Bakken kritiek kreeg het CBL, de koepelorganisatie van supermarkten, over zich heen toen de supermarkten deze zomer niet met stikstofbemiddelaar Johan Remkes wilden praten. Dat was geen kwade wil, legt directeur Marc Jansen vandaag uit. De supers wilden niet zonder de fabrikanten (vertegenwoordigd door de FNLI) aan tafel en door vakantieperikelen zat dat er even niet in. Op 19 september jl. kwam het er wel van. De retailketen maakte er duidelijk bereid te zijn boeren te helpen in de stikstofproblematiek. Maar alleen de drie- tot vierduizend boeren die daadwerkelijk leveren aan supermarkten.
Op 19 september schoof Marc Jansen van het Centraal Bureau Levensmiddelen Handel (CBL) met een delegatie van supermarkten en fabrikanten aan tafel bij Johan Remkes, stikstofminister Christianne van der Wal, waarnemend Landbouwminister Carola Schouten en de bewindsvrouw op Economische Zaken en Klimaat, Micky Adriaansens, om de stikstofproblematiek te bespreken.

Duidelijk werd dat het CBL bereid is een hogere inkoopprijs te betalen aan de drie- tot vierduizend boeren die daadwerkelijk leveren aan supermarkten. Zij krijgen zo extra middelen om de stikstofuitstoot te verminderen. De boeren die voor de Nederlandse markt produceren, zijn goed voor zo'n 20% van alle landbouwproducten. De boeren die vooral produceren voor de export - zo'n 80% van de Nederlandse productie verdwijnt naar het buitenland - reikt de supermarktbranche niet de helpende hand. "We kunnen niet voor alle boeren perspectief bieden. Daarom is het belangrijk dat horeca, catering en de landen waar de boeren naartoe exporteren ook aansluiten om te helpen bij het oplossen van het stikstofprobleem," aldus Jansen. De boodschap aan de stikstof-bewindspersonen was duidelijk: "Verwacht niet alle oplossingen van supermarkten".

Die boodschap herhaalt Jansen in sterke bewoordingen in de printeditie van vakblad FoodPersonality. Gé Lommen interviewde Jansen over wat er allemaal aan duurzaamheidseisen op de supermarkten afkomt en Jansen kon niet sterk genoeg benadrukken dat de overheid ook op dat vlak de lead moet nemen en niet alles aan de supermarkten kan overlaten.

De overheid wil iets, om aan internationale afspraken te voldoen, en het bedrijfsleven zet dat in gang. Maar de overheid wil eigenlijk een model gaan bouwen waarbij het bedrijfsleven zelf de regulerende instantie is
'Hulpsheriff van de overheid'
Jansen heeft het over de op ons af komende duurzaamheidsregelgeving met betrekking tot scope 1 (directe uitstoot van een bedrijf), scope 2 (indirecte uitstoot) én scope 3 (uitstoot in de leveranciersketen, de productie van de producten die een bedrijf voert), en de Europese wetgeving met betrekking tot 'due diligence', waarover alle partijen - nationaal en internationaal, van politiek tot ngo's tot organisaties zoals het CBL - nog in het duister tasten. "Er worden voorstellen gedaan waar wij ons rot van schrikken. Voorstellen waarbij de supermarkt de hulpsheriff lijkt te moeten worden van de overheid. Voorstellen met omgekeerde bewijslast. Een enorme juridisering van duurzaamheid, bij de eerste de beste kreet van een ander kun je meteen naar de rechter. En een bureaucratie van jewelste, als je ervan uitgaat dat de supermarkt alles moet weten én moet rapporteren over de productie door fabrikanten en agrariërs en het gebruik van producten door consumenten." Een 'big hairy ball', een braakbal, noemt Jansen het. En hoewel nog niets vast staat, moeten bepaalde voorstellen ook echt van tafel.

Volgens Jansen is de overheid bezig 'laffe wetgeving' te ontwikkelen. "Laf is: wij als samenleving willen dit-en-dat. En jullie als supermarktsector moeten zorgen dat het gebeurt. Natuurlijk kun je een samenspel afspreken. De overheid wil iets, om aan internationale afspraken te voldoen, en het bedrijfsleven zet dat in gang. Maar de overheid wil eigenlijk een model gaan bouwen waarbij het bedrijfsleven zelf de regulerende instantie is. [..] Het is de wereld op z'n kop en laat de rechtsstaat op z'n grondvesten schudden."