Amerika
In Amerika ontdekte men al snel dat antibiotica niet alleen kunnen genezen maar ook een ander effect hebben. Zo bleken varkens die op jonge leeftijd antibiotica toegediend kregen sneller te groeien. Bovendien beschermden die antibiotica ook tegen de uitbraak van sommige dierziekten. Niet onbelangrijk want de vee-industrie met haar volle stallen en vaak slechte hygiëne is een vruchtbare bodem voor ziekmakende bacteriën. In een tijd waarin de veefabrieken als paddenstoelen uit de grond schoten waren antibiotica daarom een welkom middel om de massale productie van goedkoop vlees mogelijk te maken. Slechts hier en daar waarschuwde een enkeling voor het gevaar.
Resistent
Maar inmiddels weten we beter. In hun drang om te overleven passen bacteriën zich aan en worden ze ongevoelig (resistent) voor antibiotica. Als het gaat om een ziekteverwekkende bacterie zijn de gevolgen niet meer te overzien. Een ziekte als tuberculose die, dankzij antibiotica, bijna helemaal uit ons land verdreven is en nu prima behandeld kan worden, zou opnieuw een groot gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van miljoenen mensen. Daarom heeft de Nederlandse regering zich de laatste jaren enorm ingespannen het antibiotica gebruik in de veehouderij terug te brengen. De Nederlandse aanpak is model in Europa.
Verontrustend is de constatering van de onderzoekers dat in die landen geen wetten zijn om het gebruik van antibiotica aan banden te leggen en ook geen middelen om de naleving van dergelijke wetten af te dwingenToename
Deze week waren er twee opmerkelijke berichten over antibiotica. Niet helemaal verrassend was het nieuws dat er in de vee-industrie meer dieren ziek worden nu ze standaard minder antibiotica krijgen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn: staatssecretaris Dijksma stelt een onderzoek in. Schokkender was de publicatie van een Amerikaans rapport waarin vóór 2030 een wereldwijde toename van het antibioticagebruik in de veehouderij met maar liefst 67% voorspeld wordt. Dat is het gevolg van de toenemende vraag naar vlees in opkomende economieën in Azië en van de verwachting dat al dat vlees in intensieve veefabrieken geproduceerd gaat worden. Heel verontrustend is de constatering van de onderzoekers dat in die landen geen wetten zijn om het gebruik van antibiotica aan banden te leggen en ook geen middelen om de naleving van dergelijke wetten af te dwingen.
Stoppen met reductie?
Inmiddels gaan er in Nederland al stemmen op de verdere reductie van het gebruik van antibiotica af te remmen. Niemand wil immers zieke dieren en het argument dat onze boeren moeten kunnen blijven concurreren met het buitenland zal binnenkort ook wel weer opduiken.
Kortzichtig
Toch is dat een kortzichtige en onjuiste conclusie. Doorgaan met preventief antibioticagebruik in de veehouderij leidt tot méér zieke mensen en een nóg ongezondere veehouderij. Op het eerste gezicht worden mogelijk wat minder dieren ziek maar de slechte en onhygiënische levensomstandigheden blijven. Wat ook blijft is een ziek en verspillend systeem. Antibiotica helpen namelijk niet tegen virusinfecties die in de volle veefabrieken een vruchtbare voedingsbodem vinden, zoals de vogelgriep en de klassieke varkenspest. Ze helpen ook niet tegen de gezondheidsrisico's van mensen, zoals de gezondheidsklachten in de buurt van megastallen.
Gezonde veehouderij
Om de veehouderij weer gezond te maken is het nodig de groei en de intensivering van de veehouderij wereldwijd te stoppen en over te schakelen op een ander, gezonder voedselsysteem waarin stelselmatig antibioticagebruik overbodig is en dieren met respect worden behandeld.
Toevoeging door de redactie
Afgelopen week maakte ook kalvermester Van Drie Group bekend verdere antibiotica-reductie tot 70% in 2015 niet realistisch te achten. Op twitter protesteerde gisteren voormalig koeienboer en boerenbestuurder Jan Cees Vogelaar tegen de beeldvorming in het Volkskrant-artikel omdat Nederland juist van een hoog naar een laag antibioticagebruik is gegaan in korte tijd. Het onderwerp blijkt gevoelig
Brabant zou in opstand moeten komen tegen gevaar resistente bacterie uit veehouderij @lokaalbrabant #groeiendverzet pic.twitter.com/QV83blhHgL
— Volg Zwijn (@volgzwijn) April 2, 2015
@JanCeesVogelaar @volgzwijn @lokaalbrabant @foodlog_nl Zie einde artikel voor NL
— Ruimtelijke Ordening (@RuimteOrdening) April 2, 2015
@JanCeesVogelaar @volgzwijn @lokaalbrabant @foodlog_nl Zie einde artikel voor NL
— Ruimtelijke Ordening (@RuimteOrdening) April 2, 2015
Het onderzoek waarop de Volkskrant zich baseert, werd op 25 maart reeds besproken op Foodlog. Microbioloog Jan Kluytmans - de man die in Nederland de strijd tegen antibiotica in de dierhouderij op de maatschappelijke agenda zette - sprak begin 2013 zijn waardering uit voor het reductiebeleid van de Nederlandse dierhouderij en de rol die Nederlandse houderijkennis kan spelen om het antibioticagebruik in de wereld te beperken.
