Vergeleken met zien en horen weten we nog maar relatief weinig over ruiken. We maken gebruik van de superieure neuzen van speurhonden, maar lang was kennis over het natuurlijke reukvermogen beperkt. Tijden veranderen, schrijft het Financieele Dagblad. Op dit moment zijn er minstens drie biotechnologische bedrijven bezig een vorm van biotechnologie voor geurherkenning in de markt te zetten.

Zoals de Konikore, een kwal-achtige kunstneus, sinds 2015 ontwikkeld door Koniku. Deze kunstneus snuift momenteel geuren op bij de grootste bierbrouwer ter wereld, Anheuser-Busch InBev. De Konikore gaat meten "hoe de aromatische nuances van een drank door de neus worden waargenomen en ervaren, om zo de smaak van bier te verbeteren." Er zitten levende zenuwcellen in de kunstneus in een nabootsing van het menselijk slijmvlies, met eiwitten die geprogrammeerd zijn om geurmoleculen te herkennen.

Ook de Californische start-up Aromyx en het Franse Aryballe werken met biologische componenten. Aryballe ontwikkelde de NeOse, die Hyundai helpt om geuren in auto's mee te detecteren. Aromyx legt zich sinds Covid toe op contactloze detectie van coronabesmettingen door middel van receptorcellen die één keer te gebruiken zijn.

Ruiken is een behoorlijk ingewikkeld proces, waarbij de 400 olfactorische receptoren in onze neus rondzwevende moleculen uit de lucht oppikken. Dan volgt een ingewikkelde kettingreactie die uiteindelijk in onze hersenen tot betekenis komt: 'koffie'. De receptoren kunnen miljarden geuren onderscheiden. Maar de meeste geuren bestaan uit tientallen of honderden geurmoleculen. Koffie alleen al uit zo'n 750 verschillende. Een sensor kan heel gericht naar één bepaald geurmolecuul 'snuffelen'. Bijvoorbeeld de geurkenmerken van een virale besmetting, lang voordat iemand ziek wordt.

Koniku heeft inmiddels een contract met vliegtuigbouwer Airbus om de Konikore naar bommen op luchthavens te laten speuren. De Konikore bleek het beter te doen dan speciaal daarvoor opgeleide honden (die een twintig keer zo groot oppervlak aan reuksensoren hebben dan mensen). Wel zijn er twijfels over of deze technologische kunstneuzen ooit een brede commerciële toepassing kunnen krijgen. Het grootste nadeel: ze zijn vooralsnog niet draagbaar en maar tijdelijk werkzaam.
  • Deel
Druk af