De algemene kranten rapporteerden over boerenprotesten bij het hoofdkantoor van AH in Zaandam. Het Parool berichtte over de gezamenlijke actie van de YFM en boeren in Amsterdamse AH’s. In vakblad de Levensmiddelenkrant zeiden retailkenners Gerard Rutte en Marcel van Aalst dat Albert Heijn een beetje dom was geweest. De Zaanse super had beter kunnen zeggen dat de korting bedoeld was om de prijzen voor ons – consumenten – betaalbaar te houden. Die gaan immers nog genoeg omhoog in de komende jaren. Door je leveranciers scherp te houden, zorg je in ieder geval voor de laagst mogelijke prijzen.
Vanmorgen vroeg ik Marc Jansen, directeur van het CBL, hoe hij aankijkt tegen de golf van verontwaardiging die AH heeft opgeroepen. Is hij het eens met Rutte en Van Aalst? “Daar kan ik geen uitspraken over doen. Dat is de keuze van AH. Mij gaat het erom hoe iedereen erin zit. Ik zie de boeren op deze actie springen. Het is bijna gênant om te zien hoe ze steeds verder in de rol van slachtoffer kruipen. Maar dat gaat hen niet helpen. Ze moeten ervoor zorgen dat ze zelf een marktpositie krijgen. Daar werken ze helemaal niet aan.”
Is dat zo? “Jazeker”, zegt Jansen, “boeren en tuinders sturen geen rekeningen en krijgen ook helemaal geen brieven van AH. Ze zitten elke week weer bibberend te wachten op de noteringen die ze van hun coöperaties krijgen en zorgen er niet voor dat ze ons helpen om méér voor hun product te kunnen vragen. Je zou AH even moeten vragen hoeveel brieven naar boeren en tuinders zijn verstuurd.” Dat deed ik. Rianne van der Sar, persvoorlichter bij Albert Heijn, bevestigde me dat er slechts brieven zijn verstuurd naar directe leveranciers. Daar zijn geen boeren en tuinders onder. Van der Sar: “De inkoopkorting is bedoeld om onze groei met traditionele winkels in België en het To Go-concept in Duitsland te kunnen realiseren. Daar profiteren onze leveranciers van en daarom vragen we deze bijdrage aan een koers waar we samen van zullen profiteren.”
Jansen is scherp over de opstelling van de boeren. “Ik vind het beschamend dat de sector weer eens zo overduidelijk zijn zwakte toont, zonder met oplossingen te komen. Er wordt veel te veel geproduceerd, er wordt niet gewerkt aan onderscheid terwijl boeren en tuinders niet los kunnen komen van het systeem van noteringen. Daar zou aan gewerkt moeten worden. Nu met z’n allen op AH duiken geeft geen pas. Het bedrijf doet hooguit een dikke 15% van het Nederlandse maagaandeel. In bijvoorbeeld kasgroenten doen alle supers samen amper meer dan een procent of 5 van wat in Nederland gemaakt wordt; in varkensvlees is dat een dikke 10% van de dieren die hier geboren worden. Wat willen de boeren?”
Even fel is hij op de opstelling van Philip den Ouden van de FNLI die AH’s eenzijdige actie in scherpe woorden veroordeelde: “Den Ouden is buiten zijn boekje gegaan. Hij weet beter en weet ook dat onze gedragscode Mededingingsrecht zulke uitlatingen verbiedt. Supermarkten en leveranciers komen er binnen de grenzen van de wet namelijk altijd uit als er echte problemen zijn die een aanpak in het gezamenlijk belang vergen.”
Ik confronteerde Jansen met een aantal andere uitspraken die de laatste dagen over AH zijn gedaan en vroeg hem daar met enkele woorden op te reageren. Klaas Johan Osinga van LTO zei dat de kortingsactie in bijvoorbeeld Engeland niet zou kunnen vanwege de daar geldende gedragscode van onderhandelingen. Jansen: ‘Dat is schijnheilig. Juist LTO frusteert de onderhandelingen die op initiatief van koepelorganisaties in Brussel worden gevoerd om tot zo’n code te komen. LTO wil de mededingingswet aanpassen om nog meer eenheidsworst van samenwerkende boeren te kunnen maken. Dat lost het probleem vooral niet op.”
