Ik ontmoette hem voor het eerst in 2011 tijdens een bijeenkomst over voedingsclaims en de manier waarop de EFSA met voedingssupplementen omgaat. Kort geleden sprak ik hem opnieuw over de bijdrage die hij de volksgezondheid na wil laten: het wetenschappelijk bewijs voor de zogenaamde Franse Paradox, de waarneming dat in bepaalde Franse streken mensen gezond oud worden ondanks vetrijke maaltijden.
Hugenholtz - die lange tijd van zijn leven in de VS werkte – noemt die bijdrage ‘Huge’. Dat is geen wonder als je kijkt naar de cijfers. In de EU en de VS is 58% van alle sterftegevallen, veelal voortijdige, toe te schrijven aan hart en vaatziekten. Dat percentage stijgt nog steeds.
“Nergens voor nodig”, zegt Hugenholtz beslist. “Het probleem zit ‘m in de plaquevorming in onze slagaderen, een ziekte die zo’n eeuw geleden nauwelijks voorkwam. Het is een luxe probleem waar het lichaam mee te maken krijgt omdat het nog steeds niet gewend is aan geïndustrialiseerde voeding, die soms een relatief tekort aan bepaalde voedingsstoffen met zich brengt. Het is vergelijkbaar met de zeelieden uit de VOC-tijd die door het plots ontbreken van vers voedsel scheurbuik kregen. Die verdween als sneeuw voor de zon als ze weer vitamine C rijke citroenen kregen op de Kaapverdische eilanden.”
En hoe zit het nu met ons? Hugenholtz: “Als we zouden eten zoals het moet, zouden we dagelijks tenminste 500 gram vers rood fruit en groenten dienen te consumeren. Dat zou volgens de grote Europese EPIC HEART studie de sterfte met 20% reduceren. Alleen in de zuidelijke landen van Europa - met slechts 18% van de totale bevolking! - komt men in de buurt van de gewenste innames.“
Het proces van plaquevorming begint al vanaf de puberteit. We kunnen er een hele tijd goed mee leven en sommigen krijgen er nooit last van. Maar velen toch wel en daar heeft Hugenholtz een remedie voor die werkt zoals de citroenen voor de VOC-zeelieden. Hugenholtz: “Eindelijk weten we nu hoe we plaques kunnen voorkomen”.
Hij schopt een heilig huisje van de cardiologie omver. Aderverkalking, zoals plaquevorming in de volksmond heet, is niet het gevolg van ouderdom zoals men voor WO II dacht. Het is ook niet alleen het gevolg van te vet eten zoals velen nog steeds denken. Het is het gevolg van ontstekingen aan het endotheel, de binnenbekleding van onze aderen. Die gedachte werd voor het eerst geformuleerd door Russell Ross aan het einde van de jaren 90 van de vorige eeuw. In 2002 schreef Peter Libby in de Scientific American het voor de nieuwlichters klassieke artikel Atherosclerosis, the New View. Daarin wordt uitgelegd hoe het slecht functioneren van het endotheel tot de vorming van plaque leidt. Dat effect bouwt zich op vanaf de puberteit en soms al daarvoor, zoals kindercardiologen kunnen beamen. Het endotheel heeft een oppervlakte van 7 voetbalvelden als je alle cellen naast elkaar neer zou leggen. Als het ontsteekt, kan het niet meer kan doen wat het moet doen: bloedvaten in fracties van seconden laten verwijden of vernauwen om de bloeddruk op het gewenste niveau te houden. Werkt die logistieke functie van ons endotheel niet meer, dan klontert het bloedvat dicht. Dat zorgt voor infarcten die tot de dood of fysieke en geestelijke handicaps voor de rest van iemands leven kunnen zorgen.
In het AMC werd op basis van de ‘New View’ en vele experimenten, uitgebreid onderzoek bij mensen gedaan. De resultaten deze zgn. PRIME studie werden vorig jaar gepubliceerd in het British Journal of Nutrition. Voor het eerst werd daarin wetenschappelijk aangetoond dat polyfenolen uit rode wijn een rem kunnen zetten op ontstekingsfactoren én dat ze de functie van de vaatwand kunnen herstellen. In de internationale reuzenstudie JUPITER werd in de VS en EU bovendien aangetoond dat bij mensen die wel verhoogde ontstekingsfactoren hadden maar een normaal cholesterolniveau, al binnen anderhalf jaar een sterke daling van ziekte en dood optrad ten opzichte van de controlegroep. Een eerder dit jaar verschenen studie (Chiva Blanch et al.) toonde aan dat polyfenolen uit wijn ook bij patiënten met angiografisch bewezen atherosclerose van de kransslagaderen en op statine therapie, de complicaties kunnen verminderen.
