Er zijn grenzen aan de groei, voorspelde de 18e-eeuwse econoom Thomas Malthus al. Maar dat komt niet door de exponentiële groei van wereldbevolking, industriële samenleving of economie. In zijn 'Undercover Economist'-column in de Financial Times legt econoom Tim Harfort uit dat de wereld met het oog op de toekomst met tientallen problemen geconfronteerd wordt, maar exponentiële groei is er daar geen van.
Het mooiste voorbeeld van exponentiële groei is het Indiase verhaal van de uitvinder van het schaakspel. Als beloning vroeg hij om te beginnen 1 rijstkorrel op het eerste veld van het schaakbord en dan op elk volgend vakje van het bord het dubbele aantal rijstkorrels. Dus 1, 2, 4, 8, 16, 32 enzovoort. Wat vrijwel niemand zich realiseert is dat op ieder volgend veld méér korrels komen dan de som van alle velden ervoor, maar ook dat het aantal rijstkorrels op het 64ste en laatste veld onvoorstelbaar groot is: 18.446.744.073.709.551.615 (ruim 18 triljoen korrels).

De meeste mensen denken bij groei intuïtief aan lineaire groei en kunnen niet bevatten hoe exponentiële groei snel onvoorstelbare hoeveelheden kan bereiken. Dat argument gebruikt Tim Harfort in de Financial Times om aan te geven dat exponentiële groei géén probleem is bij problemen als CO2-uitstoot of energieverbruik.

Harfort wijst op de 18e-eeuwse econoom Thomas Malthus, die waarschuwde dat de bevolkingsgroei altijd de landbouwproductie zou overtreffen. "Hoe snel de productiviteit in de landbouw ook groeit, als die groei rekenkundig is - 10, 20, 30, 40, 50 - dan zal die onvermijdelijk worden ingehaald door de exponentiële groei van de menselijke bevolking - 2, 4, 8, 16, 32, 64." Duurzame welvaart is onmogelijk, zei Malthus, mensen zullen zichzelf uiteindelijk onvermijdelijk tot armoede brengen.

Rekenkundig valt daar niet aan te tornen. Maar volgens Harfort maakt Malthus toch een fout. Hij nam aan dat de bevolkingsgroei exponentieel is. De werkelijkheid blijkt anders: de groei van de wereldbevolking zwakt af en de piek van het aantal kinderen onder de 5 jaar viel in 2017. In Groot-Brittannië, een van 's werelds eerste ontwikkelde economieën waar in het begin van de Industriële Revolutie enorme hoeveelheden atmosfeer-opwarmende steenkool werd verbrand, piekten de CO2-emissies meer dan 100 jaar geleden al. Een deel van de daling is te danken aan het verplaatsen van industriële processen naar elders, maar het grootste deel ervan weerspiegelt het gebruik van schonere, efficiëntere technologie. In mijn leven, zegt Harfort, halveerden de Britse CO2-emissies, wereldwijd piekte de CO2-emissies per persoon in 2012. Dat duidt niet op exponentiële groei.

Economische groei leidt niet noodzakelijkerwijs tot meer vervuiling en energieverbruik, denkt Harfort dan ook. Er zijn aanwijzingen dat bepaalde milieuproblemen, zoals ontbossing en landgebruik, stabiliseren of zelfs verbeteren in sommige (vooral de rijke) delen van de wereld. Natuurlijk zijn er wel degelijk gegronde zorgen dat we de aarde uitputten. Harfort noemt het voorbeeld van koper, het 'zenuwstelsel' van onze elektronische tijd. De winning daarvan wordt steeds intensiever omdat de rijkdom van de ertsen afneemt. Bevatten de koperaders van de grootste en beroemdste kopermijn ter wereld, Chuquicamata, in de late 19e eeuw tot 15% koper, vandaag de dag is dat minder dan 1%.

De optimist Harfort concludeert dat we doemdenken over exponentiële groei opzij moeten zetten. Belangrijker is het te kijken naar "wat de data ons vertellen over de uitdagingen en kansen die voor ons liggen en daar de juiste beleidsmaatregelen bij te omarmen."