Wanneer en hoe moeten we nu feesten? Dat is een vraag die ik vaker hoor terugkomen: wanneer past het om kerst te vieren, ‘s avonds of op de dag zelf? Nieuwjaar, dat is vrij eenvoudig: je telt af naar middernacht wanneer de twaalf slagen van de klok weerklinken en de champagne tevoorschijn komt. Maar velen kunnen niet wachten. Ik meestal ook niet.

Voor Kerstmis is dat een andere zaak. Men is met de jaren van commercie de kerstavond gaan opblazen alsof het ook een nieuw jaar was. Ooit was dat anders.

Terug in de tijd
In heel wat christelijke culturen – die nog niet te veel zijn aangetast door de woekerende spendeerplicht van de supermarkten – is kerstavond geen feest. De Britten, die zich ondertussen ook afvragen wanneer het kerstfeest nu eigenlijk hoort, herinneren zich dat kerstavond diende om de kerstboom op te zetten, met de kinderen in bed. Dan werden ze ‘s ochtends wakker met oh’s en ah’s en cadeautjes, en iedereen blij. Wanneer je de boom al opzet op de dag na sinterklaas is dat verrassingseffect natuurlijk helemaal weg. Als ik mij de verhalen van de generatie van mijn grootouders herinner, was het ook zo: het kerstfeest was op kerstdag en Nieuwjaar werd gevierd op Nieuwjaar, niet de avond ervoor. Iedereen moest op tijd naar bed.

In Frankrijk heeft men heel het land zo gek gekregen dat het geen kerst is geweest als er geen oesters, kreeft, champagne en foie gras op tafel komen
Aandacht voor eten
In zuidelijkere christelijke gemeenschappen is kerstavond een vastendag, la vigilia di natale. Geen vlees! Italianen (ik mag niet veralgemenen, Italië is een erg divers land) aten zoiets als paling of andere riviervis op kerstavond. Dat heeft bij de Italiaanse Amerikanen geleid tot het ‘feest van de zeven vissen’ (feast of the seven fishes). Dat was al zo sinds de dagen van het vroege christendom. De dag voor een feest wordt er karig gegeten. En vis, christelijk symbool bij uitstek, is ook op ons continent de basis van het avondmaal: in Polen en Tsjechië is dat bij uitstek karper. In Frankrijk heeft men het hele land zo gek gekregen dat het geen kerst is geweest als er geen oesters, kreeft, champagne en foie gras op tafel komen. Dat is een van de redenen waarom foie gras zo’n verfoeid product is geworden. Vroeger was het een uitzonderlijke delicatesse voor enkele rijken, door de boerin zelf gekweekt. Vandaag is het een supermarktproduct dat in industriële omstandigheden wordt geproduceerd. Want het moet goedkoop.

Met kerst drinken de Fransen ook allemaal champagne, of toch tenminste crémant d’Alsace, een populair alternatief. Maar alles goed bekeken: oesters, kreeft en kaviaar vinden wij misschien geen teken van vasten en boete doen, maar voor onze voorouders stonden ze symbool voor vleesloosheid. En foie gras komt dan nog van een waterdier, eend of gans, wat vroeger ook als een halve vis werd beschouwd.

Eerste kerstdag
De volgende dag: de echte kerstdag, begint met een ontbijt van kerstbrood. De Duitse Stollen, in Nederland een duivekater, een fijn witbrood. Het familiefeest is ondertussen bijna overal geassocieerd met kalkoen. Geen idee hoe dat is gekomen, maar waarschijnlijk via de Angelsaksers, gepikt op de Thanksgiving in Amerika. Voor de veramerikanisering at men hier varkensvlees, zoals nog steeds in Midden-Europa. In Tsjechië zegt men dat een varkentje aanraken op Nieuwjaar geluk brengt. In Engeland is varkenskop (brawn) een regionale traditie.

Maar wat u ook doet, beste mensen, laat uw feesten een voorspelling zijn voor een vreugdevol 2022. Ga vanaf januari wat minder naar de fastfood en leer weer zelf koken, zoals we dat verleden jaar hebben gedaan. Eten maken is liefde geven. Gelukkig Nieuwjaar en … Smakelijk
Dit artikel afdrukken