Voor professor Hugenholtz is het duideljjk. Hij stelt onomwonden dat deze studies aantonen dat wijnpolyfenolen werken. Ze kunnen niet alleen het ontstaan van plaques voorkomen, maar – zo laten althans proeven met dieren zien - deze ook terugdringen dan wel stabiliseren. ‘’Weg met het snijden en overmatig toedienen van dure medicijnen wanneer je de ziekte kunt voorkomen,” zegt hij. Het klinkt als een eeuwenoude wijsheid uit China, een land waar artsen werden betaald als ze ziekten konden voorkomen.
En daar begint het probleem. De grote farmaceuten willen er niet aan. Hugenholtz’ remedie is een natuurlijk voedingssupplement dat wordt gemaakt van de pulp (de ‘marc’) die resteert nadat er van druiven sap is geperst. Druiven met dikke rode schillen werken het best. Cabernet –Sauvignon, Merlot, Tannat en de kleurdruif Alicante (die wijnmakers gebruiken om wijnen donkerder rood te laten kleuren), zijn goede voorbeelden. Op de foto zijn ingedroogde restanten te zien van de zogenaamde ‘marc de raisin’ die je op dit moment in wijnstreken zomaar langs de weg kunt vinden.
Het natuurlijke basismateriaal, een restproduct van de wijnmakerij, kost weinig. Het moet alleen gezuiverd worden en het wetenschappelijk onderzoek dat eraan verricht is moet worden terugbetaald. Omdat het een natuurlijke stof is, is het moeilijk patenteerbaar. Daarom heeft tot nu toe geen enkele farmaceut interesse getoond in de capsules van gezuiverd en ingedroogd druivenschillenextract die Hugenholtz op de markt wil brengen. En dáárom heeft hij bedacht dat het anders moet.
Samen met collega cardioloog Roderik Kraaijenhagen wil hij dit product voor primaire preventie op de markt brengen1 voor een bedrag van ongeveer €1,50 per dag. Stukken lager dan al het dotter- en snijwerk en de dure statines die mensen nu slikken. En ook goedkoper dan de 4 tot 6 glazen rode wijn of die 600 gram rood fruit waarmee de dosering in 2 capsules overeenkomt.
Is dit geen briljant idee om leed en hoge kosten voor ingrepen te voorkomen? Of gelooft u er niets van?
Als het waar is, staat hier iets waar Edith Schippers - onze oude en nieuwe Minister van VWS - van zou moeten opveren. Geen charlatans, maar een groep cardiologen die de grote farma te lijf gaat met een waarschijnlijk niet patenteerbaar product dat drastisch snijdt in de kosten van de behandeling van de cardiovasculaire atherosclerose.
“Sommigen denken dat ik “gaga” ben geraakt” zegt Hugenholtz als we afscheid nemen. “Wat denk jij?”
Tijdens het gesprek had hij me een mail laten zien van Eugene Braunwald, een andere wereldberoemde cardioloog van de oude generatie die ook al tot de nieuwlichters behoort. Braunwald schreef Hugenholtz over zijn capsules: “Helaas steken de grote Farmabedrijven waarmee ik werk hun geld in grote clinical trials, die helaas steeds duurder worden vanwege alle eisen die aan nieuwe medicijnen gesteld worden. Zulke investeringen doen ze alleen maar als ze een patent kunnen vestigen op het product. Het is dan ook triest om te constateren, maar ik weet niet hoe je hier een therapie van kunt maken waar geld aan te verdienen valt.”
Nee, ik geloof niet dat hij ‘gaga’ is geworden. Ik ga die capsules ook nemen en regelmatig het testje voor mijn adergezondheid doen. Ik laat hier horen wat er gebeurt. Nog meer mensen die mee willen doen?
Lezers met medische kennis nodig ik graag uit hun oordeel te geven.
