffen die opgeslagen blijven in het (vet)weefsel en stoffen die snel worden afgebroken. Toch kan blootstelling aan die laatste blijvende schade veroorzaken, die soms pas jaren later manifest wordt.
Genitaliën
De aard van de schade door EDC’s verschilt. Ftalaten kunnen de ontwikkeling van de genitaliën van jongetjes verstoren. EDC’s kunnen invloed hebben op meerdere processen die de energiehuishouding regelen (en daarmee de kans op obesitas). De regelfunctie door de hypothalamus (een combinatie van neurale en hormonale stimulering) en de aanmaak van insuline in de bèta-cellen in de pancreas worden geremd door EDC’s. EDC’s beïnvloeden de celprogrammering en de weefselgroei van foetussen. Die veranderingen blijken erfelijk. Het zijn zogenaamde epigenetische fenomenen, die de werking (maar niet de structuur) van DNA beïnvloeden.
Tekortschieten
De Amerikaanse onderzoeker Laura N. Vandenberg van de universiteit van Massachusetts doet al langer onderzoek naar EDC’s. In een artikel in Trends in Food Science & Technology pleit zij voor verbetering van de meetmethoden, voor de ontwikkeling van nieuwe technieken om de invloed van EDC’s te onderzoeken en vraagt ze de instanties die de regelgeving bepalen of daarover adviseren te erkennen dat de huidige adviezen en regels tekortschieten.
In Nederland adviseert het RIVM over EDC’s. Een webartikel uit 2017 heeft als titel ‘Mogelijk hormoonverstorende stoffen’. Daarin staat onder meer te lezen dat fabrikanten niet verplicht zijn te vermelden dat in hun producten bisfenol A zit en dat er steeds meer producten zonder bisfenol A gemaakt worden. Onduidelijk is waardoor het vervangen wordt.
Geen plastic speelgoed
De Belgische Hoge Gezondheidsraad heeft in mei 2019 een advies uitgebracht over hormoonverstorende stoffen. De adviezen gaan ver: mijd dranken uit plastic flessen en geef kinderen geen plastic speelgoed.
Het Voedingscentrum constateert dat er “een toenemende zorg onder wetenschappers over de mogelijke negatieve effecten van hormoonverstorende stoffen op de menselijke gezondheid en het milieu” is. “Maar veel hierover is nog onduidelijk en er is meer onderzoek nodig.”
Dit artikel afdrukken
In een drietal recente artikelen in wetenschappelijke tijdschriften wordt het beeld van de invloed van ‘endocrine disrupting chemicals’ (EDC’s) bijgesteld. En dat beeld ziet er niet best uit. Het wordt bijvoorbeeld steeds beter bewezen geacht dat EDC’s een rol spelen in het ontstaan van obesitas en diabetes, omdat ze de aanmaak en werking van hormonen als insuline, glucagon en leptine beïnvloeden. Die reguleren onder meer de glucosehuishouding en het hongergevoel.
Transgenerationeel
Sommige stoffen hebben een dusdanige werking, dat nakomelingen van drie generaties later nog de gevolgen hebben, zonder dat ze zelf met de stof in aanraking zijn geweest. Dat zogenaamde transgenerationele effect doet zich onder meer voor bij BPA, bisfenol A, de bekendste van alle EDC’s, waarnaar veel studie is gedaan. Het wordt door de industrie gebruikt in plastics, brandvertragers, kunstharsen en in verpakkingsmateriaal voor voedsel. BPA ontregelt de werking van geslachtshormonen zoals oestrogeen.
In een artikel in The Lancet betogen drie Amerikaanse onderzoekers dat de gangbare methoden om BPA en de stoffen waarin het uiteenvalt in het lichaam te meten niet accuraat zijn. Mede door de indirecte bepaling van hoeveel stof er in het lichaam is gekomen, is de consensus ontstaan dat zeer geringe hoeveelheden in het lichaam verwaarloosbaar zijn.
Blootstelling
Maar langdurige blootstelling aan lage doses is schadelijker dan een vele malen hogere dosis. Dat is een van de opmerkelijke constateringen in een overzichtsartikel in Frontiers in Endocrinology van drie Griekse endocrinologen. De gangbare methoden en dierproeven hebben geleid tot het opstellen van zogenaamd veilige niveaus, maar het nodige epidemiologische onderzoek wijst uit dat veel lagere hoeveelheden, die consumenten in het dagelijks leven kunnen oplopen uit de lucht, het drinkwater en de voeding, ook schadelijk zijn.
