Ik ben een landbouwingenieur met een fors uit de hand gelopen interesse in integrale ecosystemen. Voor mij zijn peulvruchten vooral leden van die reusachtige familie van vlinderbloemigen - in totaal zo'n twintigduizend soorten – waaronder vele bekende en nog veel meer onbekende soorten zogeheten 'kruidachtige' planten, maar ook struiken en bomen, soms reusachtige bomen. Ze ontlenen hun familienaam aan de onmiskenbare, symmetrisch-fladderige bloemen waar zij in grossieren – denk aan klaver (piepklein), wikke, lupine, erwten, pronkerwten natuurlijk, brem, maar ook aan goudenregen, en robinia (die vaak acacia wordt genoemd, maar van achteren juist pseudoacacia heet).
Vlinderbloemigen zijn ongemeen belangwekkend vanwege hun onmisbare potentieel voor de land- en tuinbouw van de toekomst. Als we van de peulen aan de plant een niveautje zakken, naar de bodem waar die plant in groeit, en van de aminozuren en eiwitten een niveautje afdalen naar de moleculen waar die uit zijn opgebouwd, dan draait het daarin om allemaal om stikstof. Stikstof is het cruciale element in plantaardige aminozuren. Er is geen aminozuur of eiwit zonder stikstof. Pure stikstof kennen we allemaal van dichtbij, want dat is het hoofdbestanddeel van lucht. 'Lucht' bestaat voor bijna 80% uit stikstof. Maar als het als gas in de lucht zit, zit het nog niet in de plant. Edoch, en dat is het bijzondere, wèl bij vlinderbloemigen (en - anders blijven we kibbelen - bij een enkele outsider). Dat flikken ze door vriendjes te zijn met specifieke bacteriën die zelfs bij hen inwonen, in hun wortels in de bodem, dat flin-ter-dun-ne jasje om de Aarde. Hier is het 20 cm diep en daar misschien wel 3 meter. Gemiddeld gaat het om honderd luttele centimeters, op een planeet met een doorsnede van 12.000 kilometer. Dat is iets om zuinig op te zijn, ook al zijn we dat bepaald niet. Hoera echter voor de vlinderbloemigen, want die zijn een onmisbare hulp om onze slechte zorgen te helpen herstellen.
De meeste vlinderbloemigen gaan een symbiose aan met bacteriën die de voornaam Rhizobium hebben: 'hij/zij die in wortels leeft'. Ultraspecifieke mIcro-organismen, huizend in de zogenaamde wortelknolletjes die de ‘waardplant’ (geen familie) gaat vormen als die de los rondzwervende bacteriën eenmaal via zijn wortelharen heeft binnengelaten. In zo’n wortelknolletje bouwt Rhizobium dan zijn ammoniumfabriek op, waar hij de stikstof die in een goede, luchtige bodem langs komt, bindt aan waterstof die hij uit water haalt. Et voilá, ammonium - voor transport door een plant de handigste vorm van stikstof. In ruil daarvoor krijgt de bacterie suikers van de dankbare plant toegediend, product van de fotosynthese. Van de ammonium maakt de plant aminozuren, en vervolgens onder meer eiwit, dat vooral in zijn zaden terug te vinden is. Dat is één. Maar niet alle stikstof wordt zo door dezelfde plant gebruikt; een deel komt in de loop – en na afloop – van zijn cyclus in de bodem terecht. En dan kunnen andere planten er dus ook bij. Dat is twee. Ook zij hebben dat nodig voor hun eiwitten, bladgroen, hormonen, enzymen en al hun DNA. Vlinderbloemigen zijn niet alleen om op te vreten maar zijn meteen ook geweldige groenbemesters.