UPDATE, april 2019: [1] het oorspronkelijk in dit artikel genoemde distributiepunt heeft laten weten niet betrokken te zijn en is daarom uit de tekst verwijderd.
Fotocredits: verloren wijnafval op de weg tussen Roquebrun en Murviel-lès-Béziers, Foodlog Media
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Een van de doelstellingen van het NNG is het initiëren van wetenschappelijk klinisch onderzoek met nutraceutica. Wat mij als bestuurslid nu buitengewoon interesseert is wie het onderzoek met het door Hugenholz ontwikkelde product zou willen financieren. Al meer dan 2 jaar ligt er een door ons geïnitieerd onderzoeksvoorstel klaar van Maria van Delft, onder supervisie van Ellen Kampman en Renate Winkels (WUR) en Evelien Dekker (AMC) naar de effectiviteit van een groenten- en fruit concentraat waarvan de biobeschikbaarheid met diverse studies is aangetoond bij de preventie van recidiverende colo-rectale adenomen. De opzet is dit onderzoek te koppelen aan het onderzoek naar de meest rationale screeningsmethode. Tot op heden hebben wij hiervoor helaas nog geen financier kunnen vinden. De betreffende producent beschikt wel over een eigen research programma maar is niet bereid dit onderzoeken financieel mede mogelijk te maken omdat op geen enkele wijze mag worden gesuggereerd dat hun voedingsproduct bedoeld is om enige specifieke medische conditie of ziekte te voorkomen, genezen of behandelen.
Prof. dr. P.G. Hugenholtz reageert alsvolgt, maar in mijn woorden (evt fouten zijn mijn fouten):
Allereerst gaat mijn aandacht niet naar mortaliteit, maar naar morbiditeit. Niet langlevendheid staat (nu-) voorop, maar gezonder sterven. Het voordeel van het sturen op mortaliteit is natuurlijk dat dode lichamen makkelijker te tellen zijn dan gradaties van ziektes. Maar beslist minder inspirerend. Uit deze opvatting volgt ook de voorkeur voor het gebruiken van “surrogaat eindpunten” bij onderzoek, waarover later meer.
Hugenholtz is vereerd met het aantal reacties op de draad en de kwaliteit ervan. Ook heeft het foodlog artikel zeer veel losgemaakt en zijn drukke leven is daardoor net wat drukker geworden. Prima! Ook de massamedia heeft hem weer opgezocht.
De 30.000 pagina’s onderzoek lieten zich natuurlijk slecht vangen in een foodlog artikeltje. Dat wisten we van te voren. We zullen een aantal vragen beantwoorden hieronder maar dan overgaan tot publiceren van “the next step” want die komt naar we verwachten, met de medewerking van een aantal cardiologen verspreid door Nederland (Zoals de CardiologieCentraNederland die zich richt op een prompte bediening van (pre-)patienten die prompte bediening
vereisen. 30.000 pagina’s met uitgebreide, meest niet gelezen literatuur uit de pharmacologie, en de fundamentele onderzoekswereld is voor geinteresseerden te verschaffen alsmede een korte bloemlezing daaruit." Als laatste: Het Epic Heart artikel met heldere visualisaties in ons bezit is wellicht de meest overtuigende draad voor de rood fruit c.q. groente aficionado.
De reactie van Roel Leerling #42 is nog niet door Paul gelezen.
@ Anja #1, @ Allard #5 Cecile #7 Henk #9
Pillen zijn zeker niet de oplossing, als je van voor je puberteit “verantwoord en gevarieerd” gegeten hebt heeft je endotheel het mogelijk niet zwaar te verduren gehad, tenzij je een “verkeerde” pa had met een relevante genetische aandoening.
Wijnextract kan natuurlijk ook “verpakt” worden in andere voedingsmiddelen.
Over gezondheidsclaims: Het is niet de bedoeling dat de wijnpillen als geneesmiddel aangeboden worden. Dat is ook niet nodig. Geneesmiddelen zijn producten die een pathologische situatie veranderen in een normale/gezonde situatie. Hugenholtz’ voedingsmiddel houdt de normale situatie in stand en voorkomt dat een pathologische situatie ontstaat. Vitamine C “geneest” scheurbuik, vitamin B-complex “geneest” beri-beri. Toch zijn beiden geen geneesmiddelen. De wet vraagt niet van voedingsmiddelen met preventieve kwaliteit om claims te onderbouwen. Tomaten, paprika’s, appels, peren, met bijsluiters???