Albert-Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland, noemde de actie van AH ‘onbehoorlijk’. Jansen: “Maat is nog steeds een politicus. Deze uitspraak toont aan dat hij niet wordt gehinderd door kennis van zaken. Dat bedoel ik letterlijk, in de zin van ‘wat moet je doen om succesvol te kunnen ondernemen?’ Het is vooral onbegrijpelijk dat hij voor Unilever, Procter & Gamble en andere partijen die prima in staat zijn hun eigen kooltjes uit het vuur te halen in de bres springt en vergeet zijn eigen achterban te vertellen waar die al 20 jaar geleden aan had moeten beginnen.”
Annechien ten Have, voorzitter van LTO Nederland varkenshouderij, zei ‘consumenten moeten ons helpen.” Jansen: “Ten Have heeft daarmee beslist een valide punt, maar wat ze vergeet erbij te zeggen is dat de Nederlandse varkenshouders zwaar achterlopen bij wat de markt wil. Als die niet komen met onderscheiden concepten waar consumenten iets mee hebben én voor een nette prijs, dan gebeurt er niets. Miesemausen helpt niet, je uiterste best doen om het schijnbaar onmogelijke waar te maken wel. Dat kunnen wij als levensmiddelenhandel ook niet eenzijdig veranderen.'
Fotocredits: Marc Jansen (l), tijdens Hét Landbouwdebat 2012, Grasbaal
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Bij #83 moet de link verwijzen naar: http://evmi.nl/marketing-sales/nieuwe-piek-in-voedselprijzen-verwacht/
Deze draad kan stoppen, want ik lees zojuist dat het allemaal goed komt. De granen worden duurder, maar de voedingsprijzen stijgen ook. Liefst met 15%. Voorspelt de Rabobank. Schrijft het FD, die de prijs van varkens zelfs met 31% laat stijgen. Ik sluit niet uit dat het FD het Raborapport niet helemaal juist ‘vertaalt' (FD schermt bericht af, daarom via EVMI). Stel dat het klopt, dan gaat de consument in Nederland van zijn besteedbaar inkomen 12 tot 17% (afhankelijk van het huidige percentage, waarover ik getallen zie van 11 tot 15%) uitgeven aan voeding. En nog jagen we samen achter de aanbiedingen en kwantumkortingen aan, zoals ons vooral sinds de start van de prijzenoorlog in oktober 2003 in superland is aangeleerd. En ons collectief de reflexen van Henric #54 geven: “Dat gaat me geld kosten.” Ik ben het eens met de verzuchting van Jos in #53: “Wie heeft ervoor gezorgd dat de consument voor de laagste prijs gaat?”
In #57 stelt Annechien dat het is zoals het is en dat het er niet over moet gaan wie slachtoffer is of underdog. Komende week zal het CBS in select gezelschap de nieuwe cijfers van Landbouwtelling 2012 presenteren. Voorspelling doen? Weer paar procent minder boeren. Productie gelijk tot een ietsje meer. In kilo’s dan, wordt in eurowaarde is het momenteel sectorbreed schraal. Wederom schaalvergroting dus, waarvan de rekening inderdaad niet bij supers neergelegd kan worden, zoals Huib in #54 en Dick in #55 vaststellen. Er gaat weer heel veel de grens over, maar ‘wij boeren en tuinders’ zullen toch ook voor een aanzienlijk bedrag in eigen land verkopen. En daar gaat een steeds groter aandeel via de super. De jarenlange trend is dat de speciaalzaak het loodje legt. Omdat ‘wij consumenten’ gaan voor gemak en dolgraag hamsteren voor weinig.
Bij die retail hebben melkveehouders met hun Campina een stevige marktpositie kunnen opbouwen (a). Immers, dit merk is/was jarenlang kampioen in het winkelschap. Of waar groenten & fruittelers met noviteit Fred & Ed hoge waardering scoren (b). In dezelfde hoek hebben glasteler Hartman uit Sexbierum (c) en handelshuis Bakker Barendrecht (d) al jaren een vaste en – daarom ongetwijfeld – een goede relatie met een zekere super. En Vion heeft goede afspraken kunnen maken met de retail over (één) sterrijk vlees (e).
