Op initiatief van demissionair minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat dienden vandaag 8 Europese lidstaten een voorstel in om een einde te maken aan de 'inkoopdiscriminatie' door multinationals. Volgens de lidstaten leiden de huidige inkoopbeperkingen tot onnodig hogere prijzen in de supermarkt en een beperkter aanbod van producten.
Uit onderzoek in opdracht van minister Micky Adriaansens bleek vorig jaar dat fabrikanten en leveranciers het meer dan de helft van de grote inkopers verbieden om in andere EU-landen inkopen te doen voor een lagere prijs. "Bij 1 op de 25 goederen zou de inkoopprijs gemiddeld 10 procent lager kunnen uitpakken als winkeliers het in een ander EU-land kunnen inkopen," schrijft de NOS. Niet alleen de supermarkten, waaronder Jumbo en Albert Heijn, kunnen geen A-merken in andere landen inkopen, ook doe-het-zelfzaken, drogisterijen en online platforms lopen tegen dit soort inkoopbeperkingen aan.

Uit eerder onderzoek door de Europese Commissie bleek al dat deze praktijken consumenten naar schatting €14 miljard per jaar kosten. In Nederland trok online supermarktketen Picnic openlijk aan de bel. Consumenten kunnen bij Picnic goedkopere - in Duitsland ingekochte - Coca-Cola, Bonduelle blikjes en drogisterijproducten kopen. Daar moet Picnic wel Nederlandse stickers voor op de producten plakken, vertelde topman Michiel Muller in het AD, wat het prijsverschil dan weer verkleint. En die prijsverschillen zijn aanzienlijk, liet het FD vorig jaar zien.

Samen met Nederland hebben vandaag de regeringen van België, Denemarken, Griekenland, Kroatië, Luxemburg, Slowakije en Tsjechië nu voorgesteld om een einde te maken aan de zogeheten 'territoriale inkoopbeperkingen'. Nog meer EU-lidstaten herkennen het probleem, zegt Adriaansens. De kleine lidstaten vragen om een expliciet verbod op contracten met dergelijke voorwaarden en pleiten voor het vervangen van etiketten in de lokale taal door QR-codes die naar een website in de taal van de klant leiden.

Een dag voordat Adriaansens c.s. haar voorstellen indiende, legde de Europese Commissie Mondelez, de maker van Toblerone en Milka, een boete van €337,5 miljoen op voor juist deze praktijken. Die boete kwam tot stand na een langjarig en groots opgezet onderzoek. Volgens Adriaansens heeft haar voorstel directe voordelen voor de Europese supermarkten. "De Commissie kan nu alleen achteraf in actie komen en alleen bij machtsmisbruik, dus alleen als het om grote partijen gaat. Je moet het dan ook nog eens aantonen. Wij zeggen: een supermarkt moet sowieso vrij zijn om zelf te bepalen waar die zijn producten inkoopt," zegt ze in het FD. Zeker in tijden van hoge consumentenprijzen is het van belang handelsbarrières te slechten. "Dat wringt, zeker in tijden van hoge prijzen”, aldus de minister.

Overigens roeren de supermarkten zelf zich ook op verschillende manieren tegen de margestrategieën van de A-merkfabrikanten. Picnic koopt al samen met de grote Duitse keten Edeka in en biedt de 'Op reis voor de laagste prijs'-producten goedkoper aan. Jumbo sloot zich ook onlangs bij de inkooporganisatie Everest aan, net als het Franse Sysème U. Samen vertegenwoordigen deze ketens €100 miljard inkoopmacht. Dat betekent een sterkere onderhandelingspositie. Bij Jumbo vertaalt zich dat in lege schappen. Niet meer omdat de fabrikant weigert te leveren, maar omdat Jumbo als deel van het inkoopcollectief de fabrikant onder druk kan zetten om tot betere inkoopvoorwaarden te komen.

Adriaansens verwacht dat haar voorstel zal aanslaan. Ursula Von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, heeft aangegeven dat het verbeteren van de interne markt en de concurrentiekracht van bedrijven een prioriteit zou zijn in haar tweede termijn, mocht zij na de verkiezingen in juni worden herbenoemd, signaleert de Financial Times. "Dus ik heb er vertrouwen in dat de aankomende, nieuwe Europese Commissie met brede steun snel hiermee aan de slag kan," laat Adriaansens weten.

De bottom line van het plan is simpel: voedsel moet goedkoper, de te ruime marge moet uit de zak van de verwerkende industrie worden geklopt en terug naar de consument worden gesluisd. Tegelijkertijd speelt in de boereneconomie de discussie wie de vergroening moet betalen. Minder marge in de levensmiddelenindustrie betekent dat de boeren minder financiële ruimte vanuit de vrije markt zullen ontmoeten.