Is biologisch eten uit? Klaar, over of voorbij zijn houdbaarheidsdatum? Dat vraagt Julian Baggini zich af. Zelf koopt de Britse filosoof, journalist en schrijver nog wel biologisch en hij is zelfs lid van de Soil Association, de belangrijkste certificeerder van biologisch in Groot-Brittannië. Vanwaar zijn twijfel?
We moeten onder ogen zien dat de weg naar een duurzaam voedselsysteem van ons vraagt dat we het pad breder maken om meer en diverse medereizigers toe te laten
Zou Groot-Brittannië volledig biologisch produceren, dan zou dat meer broeikasgasuitstoot en minder biodiversiteit betekenen, stelt Baggini. Biologisch levert grofweg per hectare 80% op van wat gangbare landbouw doet. Consumenten die biologisch eten omdat het gezonder is, houden zichzelf voor de gek. Voor die aanname is maar weinig bewijs voor te vinden, zegt Baggini.

Biologisch verovert Groot-Brittannië in een zeer langzaam tempo; als het zo doorgaat eet de eilandengroep pas over 800 jaar grotendeels biologisch, rekent de filosoof uit. Als biologisch minder goed uitpakt voor de biodiversiteit, zou dat goed nieuws zijn.

Baggini draait de weg naar duurzaam eten niet de nek om, maar wil het pad verbreden. “We moeten onder ogen zien", zegt hij dat de weg naar een duurzaam voedselsysteem van ons vraagt dat we het pad breder maken om meer en diverse medereizigers toe te laten”. Ofwel, biologisch is niet heilig. Het heeft zichzelf te lang als hét alternatief gezien voor conventionele landbouw en alles wat daar slecht aan is. Dit terwijl bijvoorbeeld agroecologische en regeneratieve landbouwmethoden ook goede alternatieven voor conventioneel bieden. Baggini denkt dat biologisch nog steeds een belangrijke rol kan spelen in ons voedselsysteem. Maar die zwart-wit blik van alles-of-niets (biologisch versus niet-biologisch) kan wat hem betreft bij het grofvuil.

In Nederland is er nu een afnemende vraag naar biologisch, door de inflatie. Douwe Monsma is biologisch akkerbouwer en bestuurslid van Biohuis, de vereniging van biologische boeren. “De stemming is niet positief”, zegt hij op RTL, “Er zijn boeren met meer aanbod, maar de vraag vanuit de consument is minder. Ook de export naar het buitenland, en dan met name Duitsland, staat onder druk”. Toch heeft het buitenland volgens Monsma meer geld over voor biologische producten; de zuinige Nederlandse consument kan daar nog van leren.

Hoewel de EU het streefcijfer van 25% biologisch heeft losgelaten, wil de Nederlandse overheid nog steeds toe naar meer biologisch. “Op 19 december komt de overheid met doelstellingen voor de Nederlandse landbouw en een plan om de biologische productie en consumptie te laten groeien", zegt Michaël Wilde van Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding. De overheid zal naar verwachting inzetten op een percentage van 15% Nederlandse bioboeren in 2030. Met het huidige percentage van ongeveer 5%, zal dat bikkelen worden: er is geen vraag voor.

Een overheid die meer biologisch wil, burgers die er momenteel het geld niet voor hebben en een Engelse filosoof die de stroming duidelijk maakt zegt dat ze zichzelf iets minder belangrijk moet gaan vinden. Als biologisch ergens goed op scoort, dan is het wel op media-aandacht.