Aanstaande donderdag spreekt de Tweede Kamer over maatregelen om de mestvrijstelling - de zogeheten derogatie - voor Nederland te behouden. Frits van der Schans van adviesbureau voor landbouw en milieu CLM roept de Kamer op tot bezinning in plaats van overhaaste besluiten.
De Nederlandse melkveehouderij heeft de afgelopen jaren al heel wat cruciale momenten meegemaakt. In de aanloop naar het einde van de melkquotering kwam eerst de Melkveewet. Daarmee werd geregeld dat de mest die na 2013 extra werd geproduceerd moest worden afgezet op extra grond of via mestverwerking. Omdat dat zou kunnen leiden tot grondloze melkveebedrijven, eiste de Tweede Kamer een AMvB Grondgebonden Groei. Die regelde dat melkveebedrijven ten opzichte van 2014 half grondgebonden en dus half grondloos zouden mogen groeien. Ook de feitelijke beëindiging van de melkquotering op 1 april 2015 was uiteraard een cruciaal moment. En de datum 2 juli 2015 waarop een nieuwe ‘quotering’ (in de vorm van een stelsel van fosfaatrechten) werd aangekondigd, zal veel melkveehouders nog lang heugen. Nu, anderhalf jaar later, gaat de Tweede Kamer over dat stelsel spreken. En daar is veel om te doen.
Overheid maakt zich verantwoordelijk voor sector
Het stelsel van fosfaatrechten is gericht op een begrenzing van de mestproductie waarbij bedrijven terug moeten naar de situatie op 2 juli 2015 minus ca. 8%. Daarbij worden bedrijven die sterk grondgebonden zijn, enigszins gecompenseerd. Juist omdat die korting noodzakelijk is, stuit invoering van vrij verhandelbare fosfaatrechten in Brussel op de regels voor staatssteun. Om aan die bezwaren tegemoet te komen is het wetsvoorstel aangepast en vroeg de staatssecretaris aan de sector om zèlf te zorgen voor krimp, vóórdat de fosfaatrechten worden ingevoerd. Daarvoor heeft de sector een plan gemaakt waarin de veevoer- en zuivelindustrie samenwerken aan beperking van de mest(fosfaat)productie. Over dit plan hebben het ministerie van Economische Zaken en sectorpartijen afspraken gemaakt in het fosfaatakkoord. Belangrijkste onderdelen van het fosfaatakkoord:
- de toezegging dat het wetsvoorstel fosfaatrechten wordt vastgesteld
- inzet van 23 miljoen euro EU-geld
- een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) waarmee de sector maatregelen kan doorvoeren voor alle zuivel- en melkveebedrijven.
De betrokkenheid van de overheid bij het fosfaatakkoord, zowel financieel als qua regelgeving, maakt haar en het Parlement medeverantwoordelijk voor de maatregelen die de sector conform het akkoord gaat treffen. En juist daar zit het probleem.…
Mogelijke procedures tegen overheid
Het fosfaatakkoord is slechts op hoofdlijnen bekend gemaakt. Wel is al duidelijk dat partijen als Netwerk GRONDig (organisatie van grondgebonden melkveehouders), de natuur- en milieuorganisaties en enkele zuivelindustrieën het niet eens zijn met die hoofdlijnen. Tevens is niet duidelijk of de maatregelen kunnen worden doorgevoerd op de voorgestelde wijze. Want is een AVV in deze situatie wel toepasbaar? Wat zijn consequenties als melkveehouders (of zuivelbedrijven) gaan procederen tegen een AVV? De laatste dagen worden er parallellen getrokken met de collectieve bestrijding van de varkensziekte Aujeszky, waarover varkenshouders meer dan 15 jaar hebben geprocedeerd en uiteindelijk in het gelijk werden gesteld.
Maar zelfs als de plannen juridisch robuust zouden zijn, is de vraag of ze toereikend zijn voor behoud van de derogatie in 2017. Die staat ter discussie omdat de Nederlandse melkveehouderij zowel in 2014 en 2015 als in 2016 meer mest produceert dan met Brussel was afgesproken. Acht Brussel de nu voorgestelde maatregelen niet voldoende, dan komt er geen derogatie en is een stelsel van fosfaatrechten niet mogelijk (in verband met ontoelaatbare staatssteun) dan wel niet noodzakelijk. De Tweede Kamer zou dan komende donderdag spreken over een wet die overbodig is.
