Het is gewoon 'slim hergebruik van ruimte', zegt minister Rob Jetten (Klimaat en Energie). Voor zijn landelijke energieplan claimt Jetten enkele tientallen locaties die nu nog of al zijn aangewezen voor (fossiele) energiecentrales, inclusief afgebroken kolencentrales. Zo wil hij verzet en 'strubbelingen' voorkomen die zich bijna altijd voordoen bij de bouw van windmolens, zonneparken en biovergisters én hoeft hij niet op zoek naar (schaarse) nieuwe grond.

Jetten claimt de locaties van fossiele centrales voor toekomstige duurzame energieproductie. Zo wil hij 'van bovenaf' alvast ruimte reserveren voor fabrieken die straks windenergie moeten omzetten in duurzaam waterstofgas. De handigste locaties voor die waterstoffabrieken, elektrolysers, liggen langs de Nederlandse kust of hooguit een stukje landinwaarts, met name waar de stroomkabels van windparken op zee aan land komen.

Bovendien komt dan de bestaande infrastructuur van de fossiele energievoorziening goed van pas, schrijft Trouw, want dan kan voor het transport van dat duurzame gas deels het bestaande gasleidingennetwerk worden gebruikt.

De prangende vraag blijft echter hoeveel duurzaam waterstofgas er uit dat bestaande gasleidingennetwerk weg zal lekken. Waterstofmoleculen zijn dermate klein dat het gas gemakkelijk kan ontsnappen en dan indirect gaat functioneren als een klimaatgas. Waterstof remt de afbraak van methaan in de atmosfeer. Methaan breekt van nature snel af maar heeft tijdens zijn levensduur een impact op klimaatverandering die tientallen malen groter is dan koolstof.
  • Deel
Druk af