Dick #10 Frank van Berkum #11, #12, #34
Bewijs. Vanuit de eerder gemelde focus op morbiditeit in plaats van mortaliteit acht Paul Hugenholtz een RCT niet alleen onmogelijk, maar ook onzinnig. Er hoeft niet bewezen te worden dat je er wel of niet dood aan gaat, maar of het endotheel doet wat het moet doen. De dood is een prachtig hard eindpunt, maar waarom daar op wachten?
We praten hier over een voedingsmiddel dat in meer of mindere mate alomaanwezig is -maar pretenderen geen medische claim. (zie vitamine C en B-complex)
Wel willen we graag simpel, kleinschalig onderzoek uitvoeren (dat naar gelang participatie oog grootschalig kan) waarbij we in ons protocol opnemen dat bepaalde bio-markers (surrogate endpoints) aantoonbaar verlaagd worden. We zijn nu in overleg met een organisatie die jaarlijks 4.000 geinteresseerden over de vloer krijgen. (Meer informatie volgt over enkele weken).
Natuurlijk zouden we het liefst weten dat het endotheel "endotheelt", zonder omwegen. De microchip die dat kan aantonen (hoe het vluchtige NO zich gedraagt) is pas in het vroege (nano-) ontwikkelstadium.
Voor jou, Frank, is is het van belang om te wijzen op een observational
studie ontwerp waarbij het verloop van biomarkers, zoals hs-CRP,MCP-1,MIF,IL-6 en cholesterol spiegels centraal staan. Daarnaast kan worden gedacht aan echovisualisering van de vaatwand bij de carotis en een dynamische response meting in de brachialis middels FMD. Die technieken zijn voor de pharma industrie uitgewerkt en gebruikt in onze AMC studie, gepubliceerd in het Brit. J. of Nutrition. Voor onze correspondenten zou dit een verplichte tekst moeten worden wanneer er over surrogaat, maar voor de levende mens relevante, eindpunten wordt gesproken! Steeds weer verwart de discussie hetgeen de pharma wetgeving vereist met wat de voedingsindustrie "moet"tonen.
@ Jopie # 13, #18
het NYT artikel over Ikaria en de blue zones is inderdaad interessant. Geeft ook aan dat er veel meer te doen is dan een pilletje. Dit Ikaria verhaal verdient een eigen draad. Ik heb uniek materiaal uit Santorini met een unieke druif die alleen daar groeit. Zoiets als de Tannat uit de Gers. Dan kunnen we ook recht doen wedervaren aan Roger Corder en zijn werk en boek in 2007.
@Wouter de Heij #2, Maurice Boonman #4, #20
Let’s talk!
@Robert #15, #33
Dank voor je diepgang en tijd die je neemt. Misschien een goed idee om onderzoeken uit te wisselen en elkaar te spreken over zinvolle “surrogate endpoints”?
@ Harold #27, #29
Let’s talk!
@Roeland #32
Ons viel het verschil op van toonzetting tussen je twee reacties. We zouden het waarderen wanneer AstraZeneca de komende maanden tijd kan maken om te zien wat ze kunnen betekenen voor het vervolgproject. (Statines plus polyfenolen?)
@Frank Buurman #35, 36, 37
Dank voor je inzichten en ondersteuning, Paul is zeer beperkt bezig (polyfenolen uit wijndruif-afval), maar de uitwerking zal zeer breed zijn: Onderzoek op tien lokaties in Nederland, meetbare verlaging van morbiditeit, maar vooral de eerste stappen in een brede beweging die van curatief naar preventief gaat.
@ Dick #10, 17, #21, #23, #26, #30, #37, #40
Grote dank voor inspanning, inzichten en moderatie!
