Wat voor specialiteiten kent een kermis? Eerst en vooral de smoutebollen, die in het Frans gezellig croustillons heten. Gemaakt van gistgerezen deeg kennen die Laaglandse donuts nog altijd geen gestandaardiseerde productie. Foorkramers met zelfrespect maken ze zelf. Ik kan het weten, want ik woon tussen de foorkramers. Het loont de moeite eens een vergelijkende studie te maken. Het is echt kermisvoedsel. Kent u iemand die ergens anders dan op de kermis smoutebollen eet? Ik heb een Afrikaans café gekend waar ze werden gemaakt. De Afrikaanse klanten kochten ze trouwens koud en namen ze zo mee voor thuis. Een gewoonte in West-Afrika. Exclusief Belgisch zijn croustillons dus niet. Maar typisch wel.
Als je de gezouten vissen drie dagen laat drogen, gaat hun handelswaarde maal tien
Een andere typische foorlekkernij zijn de lakmans (laquement, laquemant…). Er wordt geruzied over waar deze variatie op de stroopwafel vandaan komt. Er zijn er die zeggen uit Antwerpen, anderen beweren uit Luik. Maakt niet uit: foorkramers trekken langs alle steden in het land en soms ver daarbuiten. Wel is bijna zeker dat de naam verwijst naar de Pâtisserie Lacquemant in Rijsel, waar deze platte wafel trouwens niet verkocht wordt. Ook lakmans eet men niet buiten de kermis. Laken heeft twee kermissen per jaar: één in de lente en één in het najaar. Toen ik er schoolliep, gaf het restaurant van het Lyceum trouw lakmans als dessert wanneer de kramen er stonden. Op onze school noemde men ze 'schoenzolen', waar ze wel een beetje op lijken. Ook hier geldt de trots dat ze door de kramers zelf worden gemaakt: het recept voor de stroop is dan ook een streng bewaard familiegeheim.
Er zijn nog meer typische kermislekkernijen. De pomme d'amour, bijvoorbeeld. Neem een blozende appel, steek een stokje op de plaats waar eerst het steeltje zat en dompel hem onder in een suikerstroop, gekleurd met grenadine en nog wat extra kleurstof. De appel moet helemaal niet koken. Hij mag zelfs niet koken. Deze ongelooflijk simpele verleider is een manier om uw kroost op de kermis toch een beetje vers fruit te laten eten. En buiten de kermis vindt u die ook niet.
De laatste decennia zijn de bezoekers van de foor erg veranderd. Bepaalde kermiskost verdwijnt. Zo wordt veel minder zoute vis gegeten, en meer gegrilde sardines. Ook dit is een eenvoudige manier om toegevoegde waarde te creëren met zeer goedkope ingrediënten, hier wijting – of schartong – en zout. In een uur tijd zijn de vissen gezouten. Dan laat je ze drie dagen drogen. Daarmee gaat de handelswaarde ongeveer maal tien. Deze lekkernij wordt aan de kant van de cafés verkocht, vanaf de charettes. Dat is natuurlijk een win-winsituatie: de liefhebber stopt om toch weer één keer per jaar een zoute vis te eten. Omdat het schuren en peuzelen nogal wat toewijding vraagt, gaat hij daar beter voor zitten: op het terras dus. En van al dat zout krijg je behoorlijk wat dorst, wat helemaal de zaak van de cafébaas maakt. De verkoper kiest voor deze bereiding de grootste wijtingen op de veiling. De vis wordt per gewicht verkocht en je kan toch moeilijk een halve kopen? Dus blijft men zitten en bestelt men nog een tweede geus. Smakelijk.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
"Kent u iemand die ergens anders dan op de kermis smoutebollen eet?" Nou en of, heel Nederland bijvoorbeeld, op Oudejaarsavond! In België niet dan? En verder ken ik inderdaad honderden, zo geen duizenden, Afrikanen die ze eten, en van kermis of foor nog nooit hebben gehoord. In het Zuidafrikaanse taal- en cultuurgebied heten ze "vetkoeken" of "fat cakes", in siSwati (en de verwante Nguni-talen zoals isiZulu, siNdebele en isiXhosa) "emagwinya". Of het heerlijke hybridewoord "emafatties". Overal in Afrika te koop langs de straat of op markten en busstations, en overal gegeten als tussendoortje of kantoorlunch.
Plezierig te lezen dat vergeleken met Nederland in België traditionele kermiskost nog aardig tiert. Wij in NH en ik meen ook in Friesland hadden alleen maar koekhakken en oliebollen. Koekhakken stierf uit in de jaren vijftig.
Pomme d’amour is de candy apple. In de noordelijke Nederlanden altijd afwezig geweest in de rest van de wereld nog steeds (bijna) overal verkrijgbaar.
Nick, het was een grapje! Van mij mogen al die verbasteringen. Vlaams is er voor ons wonderlijk kleurrijk door, terwijl de gemiddelde Vlaming grammaticaal en speltechnisch - heb ik uit onderzoeken begrepen - sterker is dan de gemiddelde Nederlander. Het is mijn persoonlijke theorie: mensen die dicht op taalgrenzen zitten, zijn taalgevoeliger.
Dick, het is niet meer dan normaal dat wij veel woorden geleend hebben van onze Franse buren. Het Nederlands was hier lang verboden, en nog geen honderd jaar geleden geaccepteerd. Nederlanders lenen dan "sowieso" weer veel van de Duitsers en de Engelsen. (kop = cup) Dat verrijkt de taal.
Trouwens: In ons land zijn er al lang geen "zusters" meer: nonnen hebben afgedaan tegen professioneel getrainde verpleegsters sinds de eerste wereldoorlog, dank zij Léon Depage en Koningin Elisabeth.
Nick, en wij maar denken dat alleen Vlaamstalige Brusselaars foire zo direct vertalen.
Ik moet nog altijd denken aan de Vlaamse hoofdzuster in het UGent (ik ben er jarenlang behandeld) die de daar aanwezige patiënten op de dagbehandeling vertelde dat ze me niet met allemaal van die gekke dialectwoorden voor 'kopje (koffie)' moesten belagen. Het is in correct Vlaams immers een 'tas' (van het Franse woord 'tasse'). Ik kon mijn lachen niet inhouden en heb Annemie en de Vlamingen toen maar uitgelegd dat het correcte woord natuurlijk 'kopje' is omdat een tas een 'sac' is in het Frans. Enfin ... tout le monde a pu rire!
Doe mij maar gewoon Frans!