Kreeft is in Noord-Amerika nog niet zo lang een culinaire delicatesse - de Indianen langs de Ooskust gebruikten het als mest en de eerste kolonisten beschouwden het als minderwaardig eten. Toen kreeft eenmaal 'sjiek' werd, konden de kreeftvissers in Maine er een mooie boterham mee verdienen - en dus raakte de kreeft overbevist. Desondanks laten de kreeftvangsten voor de kust van Maine de laatste jaren een opvallende stijging zien: in 2012 al weer 15 procent meer dan het jaar daarvoor, schrijft Grist.

De reden voor deze overvloed blijkt minder rooskleurig. De snelle groei wordt in verband gebracht met twee door de mens veroorzaakte ontwikkelingen: door de klimaatverandering wordt het zeewater warmer - daardoor groeien de kreeften sneller en planten ze zich beter voort, en ook het extra CO2 in het zeewater is bevorderlijk voor de kreeften (niet voor koralen). Daarnaast hebben kreeften door de overbevissing van hun predatoren (kabeljauw) van hun natuurlijke vijanden weinig meer te duchten.

De kreeftvissers in Maine zijn er opvallend genoeg niet blij mee. De overvloed leidt al jaren tot dalende prijzen zodat de vissers minder overhouden aan hun vangst. En hoe lang zal de ecologische niche standhouden? Iets zuidelijker, in de Long Island Sound, liet de kreeft in de jaren '90 een vergelijkbare opgang zien - gevolgd door een even snelle neergang. Van de kreeftvissers hoeft het zeewater niet warmer meer te worden.
Dit artikel afdrukken