In 2020 maakte de atmosferische concentratie van het sterke broeikasgas methaan een ongekend grote sprong. Een internationaal team van onderzoekers achterhaalde dankzij geavanceerd rekenwerk de bronnen van die toename. Het weer, de wetlands en - heel verrassend - minder verkeer blijken de methaansprong te verklaren. Aan de inmiddels geconstateerde stijging van 2021 liggen overigens weer andere oorzaken ten grondslag.
Sinds de Industriële Revolutie is de concentratie methaan in de atmosfeer meer dan verdubbeld. Dat is met name toe te schrijven aan de winning van fossiele brandstoffen (gas, kolen en olie) en aan de landbouw (rijstteelt en melkveehouderij). De laatste jaren zijn ook vuilnisbelten en de ontdooiende permafrost ontdekt als grote bronnen van methaan.

In 2020 steeg de concentratie met maar liefst 15 ppb (parts per billion) tot 1.840 ppb. Dat is "de grootste sprong sinds de metingen begonnen in 1983", aldus de NRC. Om de oorzaak te vinden, doken de onderzoekers in de data die rijkere landen vastleggen. Die legden ze naast lokale en mondiale metingen van methaan in de atmosfeer.

Daaruit bleek dat de 'usual suspects' in 2020 niet voor de methaansprong verantwoordelijk konden zijn. Door de coronacrisis was de winning van kolen, gas en olie in 2020 afgenomen en de landbouwproductie niet gegroeid. Het weer speelde wel een rol; 2020 was warm en nat en dat had tot gevolg dat natuurlijke draslanden (moerassen, kustgebieden, wetlands) meer methaan uitstootten.

De lockdownmaatregelen bleken ook een onverwacht effect te hebben. Doordat er minder verkeer op de weg was, was er ook minder uitstoot van uitlaatgassen zoals stikstofoxiden. Laten die nou een rol spelen bij de vorming van ozon, dat op zijn beurt afgebroken wordt onder invloed van ultraviolet licht, een proces waarbij het zogeheten hydroxylradicaal (OH) ontstaat, een zeer reactieve radicaal die onder meer methaan afbreekt. Met andere woorden: minder verkeer betekent minder ozon. En minder hydroxylradicaal betekent meer methaan. De onderzoekers konden zo met computermodellen de methaansprong sluitend krijgen. Case closed, zou je denken.

Behalve dan dat aan het eind van hun artikel (in Nature) de auteurs opmerken dat het verkeer in 2021 weer terug was op het niveau van vóór corona. Met meer uitlaatgassen, meer ozon, meer hydroxylradicaal en dus meer methaanafbraak (minder methaan).

Dat zou je denken. Uit voorlopige berekeningen blijkt echter dat de methaanconcentratie in de atmosfeer maar liefst 17 ppb is toegenomen. Ze zullen opnieuw aan de bak moeten, op zoek naar nieuwe verklaringen voor de methaansprong. Misschien dan toch die met een Nederlandse satelliet opgespoorde vuilnisbelten en boerenslootjes?