De discussie over de marges is – zou ik bijna zeggen – van alle tijden. Ook als deze draad langzaam maar zeker uitdooft, krijgt het elders een vervolg. En altijd is teneur: werk aan markkracht (dus niet marktmacht), zorg voor goede relaties met je afnemers (waarvan uitschakelen van – margevretende - tussenschakels onderdeel is) en/of creëer nieuwe marktconcepten. En dat had die boer of tuinder al jaren geleden moeten doen! Waar ik nu benieuwd naar ben, zijn harde feiten:
1. Is het echt lucratief om veel schapmeters te hebben (kampioen Campina)?
2. Is een merk-smaaktomaatje meer rendabel dan een niet-merk smaaktomaatje (Fred & ED)?
3. Levert een ster op vlees naast extra kosten ook een beter rendement op (Vion)?
4. En als het ‘lekker verdient’, merkt de leverancier (lees: boer / tuinder) daar dan ook iets van?
Is het antwoord vier keer nee, dan jagen we spoken na. Dus graag een iets uitgebreider staatje dan de paar cijfers uit het plaatje in #67. Voor mij is het minus-2%-dictaat van AH (want contractbreuk is het) vooral een bevestiging van de ratrace: het volume is groter, dus kan het efficiënter en dus kan het goedkoper. Dat klinkt ietsje eerlijker dan ‘jij leverancier moet meebetalen aan onze groei’. Groei in een – volgens Dick in #50 - neergaande markt….. Ik ben er overigens beslist van overtuigd dat dit spel ook wordt gespeeld tussen veehouders en voerleveranciers (@Paul, #44), al tracht die laatste groep hogere inkoopprijzen door te bereken in de ‘brokprijs’. Ik wil de veehouders niet de kost geven die na uitbreiding – wellicht dan wel zonder contractbreuk - bikkelharde onderhandelingen voeren over meer kwantumkorting. Maar dat terzijde, al is ook dat weer symptomatisch voor de ratrace waar Liesbeth in #74 naar verwijst.
Marc zegt in #30 ”Het zijn de dingen die je met elkaar doet.” Annechien vraagt in #57 Hoe? Het lijkt me een uitstekende handreiking over en weer. Laten ‘we’ bij de samenwerking de lat niet te laag leggen en– laten we zeggen - een 20%-streven aanhouden. Consumenten in ons land gaan per 2013 20% van hun besteedbaar inkomen aan voeding uitgeven. Natuurlijk, dit is utopisch en druist ongetwijfeld tegen tal van (mededingings)wetten in. Maar het is denk ik ook waar Huib in #70 op doelt (zijn voorstel lijkt me het meest snelle: via supers collectief enkele procenten erbij) en eerder ook Nils (#24, ‘de situatie waarin ons gezamenlijk resultaat het grootst is’). De logica van analisten (Dick, #71) is te doorbreken. Daarvoor is geen overheid nodig, maar slechts de ketenpartijen die Dick in #73 opsomt; of het moet zijn dat die overheid faciliteert met ruimte in de (mededingings)wet.
Ik denk dat zowel supers als agrarische ondernemers er baat bij hebben dat wij allen als prijskopers ervan doordrongen raken dat (duurzaamheids)eisen die wij als burger via overheid of als consument via de markt afdwingen, een kostplaatje hebben. Een ‘20%-beweging’ – al of niet gekoppeld aan een Food Revolutie kan vele gevolgen hebben. Bijvoorbeeld een omkering van de ‘natuurlijke beweging’ dat klasse 1 de grens over gaat en tweede en derde soort hier in het agf-schap ligt. Dit kan echter wel helpen om die consument ervan te overtuigen dat kwaliteit een prijs heeft. Dat is in beider belang, zoals Annechien in #20 als haar vaste overtuiging neerzet: “dat we er alleen uitkomen als we samen werken en uit de prijsconcurrentie willen komen. Dat geldt voor boeren en voor supers allebeide. Want beiden doen ze hetzelfde.” En ik denk dat de (gemiddelde) consument er momenteel rijp voor is, ondanks of wellicht juist door de crisis, en de boer of tuinder helemaal. En wellicht blijkt dat ‘we’ dan toch ook gewoon ‘zij’ zijn (Jan Peter in #80).
Ik zou allereerst graag de feitelijkheden weten achter de vier voornoemde vragen. Wie weet ’t en kan het rijtje dat Dick namens Marc in #67 weergeeft verder verfijnen met onder meer ook de cijfers waar Wouter in #69 om vraagt? En vervolgens staat het uiteraard iedereen vrij om te ‘schieten’ op de ‘20%-utopie’.
Josien, ik laat het zo snel mogelijk weten ;-)
JP, weet jij dat ook nog niet?
Dat zal niet 'we' zijn Josien, dat zullen nieuwe 'verwerkers' en nieuwe 'retail' zijn.
We wordt dus zij. Al weten we nog niet wie zij zijn.