Zij vervullen van nature een rol die de agroindustrie de laatste eeuw heeft trachten over te nemen, door via kunstmest stikstof in de bodem te brengen. Dat komt voort uit een typisch industriële gedachte: laat ons het maar in een potje stoppen, dan koop je dat gewoon van ons en komt het allemaal goed. Maar het komt niet goed. Minerale korrels strooien is bijvoorbeeld iets anders dan bodemvruchtbaarheid opbouwen. Wat die bacteriën in die petieterige wortelknolletjes klaarspelen - het splitsen van de twee atomen van stikstof uit de lucht - kost ons bergen fossiele energie, want het lukt alleen bij hoge druk en temperatuur. Zo’n 0,6 kg aardgas per kg stikstof. Kunstmestproductie staat in de boeken voor 2 á 3 % van het totale wereldwijde energieverbruik. Vlinderbloemigen doen het gratis en voor niks. Stikstofhoudende kunstmest is dus iets van een tijdperk dat voorbij is. Laat vlinderbloemigen – bonen, erwten, linzen, kapucijners, lupine, pinda’s maar ook klavers, luzerne en vele vele meer – dus overal hun ding weer doen. Ze zijn een zegen voor de bodem en een zegen op je bord.
fotocredits: dekker meststoffen
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wat (kunst)mest aan hogere voedselproductie oplevert, wordt weer (deels) teniet gedaan door de luchtvervuiling.
In Farming Online is te lezen hoe een aanzienlijk deel van de oogsten wereldwijd aangetast zijn door ozon. Voor tarwe bedraagt de vermindering 13%:
http://www.farming.co.uk/
Waaruit weer eens blijkt hoe alles samenhangt. En hoe belangrijk een totaalvisie is. Een visie die nu ontbreekt.
Als belangrijke aanvulling op de mogelijkheden van vlinderbloemigen is er Amarant:
"Amarant blijkt hogere opbrengsten te bieden, minder anti-nutritionele stoffen te bevatten en beter verteerbaar te zijn. Bovendien bevat amarant veel squaleen, een sterk anti-oxidant, wat de gezondheid van de dieren ten goede komt.
Voederproeven met vleeskuikens toonden aan dat amarant even goed presteert als beendermeel of vismeel. Bij voederproeven met schapen waren de resultaten met amarantvoeder gelijkaardig aan die met luzernekuil.
Amarant kan na 105 dagen geoogst worden.
Deegrijp oogsten kan al in augustus, zodat winterkoolzaad op hetzelfde perceel nog kan gezaaid worden. Door de snelle groei krijgen onkruiden geen kans, maar bij de trage initiële groei kunnen er problemen rijzen. Net als kemp is ook deze teelt is een welkome vruchtafwisseling.
Amarantzaad kan tot 5 ton /ha opleveren, de gehele plant 7 tot 12 ton DS/ha (1 à 2 ton proteïne/ha)."
uit: http://www.wervel.be/downloads/eiwittenvandetoekomst.pdf
Maar niet alleen de eiwitten van Amarant verdienen belangstelling. Op mijn site heb ik er een aparte pagina aan gewijd, vanwege het belang van dit gewas: http://www.warenwelenwee.nl/agf_amarant.html (i.v.m. het voeden van de wereldbevolking met minder/zonder kunstmest - overigens was de bevolkingsgroei de afgelopen eeuwen geen gevolg van kunstmesttoepassing, maar dat is een discussie apart).
Natuurlijk draait het om een systemische verschuiving. De hoeksteen van de moderne landbouw – agro-industrie, geen agricultuur – glijdt daaronder weg. Olie, en de andere grondstoffen die in grote hoeveelheden als externe input worden ingezet, niet voor erbij, maar structureel. Natuurlijk heeft de inzet daarvan de groei van de wereldbevolking mede mogelijk gemaakt, maar de werkelijke kosten staan niet in het plaatje. Nu is de vraag domweg hoe we de transitie voor elkaar kunnen krijgen. We willen en kunnen niet terug naar het geploeter van daarvoor. Gelukkig lijkt er nog heel veel te ontdekken en te herontdekken – ecologisch: ontwikkeling van polyculturen, carbon farming - technologisch: algen, insecten, fermentatie, waterzuivering - economisch: Slow Money, CSA, deugdelijke boekhouding enz. En een andere systemische laag die minder in beeld lijkt: we nemen de scheiding voor lief van enerzijds producenten en anderzijds consumenten, die elkaar tegenkomen op een vrije markt. Maar die vrije markt is een illusie. En sowieso blijkt die er niet voor te kunnen zorgen dat mensen genoeg en goed genoeg te eten hebben; hier wat minder zichtbaar, maar veel van die miljarden mensen die qua voeding best met ons zouden willen ruilen zorgden voorheen tenminste voor hun eigen kost. Het zou – ook hier, zou ik zeggen – al een klap schelen als veel meer mensen weer een deel van (ook) hun eigen voedselproductie op zich zouden nemen. In minder grootschalige systemen, zodat de bestaande hulpbronnen – in de 1e plaats natuurlijk de bodem, en verder microklimaat en water en lokale ecologie en agrobiodiversiteit en technologie enz. – én efficiënt én effectief ingezet kunnen worden.
