Nauwelijks was ik deze week bekomen van een Wagenings debat over Food and Trust, of ik kwam op Twitter terecht in een discussie die geknipt was als voorbeeld. Het ging over de waarde van de export en import van agrarische producten, en over vertrouwen in gevestigde instituten.

'Doorvoer'
Iemand had een persbericht van het CBS van afgelopen zomer uit de kast gehaald: ons land zou de tweede exporteur in de wereld zijn van agrarische producten, achter de Verenigde Staten. ‘CBS, corrigeer die cijfers nou eens voor de Rotterdamse doorvoer!’, twitterde hij. Blijkbaar wist hij niet dat de waarde van de doorvoer – goederen die door een land worden getransporteerd naar een ander land zonder dat ze worden in- of uitgeklaard – niet in de import- en exportcijfers van het bureau zit.

Nu verschijnen berichten over een top-drie plaats van Nederland als agrarische exporteur de laatste dertig jaar regelmatig, en daar volgt steevast de vraag op om cijfers die zijn geschoond van doorvoer. Dat laatste is op zichzelf begrijpelijk want als je de kracht van de Nederlandse agro-industrie wil beoordelen, heb je niet veel aan export die je eerst hebt geïmporteerd. Het antwoord was meestal hetzelfde: doorvoer telt niet mee.

Wantrouwen
Eigenlijk was dit dus allemaal al eerder vertoond. Maar twee dingen waren nieuw. Deze keer verzamelden zich op Twitter al snel mensen die er zonder aarzeling vanuit gaan dat het CBS ons met geflatteerde cijfers een rad voor ogen wil draaien. Net als LTO en de overheid stelt het bureau de landbouw veel belangrijker voor dan ze is, denken ze. Op Twitter gaat het dan al snel over ‘liegen’, ‘ambtenaren met gezwollen ego’s’ en de ‘Nederlandse ballon’ die ‘leegloopt’. Het tweede nieuwe, voor mij althans, is dat de wantrouwers nu een bondgenoot treffen in een ander overheidsbureau met een prima reputatie, het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat schrijft het volgende op zijn website: ‘Nederland is de op 1 na grootste landbouwexporteur ter wereld als we kijken naar de hoeveelheid geld die daarin omgaat. Dit komt vooral doordat we veel importeren, verwerken en doorvoeren.’ En daarop volgt dan: ‘Wat onze eigen landbouwproductie betreft staan we wereldwijd op de 22ste plaats.’

Productiewaarde
‘Kijk maar, het is niet de tweede maar de 22ste plaats!’ twitteren de wantrouwers tevreden. Helaas ten onrechte want het PBL heeft ze, bewust of onbewust, verkeerd voorgelicht. De tweede plaats op de wereldranglijst komt namelijk niet ‘vooral doordat we veel importeren, verwerken en doorvoeren.’ Ook als je met (in elk geval twee van) die factoren rekening houdt, blijft de Nederlandse positie hetzelfde. Ik laat dat hieronder zien. En die 22ste plek blijkt bij navraag uit een heel andere ranglijst te komen: die van de productiewaarde. Nederland is dus als agrarisch producent 22ste, maar als exporteur 2e.

Maar te midden van al die verschuivingen blijft ons land gewoon staan op de plek waar we in de andere hitlijsten ook al stonden: de tweede
'Uitgeklede exportcijfers'
Maar hoe krijgen we nu echt een betrouwbaar beeld van de waarde van de agrarische export voor onze economie? ‘Doorvoer’ telde al niet mee in de CBS-definitie. ‘Wederexport’ is een ander verhaal. Dan gaat het om goederen die wel worden ingeklaard en vervolgens zonder wezenlijke aanpassing, bijvoorbeeld in een andere verpakking, weer uitgevoerd. Die dragen relatief weinig bij aan de (agro-)economie dus ook die zou je liever niet in de statistieken terugzien. En dan heb je nog import die wèl wordt verwerkt: soja bijvoorbeeld die in Rotterdam binnenkomt, door onze koeien wordt opgegeten en vervolgens als kaas weer de grens over gaat. Ook die werkt vertekenend.

Het mooiste zou het dus zijn als we beschikten over een soort uitgeklede exportcijfers, waar deze vertekenende factoren uit zijn geschoond. En dat doen we. Comtrade, de VN-organisatie voor handelsstatistieken, levert namelijk cijfers van agrarische export, import en het verschil tussen die twee, de balans. Ik kreeg er de beschikking over door bemiddeling van Wageningen Economic Research. Als je de hele agrarische import in mindering brengt op de export weet je zeker dat het alleen nog gaat over export die echt is gebaseerd op Nederlandse economische activiteit1. Bijgaande grafiek geeft een mooi beeld van die cijfers.

De plek van veel landen verschuift flink als je naar de balans kijkt, export minus import. Maar te midden van al die verschuivingen blijft ons land gewoon staan op de plek waar we in de andere hitlijsten ook al stonden: de tweede.

Daar kan geen twitter flock, maar ook geen planbureau iets aan veranderen.

grafiek Comtrade
Handelsbalans in Amerikaanse $ van de twintig grootste agrarische exportlanden in 2014; bron: Comtrade, bewerking Wageningen Economic Research


1) In feite verteken je de verkeerde kant op, want je trekt ook de import af die niet bijdraagt aan export
Dit artikel afdrukken