Voor de meeste mensen in ons land zal het geen verrassing zijn dat jaarlijks bijna een derde van al het wereldwijd geproduceerde voedsel verspild wordt. Niet voor niets doen wij ons best zo min mogelijk eten weg te gooien en voedselverspilling te vermijden of te verminderen. Nederland is op de goede weg: onze voedselverspilling daalde sinds 2015 met 23%. Inmiddels gooit de Nederlandse consument thuis ongeveer 33,4 kilogram per persoon per jaar weg. Dat is 8,9% van de totaal gekochte hoeveelheid voedsel. Hoe zou dat uitpakken als je specifiek naar vlees kijkt? Hoeveel dieren worden er jaarlijks gedood om vervolgens in plaats van in onze maag, in de vuilnisbak te verdwijnen? Dat zochten onderzoekers van de universiteit Leiden uit.
Jaarlijks sterven er 18 miljard kippen, kalkoenen, varkens, schapen, geiten en koeien voor niets. Ze worden gefokt, gevoerd en geslacht om te worden opgegeten, maar eindigen als voedselafval. In totaal gaat het om zo'n 52,4 miljoen ton (!) botvrij en eetbaar vlees, aldus Scientias. Dat cijfer op zich is al schokkend, maar als je leest dat dat ongeveer een zesde is van al het vlees dat wereldwijd wordt geproduceerd, schrik je pas echt. Toch is dat de uitkomst van de Leidse onderzoekers, die hun studie publiceerden in het blad Sustainable Production and Consumption.

Als uitgangspunt namen de onderzoekers de wereldwijde productie- en consumptiecijfers van de FAO over de zes meest gedomesticeerde dieren: kippen, kalkoenen, varkens, schapen, geiten en koeien. Ze kozen bewust voor de cijfers van het jaar 2019 om een eventueel corona-effect op de productie, consumptie en verspilling van vlees uit te sluiten.

"De redenen voor het verlies en de verspilling van vlees variëren,” zegt onderzoeker Juliane Klaura in Scientias. “In ontwikkelingslanden treedt verlies meestal op aan het begin van het proces, bijvoorbeeld doordat vee sterft door ziektes tijdens het fokken of doordat vlees bederft tijdens opslag of transport.” In de westerse wereld zijn de redenen dat vlees verloren gaat van andere aard. Bij ons zijn het met name de consumenten die vlees verloren laten gaan. Bijvoorbeeld gezinnen die kip over de datum laten gaan en kinderen die restjes gehaktbal laten liggen. Dat telde vorig jaar op tot 2,39 kilo aan vlees en vleeswaren per Nederlander. Ook restaurants die (te) grote porties vlees serveren waardoor halfvolle borden terug naar de keuken gaan of supermarkten die te grote voorraden vlees inslaan en een deel ervan uiteindelijk moeten vernietigen hebben een niet te verwaarlozen aandeel in de vleesverspilling.

De onderzoekers kwamen ook tot de conclusie dat de verschillen in vleesverspilling en dus dierenlevens tussen landen groot zijn. Zo bereiken in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Brazilië opvallend veel dieren die voor de consumptie worden gehouden nooit een bord. "In die landen verspilt de gemiddelde inwoner respectievelijk ongeveer 7, 8 en 5 dierenlevens per jaar," schrijft Scientias. In India gaat nog geen half dier per inwoner verloren.

Met het terugdringen van de dierenlevensverspilling, kunnen we meerdere vliegen in één klap slaan, onderstrepen de onderzoekers. Om te beginnen het klimaat, aangezien 14,5% van onze broeikasgasuitstoot toe te schrijven is aan de veehouderij. Maar ook het dierenwelzijn zal erop vooruitgaan als we minder dieren hoeven te houden, al is dat "moeilijker in getallen en percentages uit te drukken". Dat vraagt wel om een aanpak op maat, zegt Klaura. "In ontwikkelingslanden zal het meer gaan om het verbeteren van de omstandigheden voor dieren en de opslag en het transport van vlees. In westerse landen is het gedragsverandering wat het verschil zal maken.” Ook dat is niet eenvoudig, beseft Klaura, omdat mensen al gauw het gevoel hebben dat hen iets afgenomen wordt of dat ze 'betutteld' worden als het om hun eten gaat. "Het kan helpen om te verduidelijken dat miljarden van de dieren die elk jaar worden gedood, niet eens worden opgegeten," aldus Klaura.

De berekeningen zijn gebaseerd op modellen. De werkelijke aantallen kunnen anders zijn.