Stimuleer broodnodige krimp
Voordat de Kamer een verantwoord besluit kan nemen over de Wet fosfaatrechten, dienen de maatregelen in het fosfaatakkoord, inclusief de AVV, uitgewerkt te zijn. Pas na een positieve (voorlopige) beoordeling van het totale pakket door Brussel, hebben fosfaatrechten zin.
Kan de Tweede Kamer tot die tijd niets doen? Toch wel. Ook de wet Grondgebonden Groei ligt voor. Aanscherpen van de normen in die wet zal melkveehouders die na 2014 sterk zijn gegroeid motiveren om hun fosfaatproductie vanaf 2017 te verminderen. Dat is een extra stimulans voor de broodnodige krimp.
Dit artikel afdrukken
Overheid maakt zich verantwoordelijk voor sector
Het stelsel van fosfaatrechten is gericht op een begrenzing van de mestproductie waarbij bedrijven terug moeten naar de situatie op 2 juli 2015 minus ca. 8%. Daarbij worden bedrijven die sterk grondgebonden zijn, enigszins gecompenseerd. Juist omdat die korting noodzakelijk is, stuit invoering van vrij verhandelbare fosfaatrechten in Brussel op de regels voor staatssteun. Om aan die bezwaren tegemoet te komen is het wetsvoorstel aangepast en vroeg de staatssecretaris aan de sector om zèlf te zorgen voor krimp, vóórdat de fosfaatrechten worden ingevoerd. Daarvoor heeft de sector een plan gemaakt waarin de veevoer- en zuivelindustrie samenwerken aan beperking van de mest(fosfaat)productie. Over dit plan hebben het ministerie van Economische Zaken en sectorpartijen afspraken gemaakt in het fosfaatakkoord. Belangrijkste onderdelen van het fosfaatakkoord:
- de toezegging dat het wetsvoorstel fosfaatrechten wordt vastgesteld
- inzet van 23 miljoen euro EU-geld
- een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) waarmee de sector maatregelen kan doorvoeren voor alle zuivel- en melkveebedrijven.
De betrokkenheid van de overheid bij het fosfaatakkoord, zowel financieel als qua regelgeving, maakt haar en het Parlement medeverantwoordelijk voor de maatregelen die de sector conform het akkoord gaat treffen. En juist daar zit het probleem.…
Mogelijke procedures tegen overheid
Het fosfaatakkoord is slechts op hoofdlijnen bekend gemaakt. Wel is al duidelijk dat partijen als Netwerk GRONDig (organisatie van grondgebonden melkveehouders), de natuur- en milieuorganisaties en enkele zuivelindustrieën het niet eens zijn met die hoofdlijnen. Tevens is niet duidelijk of de maatregelen kunnen worden doorgevoerd op de voorgestelde wijze. Want is een AVV in deze situatie wel toepasbaar? Wat zijn consequenties als melkveehouders (of zuivelbedrijven) gaan procederen tegen een AVV? De laatste dagen worden er parallellen getrokken met de collectieve bestrijding van de varkensziekte Aujeszky, waarover varkenshouders meer dan 15 jaar hebben geprocedeerd en uiteindelijk in het gelijk werden gesteld.
De Tweede Kamer zou dan komende donderdag spreken over een wet die overbodig isToereikend?
Maar zelfs als de plannen juridisch robuust zouden zijn, is de vraag of ze toereikend zijn voor behoud van de derogatie in 2017. Die staat ter discussie omdat de Nederlandse melkveehouderij zowel in 2014 en 2015 als in 2016 meer mest produceert dan met Brussel was afgesproken. Acht Brussel de nu voorgestelde maatregelen niet voldoende, dan komt er geen derogatie en is een stelsel van fosfaatrechten niet mogelijk (in verband met ontoelaatbare staatssteun) dan wel niet noodzakelijk. De Tweede Kamer zou dan komende donderdag spreken over een wet die overbodig is.
Stimuleer broodnodige krimp
Voordat de Kamer een verantwoord besluit kan nemen over de Wet fosfaatrechten, dienen de maatregelen in het fosfaatakkoord, inclusief de AVV, uitgewerkt te zijn. Pas na een positieve (voorlopige) beoordeling van het totale pakket door Brussel, hebben fosfaatrechten zin.
Kan de Tweede Kamer tot die tijd niets doen? Toch wel. Ook de wet Grondgebonden Groei ligt voor. Aanscherpen van de normen in die wet zal melkveehouders die na 2014 sterk zijn gegroeid motiveren om hun fosfaatproductie vanaf 2017 te verminderen. Dat is een extra stimulans voor de broodnodige krimp.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Fosfaatakkoord of niet, zonder een door de 2e kamer aangenomen wet die voorziet in de introductie van het al op 2 juli '15 aangekondigde fosfaatrechtenstelsel is de derogatie in '17 al voorbij.
