De studie geeft zowel een schets in grote lijnen van de 7 miljard aardbewoners als een gedetailleerde ets van wat er zich in 187 individuele landen afspeelt. Er zijn maar liefst 235 doodsoorzaken in kaart gebracht.
Zowel in 1990 als in 2010 waren hart- en vaatziekten en beroertes de meest voorkomende doodsoorzaken. In die twintig jaar zakte ondervoeding van de 11e naar de 21 plaats op de lijst, en rukten diabetes, verkeersongevallen en longkanker alle drie op. In Afrika maakten en maken ziekten die aan armoede gekoppeld zijn nog altijd veel slachtoffers. AIDS, malaria, kinderziekten, ondervoeding, kindersterfte veroorzaken er driekwart van alle voortijdige sterfgevallen. Op de 27e plaats van de lijst staat moord en doodslag. Maar in Mexico, Centraal Amerika en Colombia staat dat op nummer 1 en net ten zuiden daarvan, in Brazilië en Paraguay op nummer 2. Zelfmoord staat wereldwijd op nummer 18. In Brunei, Japan, Singapore en Zuid-Korea staat het op nummer 5, en in Oost-Europa (inclusief Rusland) op nummer 6.
De belangrijkste krachten achter de verschuiving in het gezondheidsprofiel van de wereld waren de afgelopen 20 jaar de stijgende levensverwachting, afnemende armoede, meer toegang tot voedsel en kleinere gezinnen. Daarnaast hebben verbeteringen in medicijnen en de volksgezondheid daar ook nadrukkelijk aan bijgedragen. Betere behandeling en preventie voorkomen tegenwoordig veel voortijdige sterfgevallen ten gevolge van hartaanvallen en kanker.
Dat heeft, zeggen de wetenschappers, twee gevolgen. Ouderdomsziekten als Alzheimer en Parkinson rukken op als doodsoorzaak, zodat mensen worden nu oud genoeg worden om eraan te kunnen (over)lijden. Tevens lijden meer mensen aan ziekten waar ze niet dood aan gaan maar die het leven wel onaangenamer maken: ze zijn in de war, hebben gewrichtsaandoeningen, horen en zien slecht of moeten aan de dialyse. Van ieder jaar levensverwachting dat er sinds 1990 bij is gekomen, mag gerekend worden dat er 9 en een halve maand (voor vijftigplussers zelfs maar 7 maanden) in goede gezondheid doorgebracht worden. Deze trend wordt de 'morbiteitsexpansie' genoemd. Hoe er mee om te gaan, is waarschijnlijk een van de grootste uitdagingen van het gezondheidsbeleid in de komende decennia. In The Independent zegt Christopher J.L. Murray, de leider van de Global Burden of Disease Study: "We zijn op weg naar een wereld waarin invaliditeit van groter zorg wordt dan vroegtijdig overlijden."
De onderzoekers deden een verrassende ontdekking die waarschijnlijk tot discussie zal leiden onder epidemiologen en biostatistici. Een voedingspatroon met weinig fruit blijkt voor meer ziekte verantwoordelijk dan obesitas of lichamelijke inactiviteit. Die conclusie kwam uit de analyse van de gezondheidseffecten van verschillende dieetcomponenten en het eetpatroon van mensen. Murray: "Ik ben nogal een dieetscepticus. Maar het bewijs dat fruit een positief effect op ons dieet heeft, is net zo overtuigend als het feit dat je er dik van wordt." Teveel fruit - dat suikerrijk is - is niet goed, tegelijk zijn er dus aanwijzingen dat je er langer gezond van blijft.
NB: na registratie (gratis) is de artikelenserie in The Lancet vrij te openen en als PDF te downloaden.
