Tot een vijfde van de vis die bij de Europese consumenten op het bord beland, is illegaal gevangen. Dat constateert de Europese Rekenkamer in een vandaag gepresenteerd rapport. "We moeten het net dichttrekken tegen illegale visserij binnen de EU", zei ER-lid Eva Lindström, die de controle leidde. Zij drong er bij de lidstaten op aan de strijd tegen de IUU-visserij (Illegal, Unreported, Unregulated), een van de grootste bedreigingen voor de mariene ecosystemen, op te voeren. De EU heeft weliswaar controlemaatregelen ingevoerd, maar de uitvoering laat te wensen over.
In 2008 voerde de EU een vangstcertificeringsregeling in om de wettigheid van ingevoerde visproducten te garanderen. De EU is een belangrijke visser op zee en de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de controle op hun eigen vissersvloot, waar die ook ter wereld vist. Daarnaast is de EU ook de grootste visimporteur ter wereld. Het is dan ook teleurstellend dat de EU de zelf opgelegde doelstelling om in 2020 de illegale visserij uit te bannen, niet heeft gehaald. De Rekenkamer schat dat de illegale visvangst 11 à 19% van de totale visvangst uitmaakt.

Tussen 2015 en 2019 rapporteerden de EU-lidstaten 69.400 overtredingen. Opvallend: driekwart daarvan werd gerapporteerd in 4 lidstaten. Italië nam met 46% het leeuwendeel voor zijn rekening, gevolgd door Groot-Brittannië (vóór de brexit) met 12%, Griekenland (11%) en Spanje (8%). Droogjes merkt de ER op dat "andere lidstaten hiervan kunnen leren", doelend op de grote Europese visnaties Nederland, Frankrijk en Denemarken. Die zijn aanzienlijk minder actief bij het opsporen van visfraude.

Een tweede heikel punt is het verschil in boetebeleid. "Het grootste probleem is dat in sommige lidstaten de sancties niet in verhouding staan tot het economische voordeel dat aan de inbreuken wordt ontleend, en dat zij niet afschrikwekkend zijn," aldus de Rekenkamer. Een Cypriotische visser komt weg met €200 gemiddeld, een Nederlandse €3.800. Frauderende Spaanse vissers moeten het hoogste bedrag ophoesten: €7.000.

De Europese Rekenkamer is al evenmin te spreken over het toezicht op de import van vis. Als voorbeelden noemt de ER dat Denemarken en Polen niet eens aan de EU-verplichting om minimaal 5% van de geïmporteerde vis te inspecteren voldeden. Hongarije, Roemenië, Zweden en Slowakije tijdens de onderzochte periode nooit het exporterende land om aanvullende informatie vroegen. De 'rode kaart', een exportverbod dat ingezet kan worden tegen frauderende exporterende landen, wordt nauwelijks gebruikt. In 2019 werd 0,01% van de geïmporteerde vis geweigerd omdat die illegaal gevangen was.

En last but not least schampert de ER over de hardnekkigheid waarmee lidstaten vasthouden aan papieren documenten. "Dat is inefficiënt en verhoogt de kans op fraude, aldus de Rekenkamer. De lidstaten weigeren het beschikbare elektronische systeem te gebruiken," aldus de Volkskrant.