Van meer dan 1.000 industrieel gesynthetiseerde chemische stoffen wordt aangenomen dat ze aan de definitie van EDC’s voldoen. Daaronder vallen plastics, zoals BPA, weekmakers van plastic, ftalaten, oplos- en smeermiddelen, PCB’s en dioxinen, en pesticiden, waaronder DDT. Een aantal van die stoffen zijn verboden, sommige al tientallen jaren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen stoffen die opgeslagen blijven in het (vet)weefsel en stoffen die snel worden afgebroken. Toch kan blootstelling aan die laatste blijvende schade veroorzaken, die soms pas jaren later manifest wordt.
Genitaliën
De aard van de schade door EDC’s verschilt. Ftalaten kunnen de ontwikkeling van de genitaliën van jongetjes verstoren. EDC’s kunnen invloed hebben op meerdere processen die de energiehuishouding regelen (en daarmee de kans op obesitas). De regelfunctie door de hypothalamus (een combinatie van neurale en hormonale stimulering) en de aanmaak van insuline in de bèta-cellen in de pancreas worden geremd door EDC’s. EDC’s beïnvloeden de celprogrammering en de weefselgroei van foetussen. Die veranderingen blijken erfelijk. Het zijn zogenaamde epigenetische fenomenen, die de werking (maar niet de structuur) van DNA beïnvloeden.
Tekortschieten
De Amerikaanse onderzoeker Laura N. Vandenberg van de universiteit van Massachusetts doet al langer onderzoek naar EDC’s. In een artikel in Trends in Food Science & Technology pleit zij voor verbetering van de meetmethoden, voor de ontwikkeling van nieuwe technieken om de invloed van EDC’s te onderzoeken en vraagt ze de instanties die de regelgeving bepalen of daarover adviseren te erkennen dat de huidige adviezen en regels tekortschieten.
In Nederland adviseert het RIVM over EDC’s. Een webartikel uit 2017 heeft als titel ‘Mogelijk hormoonverstorende stoffen’. Daarin staat onder meer te lezen dat fabrikanten niet verplicht zijn te vermelden dat in hun producten bisfenol A zit en dat er steeds meer producten zonder bisfenol A gemaakt worden. Onduidelijk is waardoor het vervangen wordt.
Geen plastic speelgoed
De Belgische Hoge Gezondheidsraad heeft in mei 2019 een advies uitgebracht over hormoonverstorende stoffen. De adviezen gaan ver: mijd dranken uit plastic flessen en geef kinderen geen plastic speelgoed.
Het Voedingscentrum constateert dat er “een toenemende zorg onder wetenschappers over de mogelijke negatieve effecten van hormoonverstorende stoffen op de menselijke gezondheid en het milieu” is. “Maar veel hierover is nog onduidelijk en er is meer onderzoek nodig.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Interessant artikel, maar "De adviezen gaan ver: mijd dranken uit plastic flessen en geef kinderen geen plastic speelgoed." zijn een beetje naief. Net als het advies van de inmiddels iconische limonaderietjes..
Bovenstaand probleem komen we ook hard tegen bij ingezamelde plastic. Het zijn geen zuivere plastics maar, een giga-hoeveeld gemodificeerde kunststoffen, die niet te scheiden en te hergebruiken zijn. Het is bijna niet in te denken, dat het gebruik van natuurlijke stoffen (hout, staal, wol, vlas, katoen ) in ca 70 jaar werd wegegvaagd door kunststof, op een wijze die niet meer te herstellen is.
Kunststoffen (ook de teflons van Dupont de Nemours..) kunnen voor hoogwaardige toepassingen worden aangewend. Tot selectieve membranen in de medische wereld.
Wel zouden we beter terugschakelen qua toepassingen. Tot de jaren 60 liepen we op leren schoenen, droegen wollen (*) truien en katoenen hemden, waren meubels van hout (of fineerlaminaten), etc.
Nu?
Tover kunststof weg en auto's, huizen, scholen, meubels, computers, communicatie middelen vallen uit elkaar, en zonder uitzondering staat iedereen geheel of gedeeltelijk in zijn of haar blootje.
