Maarten Keulemans van de Volkskrant ging op bezoek bij de start-up Moolec Science in Arnhem. Het bedrijf ontwikkelt planten die vleeseiwitten maken. Als het lukt, is het een knap staaltje van transgenese, het verbinden van eigenschappen van een organisme met die van een organisme van een andere soort. In dit geval gaat het zelfs om het manipuleren van eigenschappen van soorten uit het planten- en het dierenrijk. Moolec stopt een varken in een boon, een koe in een erwt en een vis in een distel.
Met andere woorden, waarom moeilijk doen met fabrieken en reactorvaten als een plantje dierlijk eiwit kan maken op de akker?
Het is Moolec Science gelukt om 'Piggy Sooy' te ontwikkelen, een sojaboon met een vlezige binnenkant die roze van kleur is, omdat die tot wel een kwart varkenseiwitten bevat en het heemijzer dat kenmerkend is voor roodvlees. Moolec Science werkt ook aan andere hybrides die de soorten waaruit hun eigenschappen stammen ver overschrijden, zoals erwten met rundvleeseiwitten en distels met visvetten. Het doel is om betere vleesvervangers te creëren als alternatief voor kweekvlees dat nog duur is en vanwege het energie- en materiaalgebruik mogelijk altijd belastender zal blijven voor milieu en klimaat.

Het genetisch manipuleren van planten om dierlijke eiwitten te produceren is niet nieuw, maar wel nieuw als concurrent in de strijd om de beste vleesvervangers. Piggy Sooy is bovendien een doorbraak die dit jaar extra opviel via The New Scientist.

Moolec, opgericht door de Nederlander Henk Hoogenkamp, de Argentijn Gastón Paladini (CEO) en de Indiaas-Amerikaanse onderzoeker Amit Dhingra, wordt gedreven door het streven naar een duurzame eiwitproductie waar geen dieren voor hoeven te worden gehouden. De oprichters zien genetische manipulatie als een kans om op eenvoudige manier milieu- en klimaatvriendelijk gezonde eiwitten te produceren.

Op Fastcompany zei Paladini dat zo: "Het mooie van de technologie van Moolec is dat we eigenlijk alleen het zaad aanpassen, helemaal aan het begin van de waardeketen, en de biologie en de huidige infrastructuur de rest doen." Met andere woorden, waarom moeilijk doen met fabrieken en reactorvaten (die nodig zijn voor kweekvlees en fermentatie door bacteriën) als een plantje dierlijk eiwit kan maken op de akker?

De technologieën zijn nog in ontwikkeling en worden geconfronteerd met uitdagingen. Wageningers waarmee Keulemans spreekt vinden het 'cool' en knap. Het is niet zo ingewikkeld is om een eigenschap in een ander organisme in te bouwen, maar wel om het daarin te laten functioneren. Moolec wil slechts kwijt dat het allerlei knoppen in de bonen kan regelen, waardoor de plant blijft functioneren en succesvol 26,6% varkenseiwit weet te maken. Aanvankelijk hoopte Moolec tot 5% te kunnen komen.

Moolec staat voor moleculaire landbouw, een radicale aanpak van de natuurlijke eigenschappen van organismen binnen de natuur. Daar zijn van oudsher bezwaren tegen. Vegetariërs vinden het maar flauwekul dat er dierlijke voedingseigenschappen in plantaardige voedsel moeten worden gestopt. Daarnaast zijn er bezwaren die meer religieus van aard zijn: mogen mensen de natuur wel zo vergaand naar hun hand zetten? Het is spelen voor God. Omdat mensen slechts tovenaarsleerlingen zijn, nemen ze in die rol te grote risico's.

Moolec is overtuigd te werken aan echte oplossingen. Henk Hoogenkamp formuleert zijn irritatie over bezwaren tegen gentech en vegans die zelfs geen varkenseiwit uit een boontje willen als volgt ('opstandig' volgens Keulemans): "Ik vind dat er ook meer gesproken moet worden over de normen en waarden die hierachter zitten. Ik weet niet hoe ik dit politiek correct kan zeggen, maar we willen in rijke westerse landen zoals Nederland wel erg veel tegelijk: biologische tofoe, maar dan wel plasticvrij, lokaal en diervriendelijk geproduceerd en zonder dat de natuur er last van heeft. Daar zitten zóveel contradicties in. In hoeverre is ons systeem een weerspiegeling van het voedingssysteem wereldwijd?"

Keulemans ging op bezoek in het huislaboratorium van Hoogenkamp in Arnhem. Het aandeel Moolec wordt vanaf begin dit jaar verhandeld aan de schermenbeurs NASDAQ en heeft vandaag een beurswaarde van ruim $120 miljoen.