Mijn referentiebeeld blijft vooralsnog dat van de natuurlijke successie van ecosystemen. De moderne landbouw is vergelijkbaar met de kolonisatiefase: een kleine groep relatief aggressieve onkruiden die de kale grond (we eten vooral éénjarigen) in beslag nemen, grote hoeveelheden grondstoffen en extreme omstandigheden aankunnen en vooral massa produceren. Daar zijn we blijven hangen; we creëren die kale grond telkens opnieuw. Van nature worden pioniers opgevolgd door wat langzamere groeiers, meer diversiteit, meer relaties, en uiteindelijk wordt ’t overal bos (grasland in droge gebieden). Omdat we met zovelen zijn, moeten we dat bos een beetje open houden, dan is er de grootste diversiteit. Zulke systemen zijn in wezen zelforganiserend, krioelend van de onderlinge relaties en feedbackloops. Inderdaad, zo zagen bijv. de Javaanse ‘home gardens’ er uit; leven van de rente van het systeem, niet van het kapitaal. Zo’n soort climaxvegetatie zou ook het model voor de toekomstige economie moeten zijn. Miljoenen micro- en mesoproducenten die ook allemaal consumenten zijn, en hier en daar een makroproducent, maar dan als integraal deel van het geheel. Daar moet iedereen zijn of haar niche in zien te vinden, terwijl we – kort door de bocht – nu met ons boodschappentasje aan het eind van de lopende band van een in wezen volledig aanbod-gestuurd complex staan. Dat is niet bepaald alleen een kwestie van wat meer erwten in het veld. En met een beetje permacultuur komen we er niet, maar dat bestaat in mijn ogen ook niet; steeds een beetje méér bestaat wel, en nog liever steeds véél meer – veel meer van wat er blijkt te werken. Gelukkig komen steeds meer mensen die kar mee helpen trekken.
Maren, "Maar ze hebben hun prijs." Wat dacht je waarom ik afgelopen zomer ruim een week het gesteun en gevloek van die ecologen over mij en mijn boerenfamilie heen heb laten komen daar op die mooie rivier in Frankrijk? (Vreselijk mooi en maar twee mensen gezien die week)
Precies, omdat het boerenland stervende is. Ook in Frankrijk, ja Dick er zijn nog haast onberoerde plekken, je hebt gelijk, ook in Engeland, ook in Duitsland, ook in Denemarken, veel bio daar waar ik was, shame on Dansk bio. (ik was daar deze zomer, mij maak je niets meer wijs)
Jullie zijn op zoek naar oplossingen en dat is goed, heel goed. Maar ik zie ze nog niet heel helder en nadat ik vorig jaar met wat ecologen naar het afscheid van Frits van Beusekom in de Brenne ben geweest is mij jullie houding door een zekere Gerben Poortinga (ook ecoloog) afgeraden. Tot nu toe hou ik mij daar aardig aan. Er niet over hebben wat zou moeten, maar meer wat zal er gebeuren!
Trouwens bij die Nederlandse ecologen aldaar heb ik niemand van jullie gezien. Trouwens ik hoor ook nooit iemand wanneer ik de conclusie van Olff en Piersma hier rondstrooi, plaatsvervangende schaamte misschien?