Wat dan ?
a. strenge beperking van de enorme hoeveelheid verschillende (thermoplasten en thermoharder) soorten kunststoffen, waar van de gemodificeerde ondergroepen (qua chem. resistentie, brandveiligeheid, temperatuurbereik, levensduur, vorm-herinnering door crosslinking) voor specifieke doeleinden niet meer overzichtelijk zijn.
b. strenge beperking van het aantal toepassingen
c. innovatie, blijft voorlopig een droom (**) van biologsche afbreekbare plastics
Eigenlijk moeten we met kunststoffen omgaan als met voedsel qua controle en toelating voor de markt.......
Hetze voeren heeft absoluut geen zin. Het is als met de hydrocarbons (en zelfs zout voor polyvinylchloride ), waarvan kunststoffen afgeleid zijn. Pracht materiaal, waar we als idioten mee omgaan.
'Alles' wat de aarde ons verschaft is is per definitie 'goed'. Onze verspillings economie en hoe we met grondstoffen omgaan, is fout. Maar daar breekt Madrid het hoofd niet over...
(Las gisteren in de NRC het artikel over de onderhandelingen in Madrid. Het gaat niet over een verspillingseconomie, over import- of export-restricties, het gaat over 'emissie-handel'.
Een onderwerp dat ook in Nederland leidt tot krampachtig chaotisch reageren en zwakke wetgeving.. In Madrid, zoals ook hier, zitten politieke vertegenwoordigers en machthebbers, die vooral de economische belangen van hun land vertegenwoordigen.
Niet de wil tot een kritische ommezwaai)
(*) Volledig vergeten nu: De hand-brei-techniek was er op gebaseerd dat de wollen draad van b.v. truien snel kon worden uitgetrokken. Ik zat als kind op een stoel met de arrmen gestrekt en mijn moeder trok de trui uit en wikkelde die in slagen rond mijn gespreide polsen..
Als de streng rond mijn polsen groot genoeg was, dan stopte ze, en wikkelde alles op tot een bol wol. Die wol gebruikte ze voor kindersokjes, een sjaal, wanten of een kinderrtrui. En toverde ze tijdens het breien met andere resten kleuren wol er patronen of een konijntje in..
Das war einmal..
Ik ook. Maar dat was toen nog een houten penhouder met een kroontjes pen.
Op naar de metalen dopper en weg met de plastic bidons op de fiets.
Qua kinderspeelgoed, zit er in het advies nog een onderscheid tussen baby / peuters die alles in de mond stoppen*? Versus kinderen die plastic louter met hun handen aanraken. Is dat laatste ook een no go? Spelen met een plastic autootje vanwege huidcontact?
*Ik bedoel ook wie zat er op de lagere school nou niet op z'n pen te kluiven.....
Nog geen enkele reactie op deze prangende situatie waarin wij terecht zijn gekomen? Dan hierbij nog wat verzamelde berichten over dit onderwerp die ik de afgelopen tijd al eens op FL heb geplaatst.
Voedsel is wellicht nog relatief schoon als we het vergelijken met de non-food bedreigingen. Vorige week in de meeste buitenlandse kranten de verwijzing naar onlangs afgesloten onderzoek:
Permanent hair dye and straighteners may increase breast cancer risk.
Een paar maanden geleden: _Early prenatal exposure to suspected endocrine disruptor mixtures is associated with lower IQ at age seven.
Een maand eerder de resultaten van een onderzoek naar opgelopen verontreinigingen in 1104 kinderen en 2503 volwassenen. De resultaten zijn verontrustend: 'deze dikwijls hormoonverstorende stoffen of verdacht van kankerverwekkende eigenschappen zijn inmiddels vertegenwoordigd in alle Fransen, en nog sterker bij kinderen'. (Le Monde), Illustratie: Overzicht. Ik mag aannemen dat het niet alleen Fransen betreft.
In 2012 heeft de Endocrine Society 562 'endocrine disrupting chemicals' (edc's) in kaart gebracht. In 2018 is dit deze lijs gegroeid tot 1484 potentiële edc's en het einde is niet in zicht.
Vandaag kondigt ANSES Frankrijk (bij ons is dat RIVM) : 'Zesendertig producten die glyfosaat bevatten worden uit de handel genomen. Ze zullen vanaf eind 2020 niet langer beschikbaar zijn voor gebruik, omdat er geen wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn om genotoxische risico's uit te sluiten'..
Als blijkt dat de opgelopen beschadigingen wel 4 generaties lang doorgegeven kunnen worden, dan wordt ik boos op de instanties die aan de lopende band nieuwe stoffen toelaten en geen rekening houden met ons nageslacht.