Waar Hugenholtz, en met hem meer ‘bevlogen’ collegae, tegenaan loopt is een probleem dat zich in de geschiedenis van de geneeskunde regelmatig heeft voorgedaan, soms met dramatische gevolgen. Het ontstaat als het streven van de arts om wetenschappelijk onderbouwd te handelen ontaardt in het pretenderen ervan. Met als toppunt de stellingname dat iets niet waar is als het wetenschappelijk niet is aangetoond . Waarbij de RCT niet meer als gouden standaard geldt maar in feite als de enige vorm acceptabele bewijsvoering. Deze fundamentalistische opstelling vormt een groot obstakel bij de ontwikkeling van de Voedingsgeneeskunde als discipline waarin fundamentele wetenschappen als bio fysiologie en moleculaire celbiologie, medische, voedingswetenschappelijke en farmacologische kennis wordt samengebracht.
Enkele overwegingen:
a. Ontwikkelingen in de fundamentele wetenschappen doen de grens vervagen tussen gezond dan wel ziek zijn. Dit heeft belangrijke consequenties voor de bewijsvoering van de effectiviteit van voedingsinterventies.
Ook het onderscheid tussen voedsel en geneesmiddel is slechts artificieel. Vrijwel alles wat door de mond naar binnen gaat wordt immers gemetaboliseerd waarbij het menselijk lichaam een dergelijk onderscheid niet maakt.
b. Beide kernbegrippen, ‘voeding’ en ‘gezondheid’, kunnen nog onvoldoende in objectieve termen (d.w.z. meetbaar) worden gedefinieerd. Daarnaast maakt ook de grote variabiliteit in de voedselproductieketen groot uitgevoerde RCT’s met natuurlijke gewassen zoals fruit en groente uitermate lastig. (Zie ook: Dekker en Verkerk, Eur J Nutr 42:67-72 (2003)
c. Harde klinische eindpunten zoals hartinfarct of vaatobstructie hebben betrekking op een reeds ernstig gemankeerde gezondheid waarbij het oorzakelijke proces al veel eerder is begonnen.
Intermediaire eindpunten zoals de mate van oxidatieve stress en systemische inflammatie zijn vooralsnog de enig bruikbare. (Zie ook: Rick Grobbee, KNAW-thema bijeenkomst januari 2011)
Voor het meten van de effectiviteit van voedingsinterventies, hetzij met een dieet dan wel met een voedselconcentraat zoals de capsules van Hugenholtz, zijn kleinschalige RCT’s statistisch wel degelijk bruibaar. Hiervan zijn er inmiddels diverse gepubliceerd in goede wetenschappelijke tijdschriften.
Bij dit alles speelt nog een andere omstandigheid een rol. Die van de arts die naar beste weten zijn patiënt moet adviseren over wat deze het beste zou kunnen eten voor zijn gezondheid resp. om zijn ziekte gunstig te beïnvloeden, en die van de wetenschapper die minutieus onderzoekt en, als het goed is, zich vrijwel nooit van oneliners zal bedienen maar steeds genuanceerd zal blijven. Waar de bevlogenheid van artsen zoals Hugenholtz op stoelt is een levenslange ervaring met het moeten werken met onzekerheden en ontbrekende kennis maar zich niet willen neerleggen bij het allemaal niet zo precies weten.
De strijd tegen de epidemie van chronische ziekten vereist een zekere ‘sense of urgency’. En waarom zouden we geneesmiddelen wel gecapsuleerd mogen slikken en concentraten van gezond voedsel niet? Natuurlijk, de beste manier om gezond te zijn en te blijven is gezond eten. Maar de reikwijdte van een dergelijk advies is praktische gelijk aan dat van het pleiten voor een monogaam huwelijk als de beste preventie tegen hiv. Over fundamentalisme gesproken.
En Frank, ik weet dat het leven in Beuningen goedkoper is dan in de randstad. Maar dat je bij jullie voor € 1,50 de aanbevolen hoeveelheden verse groenten en fruit in de gewenste variatie kunt kopen lijkt mij uitermate onwaarschijnlijk.
Trouwens, wie het laatste wil weten over polyfenolen, of zij werken, wanneer niet en wanneer wel, raad ik aan het voedingsgeneeskundig congres van 21 november in de VU te bezoeken waar Peter Hollman (RIKILT en Wageningen) een en ander uit de doeken zal doen. En ik hoop dat Frank, die ook een van de sprekers is, dan extra goed luistert!
ok bedankt. ik ben ook benieuwd.
Frank, ik maakte karakituren om de posities herkenbaar te maken. Het is zeker niet lullig bedoeld.
Ik ben benieuwd hoe Hugenholtz op jouw laatste opmerking reageert.