Fotocredits: oude mensen, travelmeasia
Op 5 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Straks moet ik weer naar de supermarkt. Wat moet ik er kopen? Geef me een lijstje van daar te verkrijgen gezonde voedingsmiddelen. Die supermarkt ligt vol met vanalles dat ik niet moet hebben (dat is werkelijk veel te veel om er ook maar een poging te wagen het allemaal op te noemen) en anderzijds: er liggen bijvoorbeeld geen avocado's en ongezouten nootjes. Dan zijn er nog de verdachte voedingswaren. Dat zijn die waren waarvan uit alles wat erover geschreven is niet wijs is te worden of die nou goed of slecht zijn (sojamelk bijvoorbeeld, als overigens enig sojaprodukt dat 'mijn' supermarkt aanbiedt). Je moet voor jezelf al een keuze maken uit de vele -laat ik het zo noemen- voedingsfilisofieen, cq. voedigsfilosofen (Atkins, Paleo, Kris Verburgh, etc.) wil je niet met helemaal niks in je boodschappentas de winkel uitkomen. Nog moeilijker wordt het als ik naar een restaurant ga. Op een etiket staat dan nog tenminste wat -overigens bij het slechte licht in de supermarkt meestal onleesbaar klein of (in het buitenland) in een voor mij onleesbare taal- maar zo'n productinformatie ontbreekt in een restaurant zondermeer. Een gerecht dat 'zout en zuur' is (gewoonlijk heel lekker overigens) is daarbij dat zoet verkregen door middel van suiker (of een ander gif) of niet? Is je vis gebakken in kokosnootolie of niet? (waarbij het van de voedingsfilosofie die je aanhangt het afhangt of je een eventueel "ja" op die vraag moet begroeten of juist een eventueel "nee". Dat -daar komt veel discussie op neer- voedselwetenschap geen wiskunde is- wist ik al, en dat hoef ik niet almaar op mijn boterham gesmeerd te krijgen (overigens zijn brood en is boter verdacht, hou ik helemaal niet van boter, en van margarine ook niet, en van witbrood -het praktisch alleen verkrijgbare brood in mijn omgeving- al evenmin. Maar met dit soort eleimineren van problemen kom ik er niet. Ik hoef niet te weten wat ik niet moet kopen, ik moet wel weten wat wel te kopen. En dat moet dan in het schap te vinden zijn.
De preventie van welvaartsziekten, die te bewerkstelligen, daartoe moet je om te beginnen het supermarktassortiment wijzigen.
Peter Jens,
Dat onderwerp heb ik blijkbaar niet meer gevolgd, omdat er meerdere dagen geen reactie op kwam. De uitnodiging had ik niet gelezen. Bedankt daarvoor.
Ik geloof wel dat surrogaat eindpunten gecorreleerd zijn aan harde eindpunten. Maar ik denk dat er onvoldoende kennis is over het effect van specifieke soorten fruit op deze surrogaat eindpunten. En op de potentiële interacties tussen deze eindpunten. Om die reden ben ik er momenteel van overtuigd dat er geen betrouwbare surrogaat eindpunten voor voedingsmiddelen zijn.
Zuivel verhoogt bijvoorbeeld mogelijk het cholesterol, maar het verlaagt tegelijkertijd mogelijk de bloeddruk.
Veranderingen in het cholesterol - veroorzaakt door veranderingen in de vetinname - zijn geen betrouwbare voorspeller voor het risico op coronaire hartziekten.
Visolie wordt in verband gebracht met een redelijk aantal positieve effecten op diverse surrogaat eindpunten. Maar er komen steeds meer aanwijzingen dat het effect van visolie op het risico op hart- en vaatziekten toch niet zo sterk is als gedacht.
Het onderwerp gaat niet over zuivel, vis, of vet. Maar er is weinig vergelijkingsmateriaal op voedingsgebied.
Ik heb mijn mailadres aan mijn profiel toegevoegd. Als ik niet reageer op een onderwerp, of als je een keer ergens vragen over hebt, dan mag je gerust mailen. :)
Klopt Robert. Het gaat Hugenholtz om extracten uit wijndruifafval. Zie ook de draad daarover en zijn uitnodiging aan je in post #43 om informatie uit te wisselen.
Wouter: Je hebt gelijk over die grote lijnen, maar met een kanttekening. Ik ben er zelf niet van overtuigd dat een brede "pro-gezond voedsel" beweging per se ook gezonde mensen zal doen laten bestaan.
We kennen "gezonde geest in een gezond lichaam", denken daarmee dat zolang je maar gezond leeft, je geest ook gezond blijft. (Zo'n beweging was er de dertiger jaren van de vorige eeuw, maar met beslist ongezonde geesten.)
Juvenalis' "mens sana in corpore sano" is uit het verband gerukt: Een zinnetje verder in zijn 10e satire schreef hij immers "vraag om een dapper hart zonder vrees voor de dood (en nu komt mijn punt-) en vind het aantal levensdagen de minst belangrijke gift van de natuur" (vrij vertaald).
Met andere woorden zolang we levensduur in alles voorop stellen en we ons vanuit doodsangst met gezond voedsel bezighouden wordt het niks. Het December nummer van The Lancet toont mooi dat "we" met zijn allen de wijze woorden van een tweeduizend jaar dode dichter (en leerling van Quintillianus, dus ook nog mooi weergegeven wijze woorden) onvoldoende ter harte genomen hebben.
@Peter, weet je uiteindelijk zou ik het alleen maar geweldig vinden als een brede beweging pro-gezonde voeding zou zijn. De laatste paar mm zijn minder interessant dan de grote lijnen denk ik.
@Peter,
Volgens mij zijn het nog altijd voedingsmiddelen die rijk zijn aan polyphenolen die hiermee in verband worden gebracht. En niet polyphenolen als losstaand iets.
Het lijkt me dan belangrijk om die voedingsmiddelen te benoemen waarbij dit effect is aangetoond.