Mijn voorstel is om te beginnen de milieukosten in alle subsidies te verdisconteren. En dan maar hopen dat de productie enigszins op peil blijft. Immers het is hard nodig om de productie op het bestaande landbouw areaal te vergroten, tegelijkertijd is het maar zeer de vraag of de geweldige toename van de opbrengsten die we afgelopen 40 jaar hebben gezien opnieuw gehaald kunnen worden. Voorlopig lijkt het daar in het geheel niet op. Toch is dit nodig omdat anders die ecologen nog verdrietiger gaan worden. Het beste akkerland is al jaren in gebruik, hetgeen betekent dat eventuele uitbreiding op marginaal land plaats zal moeten vinden (Jopie, dat zijn allemaal geen Javaanse vruchtbare delta's; een van mijn eerste onderzoeksobjecten naar tropische landbouw) met waarschijnlijk lage opbrengsten en groot risico voor bodemdegradatie. Kortom productietechnieken met een op voorhand een lagere opbrengst kunnen we ons momenteel even niet veroorloven. Denk ook even wat er aan de hand is in grote delen van Afrika. (Zie het werk van Ken E. Giller WUR) Sowieso is de situatie erg dynamisch, wat voor het ene land (gebied) geldt is voor het andere land weer totaal anders. Bij de een schaarste, bij de ander ophoping. Vooral dat laatste is hier het geval. (centripetal concentration op wereldschaal) In Nederland is de laatste jaren het kunstmestgebruik al met de helft gedaald, dit vooral als gevolg van de door de Nederlandse overheid ingevoerde gebruiksnormen voor fosfaat. Met zoveel mest is dan in dit fosfaat regime kunstmest het eerste dat wordt vermindert. (experimenteren met verschillende fracties mest) Maar mestverwerking kost naast veel geld ook erg veel energie en een oplossing is dan ook nog niet in zicht. Jammer voor onze varkensboeren want die hebben een probleem. Wat ergerlijk is, is dat wij dit fosfaat hier verbrassen en dat het voor de Afrikaanse boer die dit product zo zeer nodig heeft onbereikbaar is. ( Maren, ik dacht toch echt dat het niet alleen de Heij was.)
Jopie, bonen werden bij ons thuis altijd niet of amper bemest. Wij weckten vroeger nog en te veel bemesting op bonen werd onmiddellijk afgestraft. De weckflessen gingen los; maar daarvoor hadden wij het al geproefd, ze stonken de pot uit.
Joris, denk even na, wat zeg je nu eigenlijk, of liever wat zeg je niet. Ik wil hier niet lullig doen, maar eigenlijk zeg hier alleen maar ik trap een open deur in.
Trouwens er zijn boze tongen die beweren dat we wel 14 miljard en meer mensen kunnen voeden en dat verhaal is helemaal zo gek nog niet omdat wanneer je de hoogste en laagste productie pha, pp vergelijkt er enorm veel productieruimte ligt wat zou kunnen worden opgevuld. Hoe het dan zit met faciliterende ecosystemen is vers twee. Kijk maar eens naar wat Niek Koning WUR over die miljarden zegt. Mocht deze conclusie waar zijn dan heeft dit beslist ook impact op de prijsvorming.
(gewoon even afwachten hoe ver we het karretje in de poep kunnen rijden)
Zoals ik al eerder schreef vind ik het stuk van Fransje een aanvulling op alle informatie en recepten over bonen de laatste weken in het kader van de bonenestafette. Maar ik ben het wel Hendrik eens dat deze informatie eigenlijk bekend zou moeten zijn. Ook bij niet-boeren. Ik heb het in ieder geval gewoon bij biologie op de middelbare school geleerd.
En Liesbeth heeft een mooie Ps met 'In Oostenrijk zijn de Grünen ("GroenLinks") voorstander om een vlinderbloemig gewas in de voorgestelde akkerbouwgewasrotatie van Ciolos op te nemen'.
Maar waarom is niet bekend dat dit in de Flevopolder al gewoon gebeurd met kapucijners? Daar wordt met 4 gewassen onder andere rogge, ik meen aardappels en nog een ander gewas, elk jaar geroteerd. Misschien weet Lizet nog welke andere gewassen erbij waren? (9 juli 2009).