Fotocredits: CIWF
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dick:
Antibioticaresistentie niet verder toegenomen, maar alertheid noodzakelijk
In 2013 daalde de verkoop van antibiotica voor dieren met 16 procent. Sinds 2009 bedraagt de totale verkoopdaling 58 procent. Hiermee is de reductiedoelstelling (50 procent reductie) die voor 2013 was vastgesteld door het ministerie van VWS en Economische Zaken, ruimschoots bereikt. Dit resulteerde in een algemene afname in het vóórkomen van resistentie in de dierhouderij. De voor de volksgezondheid kritische antibacteriële middelen – zoals fluoroquinolonen en 3e- en 4e-generatie cefalosporinen- worden nog maar zeer beperkt ingezet in de veehouderij. Dit heeft tot gevolg dat de aantallen ESBL-vormende bacteriën (Extended-spectrum bèta-lactamase is een verzamelnaam voor een groep enzymen die door bacteriën gemaakt wordt. Deze enzymen zijn in staat antibiotica onwerkzaam te maken) in de darmflora van landbouwhuisdieren zijn afgenomen. Carbapenemasen, ESBL-varianten die bij de mens in Nederland incidenteel tot uitbraken leiden in de gezondheidszorg zijn in 2013 in dieren en dierlijke producten niet gevonden. Een actieve monitoring van deze voor de mens potentieel gevaarlijke resistente bacteriën blijft gewenst.
Bron: RIVM rapportage Nethmap/ Maran 2014
Hierbij wat achtergrondindfo, Jos: MRSA risico-inventarisatie kippenhouderij en -slachterij.
Dat we in Nederland de antibioticaresistentie in de humane geneeskunde nog redelijk onder controle kunnen houden heeft o.m. te maken met het lage humane AB-gebruik en het search- and destroybeleid in ziekenhuizen. Recent zijn ook Antibioticateams verplicht geworden.
Elk ziekenhuis in Nederland heeft een microbioloog en een hygiëneteam. In Duitsland bijvoorbeeld is dat niet het geval.
Dat o.m. ESBL inmiddels overal in het milieu verspreid geraakt is, heeft te maken met het uitrijden van mest, vol antibioticarestanten ( ondanks de reductie wordt nog ca. 200 ton gebruikt in de veehouderij) en multiresistente bacteriën. Dat waarschijnlijk ook de reden dat (biologische) groenten besmet raken. Ook in slachterijen vindt veel kruisbesmetting plaats, in de veewagen al.
Tedje zegt - denk ik - net zoals de veterinair hoogleraar Johanna Fink waar Herman om vroeg dat antibiotica vooral een bodem- en waterprobleem zijn. Maar dat kan ze zelf beter uitleggen dan ik.
Tedje, ik weet niet zo goed wat ik tussen de regels door in je reactie kan lezen. Kun jij, bioloog, mij, internetafstruinende boer, uitleggen dat AB resistentie blijkbaar wijd verspreid is in de vleesketen waarom wij in Nederland relatief gezien super scoren tov andere landen als het gaat om de beperkte aanwezigheid van AB resistentie onder de bevolking? En wat zegt dat dan over de relatie tussen resistentie in de veehouderij en resistentie onder mensen?
ESBL, vrijwel alle kip in Nederland, de helft van het varkensvlees, 40% van het rundvlees is ermee besmet. Onder mensen neemt de besmetting jaar na jaar toe, het is nu nog in Nederland slechts een paar procent, het gaat relatief onopvallend, want het gaat om gewone bacteriën, die alleen in specifieke situaties heel lastig kunnen zijn en dan niet meer te doden zijn. Jammer maar helaas. Tja, er is geen keihard verband met de veehouderij aangetoond, allemaal toeval weer. En nu, o ironie, kunnen we zelfs zeggen: ook bioboeren en zelfs groentes zijn er al mee besmet (misschien kunnen we de veggies de schuld geven van alles, laten we nog even doordenken...).
Het slechte nieuws is dat, anders dan bij MRSA, de resistentie geen energie kost voor de bacterie, zodat ie dus niet verdwijnt als je ophoudt het milieu vol te proppen met antibiotica. (Dat is natuurlijk goed nieuws voor sommige mensen! Gewoon voet op het gas en richting die afgrond doordrammen luitjes!)