Jan Cees Vogelaar schreef vanmorgen een brief aan de leden van de Tweede Kamer die vanavond over dit dossier moeten oordelen.
Geachte leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
Vanavond is er in uw huis een debat over de Fosfaatwet en de AMvB grondgebonden melkveehouderij.
De fosfaatwet heeft een aantal zeer grote nadelen voor de sector maar het meest bijzondere nadeel is dat de fosfaatrechten verhandelbaar los van de grond worden uitgegeven en verhandelbaar zijn een forse waarde krijgen en daarmee tot in lengte van jaren een zwaar nadeel zullen vormen in de concurrentie positie van de Nederlandse melkveehouderij.
Overigens de waarde vorming van de fosfaatrechten leidde ook tot de bemerking van staatssteun vanuit Brussel.
De afgelopen jaren zijn er diverse momenten geweest in uw huis maar ook daar buiten waar er door uw huis en ook door de organisaties in de zuivelketen keuzen zijn gemaakt.
De optelling van die keuzen heeft geleid tot een melkveehouderij sector waarin een grote verscheidenheid van bedrijven en bedrijfsvormen zich manifesteert.
De hedendaagse melkveehouderij is in grote delen van het platteland beeldbepalend en de cultuurdrager van het platteland.
Koeien in de wei, grasland en op heel veel bedrijven ook doelgericht activiteiten om bij te dragen aan de natuurlijke omgeving waarin vogels en niet gehouden dieren hun thuis hebben.
Met name de laatste vijf jaar zien we een aantal ondernemers kiezen voor een sterke vorm van geïndustrialiseerde melkveehouderij.
Een vorm van bedrijfsvoering die wettelijk is toegestaan maar steeds meer op maatschappelijke weerstand stuit. Rond de invoering van beide wetten is een broos stelsel van afspraken met het zuivelbedrijfsleven gemaakt. Dit alles voor behoud van;” De Derogatie”.
Overigens zonder te weten hoe die derogatie er straks komt uit te zien.
Afspraken dat het bedrijfsleven een krimp gaat bewerkstelligen in het aantal gehouden dieren op melkveehouderij bedrijven, het beroemde voerspoor en nog een aantal zaken.
Iedereen die een beetje ervaring heeft met de uitwerking van dat soort regelingen kan van te voren zien dat deze gedoemd zijn te mislukken zeker bij een fors aantrekkende melkprijs zoals nu het geval is.
Komt nog bij de AVV verklaring welke moet worden afgegeven door EZ en welke getoetst moet worden in Brussel en waartegen nu al melkveehouders actie ondernemen om deze bij invoering juridisch aan te vechten.
Binnen het bedrijfsleven is steeds meer twijfel aan het ontstaan of men wel door kan en wil met deze door het bedrijfsleven te organiseren krimp in dier aantallen.
De Staatsecretaris en het ministerie van EZ zeggen luid en duidelijk wij kunnen niets meer het is aan het bedrijfsleven. Dit terwijl dergelijke ingrijpende maatregelen zeer zeker wel door de overheid kunnen worden uitgevaardigd. Natuurlijk het vraagt moed en visie en overredingskracht maar vooral ook gewoon stomweg de inzet en de wil om het te doen.
De komende dagen met de behandeling van de eerder genoemde wetten is het moment waarop de u in uw rol medebepalend zal zijn voor welke richting de melkveehouderij gaat ontwikkelen.
Een aantal fracties heeft voorstellen gedaan wel of niet in overleg met de Staatssecretaris en wel of niet een deal over één of meerdere punten gesloten.
Op deze wijze is er een meerderheid ontstaan voor de wetten in aangepaste vorm.
Diverse fractie kunnen na de behandeling stellen; we vonden het een slechte wet maar wij hebben hem op en paar punten of op ons punt weten aan te passen.
Echter de kern is dat het een slechte wetgeving is met een uitwerking die de melkveehouderij versneld in een maatschappelijk ongewenste richting verder laat ontwikkelen, blijft staan.
We weten dat de wet aan alle kanten rammelt.
We weten dat de benodigde krimp in dieren door het bedrijfsleven niet kan worden waargemaakt. Of een AVV door Brussel worden toegestaan is hoogst onwaarschijnlijk en mocht dat al zo zijn dan zullen er veel melkveehouders per direct en juridische procedure beginnen.
