Nog nooit was het verschil tussen de inkoop- en de verkoopprijzen in de horeca - de toegevoegde waarde - zó hoog. En dat terwijl de horeca tijdens de coronapandemie de zwaarst getroffen bedrijfstak was. Toch waarschuwt Koninklijke Horeca Nederland dat het leed in de sector nog lang niet geleden is. Misschien moeten de prijzen nog verder omhoog, zegt voorzitter Marijke Vuik.
In 2022 kwam de toegevoegde waarde van de bedrijfstak horeca voor het eerst uit op een hoger niveau dan voor de coronapandemie, aldus het CBS. Dat betekent dat het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten van de horeca weer in zoverre positief uitviel, dat de horeca een substantiële bijdrage leverde aan de Nederlandse economie.

In de periode vóór corona liep de ontwikkeling van de horeca redelijk gelijk op met die van de Nederlandse economie. Maar in 2020 daalde de toegevoegde waarde van de horeca met 40%. De horeca was daarmee de zwaarst getroffen bedrijfstak van de coronapandemie. Hoewel de Nederlandse economie als geheel (licht) kromp, bereikte deze in 2021 al een niveau dat hoger lag dan voor de coronapandemie, de horeca bereikte dat punt pas weer vorig jaar.

Dat mag als positief nieuws klinken, de horeca is nog lang niet uit het coronadal geklommen, benadrukt Koninklijke Horeca Nederland-voorzitter Marijke Vuik op BNR. "De cijfers lijken in eerste instantie erg positief, maar wat betreft inkoopcijfers zijn we nog lang niet op het niveau van voor de coronacrisis." Dé oorzaak? De inflatie.

Het herstel binnen de horeca is vooral te danken aan zelfstandigen. Bedrijven (horecaketens en ondernemers met meerdere horecagelegenheden) zitten nog niet boven het niveau van 2019. Tijdens de coronapandemie daalde de toegevoegde waarde van zelfstandigen minder sterk dan die van andere bedrijven, en daarna was de groei van zelfstandigen sterker. Volgens het CBS is het verschil het grootst in de branche café's en restaurants. "Als de zelfstandigen eruitgehaald worden," zegt Vuik, "zitten we eigenlijk maar op het niveau van 2016."

Vuik legt uit dat de marges in de Nederlandse horeca flink onder druk staan. Personeelstekorten spelen daarbij een rol, maar ook de gestegen huurkosten, hoge rentes en hogere inkoopkosten. In de horeca gingen in juni relatief de meeste bedrijven failliet, aldus BNR.

Om de marges te herstellen zouden horecaondernemers de prijsstijgingen door moeten berekenen aan hun klanten. Nog bovenop de al verhoogde prijzen. "Dat zal ook niemand ontgaan zijn, maar of de prijzen genoeg zijn verhoogd om de gestegen kosten op te vangen, is nog maar de vraag," waarschuwt Vuik. "Misschien moeten de prijzen nog hoger."