We weten ook dat de cocktail van bovenstaande het verlies van de derogatie gaat inhouden en letterlijk en figuurlijk ruim 500.000 melkkoeien de kop zal kosten en er een zeer zorgelijk neveneffect zal zijn richting varkenshouderij en pluimveehouderij.
Het is een gevalletje voertuig te water waarbij de omstanders en de beoogde hulpdiensten met elkaar op de wal staan te overleggen wie welke reddingspoging gaat doen van welk zinkend wiel. Ondertussen verdrinken de passagiers.
De afgelopen weken heeft zich een bijzondere coalitie gevormd van boeren, milieu en natuur en landschap en dierenbeschermingsorganisatie.
Een bijzonder unieke coalitie die elkaar heeft gevonden in het willen voorkomen dat de melkveehouderij in Nederland een onomkeerbare route van steeds verdergaande industrialisering in gaat.
Een coalitie die ruimte wil bieden aan een grondgebonden melkveehouderij die ons cultuur landschap verrijkt en in harmonie met maatschappelijke wensen een waardevol bestaan heeft.
Om te voorkomen dat de melkveehouderij in een uitzichtloze situatie terecht gaan komen wil de coalitie een indringend beroep doen op u als volksvertegenwoordigers.
Deze coalitie heeft overeenstemming over een plan voor grondgebonden melkveehouderij met als doel;
· Meer draagvlak in Brussel voor behoud derogatie
· Handhaving niet door sector, maar door overheid
· Minder regels voor boeren i.p.v. meer
· Probleem wordt opgelost waar deze ontstaan is
· Positieve stimulans voor weidegang en grondgebondenheid
· Geen onredelijke benadeling bio bedrijven
· Meer groeiperspectief voor veehouderij
· Meer toekomstperspectief voor het grondgebonden familiebedrijf
· Door lagere waarde fosfaatrechten vloeit minder geld uit de sector
· Kleiner aantal (intensieve) bedrijven met grote reductie waardoor compensatie makkelijker wordt
· Draagvlak bij meerderheid veehouders
· Draagvlak bij diverse natuur en milieuorganisaties
· Beter voor duurzame imago Nederlandse zuivelsector
· Beter voor het imago van de Nederlandse politiek
Als bijlage treft u aantal amendementen aan (opties voor grondgebondenheid) welke bij indienen en een verkregen meerderheid in uw huis, waarborgen dat de melkveehouderij in Nederland grondgebonden kan ontwikkelen.
Het is aan u om te kiezen voor het cadeau of de deal met de Staatssecretaris voor een deeltje een slechte wet anders in te vullen of te kiezen voor een perspectiefvolle maatschappelijke gewaardeerde melkveehouderij door middel van indienen en ondersteunen van de bijgevoegde amendementen.
U kunt kiezen voor een in de kern slechte wet met daarin een aantal behaalde partijpolitieke voordelen of aanpassen in een wet die de drager wordt van een mooie sector waarin melkveehouders en hun gezinnen op een gewaardeerde manier in harmonie met omgeving en maatschappij een fatsoenlijk inkomen kunnen verdienen.
Sterkte en wijsheid toegewenst in uw keuze
Met vriendelijke groet,
Mede namens o.a. Triodosbank, Netwerkerkgrondig, Bionext, Eko-Holland, Zuivelonderneming Henri Willig bv.,Miliedefensie,Dierenbescherming, Stichting Demeter, etc.
Jan Cees Vogelaar
# Jos
Zie ik nu bij jouw krokodillentranen? Het verlies van derogatie was toch vanaf het begin de inzet van jouw club?
Herman Wijffels, Geert Mak, Harm Holman en Wouter van der Weijden schreven vandaag een stuk in de Volkskrant: Kabinet verkwanselt weidelandschap. Ze gebruiken een esthetisch argument om het boerenprobleem op te lossen?
Dick #4: het probleem is inderdaad nu juist dat voor veel deelnemers aan deze discussies de kern een andere is, en ze dus een andere hoofdargumentatie gebruiken. Waar Wijffels c.s. een esthetisch argument gebruiken, gaat het anderen om het boerenprobleem en wéér anderen om het milieu (waterkwaliteit etc.).
En juist daardoor, omdat iedereen vindt dat de zuivelsector, al dan niet met derogatie, een ander ultiem doel dient of moet dienen, ontstaat een dialoog van doven of op zijn minst slechthorenden, zoals goed te zien is in de draad over derogatie als verloren zaak.