Op een brocante vond Nick Trachet de potjie, uitgesproken als “pojkie”. Het driepootketeltje is perfect geschikt voor hipsters, denkt Trachet. Hij trakteert op stoof.
Nu het seizoen van rommelmarkten weer gaat beginnen, haal ik het nog eens boven. Iedereen zoekt wel wat op een rommelmarkt. Ik zoek oude keukenspullen. Mijn dag is dan pas goed als ik niets heb gekocht. Karakter hebben, heet dat.
Het keteltje is gemaakt uit gietijzer, en als we er zo één zien, denken we vooral aan Afrika, waar kleurig geklede vrouwen foufou staan te roeren in net zo’n ketel. Ik zag ze te koop op Afrikaanse markten, maar breng zo’n ding maar eens mee in je vliegtuigbagage? Neen, dat ging niet. Dus was ik extra blij om er één in ons land te vinden.
Nochtans is dit model helemaal niet exclusief Afrikaans. Al sinds de middeleeuwen werd er in onze streken in gekookt, zoiets heette toen een grape. Er staan er in verschillende musea en ze zijn gemaakt uit brons, steengoed of ijzer. Ze zijn bedoeld om te koken boven houtskoolvuur, staande op enkele stenen en dus een makkelijk alternatief voor de bolle ketels die moesten worden opgehangen aan een crémaillère, (‘heugelhaak’), een toestel dat de hoogte boven het vuur regelt. Hier valt er weinig te regelen, tenzij het vuur zelf. Een ander woord is een daubière, op voorwaarde dat de pot een deksel heeft. Net zoals in mijn exemplaar heeft zo’n deksel een rand zodat je er kooltjes op kan leggen. Zo stooft de daube van boven én van onder, als een klein eenvoudig oventje.
Dit is een kleine grape, hij heeft een diameter van 15 centimeter bij een gewicht van anderhalve kilo. Er staat ¼ op gemerkt, en inderdaad, de inhoud is ongeveer 1,2 liter, wat overeenkomt met een kwart Britse gallon. Wat des te vreemder is, want de enige andere vermelding op de buik van de pot is ‘made in Belgium’. Waarom is een Belgisch product geijkt in Britse eenheden en bovendien haast niet te vinden in eigen land. Heel erg oud kan het niet zijn, want de fabrieksolie, aan de geur te merken, zat nog op de pot en het deksel. Hij was nog nooit gebruikt.
Imperialistisch product
We staan hier oog in oog met een imperialistisch product. Kolonies, zo leerden we op school, dienden eerst om eigen mensen elders land te geven, later om ons land te bevoorraden van grondstoffen voor de industrie, maar dan draaide de zaak om, ons land ging producten maken voor de kolonie. Waar die eerst wingewest was, werd ze afzetmarkt. West-Afrikanen gingen Frans stokbrood eten, Indiërs droegen stofjes uit Manchester. Ook die grote kookpotten voor de foufou en pindasoep kwamen uit Europa, speciaal voor Afrika gemaakt (uiteraard niet uit altruïsme).
Vandaag lijkt er wel een mode op de loer te liggen. Nadat iedereen in het land al verschillende soorten barbecues werd aangesmeerd, hebben de marketingjongens een nieuw tuinspeelgoed voor volwassenen ontdekt: de potjie. Dat is perfect geschikt voor hipsters, want je mag het niet uitspreken zoals het geschreven staat, net als quinoa. Je moet “pojkie” zeggen.
Zondagse braai-ritueel
Zuid-Afrika heeft als eerste de Afrikaanse papketel geïntroduceerd in de blanke wereld. De potjiekos maakt er nu deel uit van het zondagse braai-ritueel. In plaats van te roosteren, kun je evengoed eens stoven in de pot. Dat gebeurt meestal in groep en boven open vuur, het duurt lang genoeg om een paar flessen Kaapse wijn soldaat te maken vooraleer aan tafel te gaan. Voordeel is dat er (doorgaans) niet zoveel verbrand vlees is als bij barbecue.
Eerste gebruik
Mijn nieuwe grape moest van zijn coating ontdaan. Men raadt aan eerst de pot te laten stoven met aardappelschillen en groenteresten, maar na een paar keer was de stank van motorolie er nog steeds. Er is iets handigers: de vaatmachine! Ik heb pot en deksel er in gezet en die een nacht laten draaien. Maar dan moet je snel zijn. Het ijzer gaat onmiddellijk roestbruin verkleuren, en dat is niet goed. Snel het oppervlakkige rood afvegen en insmeren met bakolie, dan op het vuur tot de pot begint te roken. Dit bleek genoeg, sommige mensen herhalen de operatie van oliën en verhitten een paar keer.
Zet de pot nu op het vuur dat hij goed kan voorverwarmen, voeg er dan wat vet (olie) en stukjes lamsvlees aan toe en laat die bruinen, dan ajuin in stukken en ook wat kleuren. Vul de pot dan met groenten naar keuze (wortelen, bonen, kool, weet ik veel), aardappelen. Vervolgens kruiden toevoegen zoals pimentkorrels (allspice), scherpe pepers, rozemarijn, peper en zout, een glas witte wijn en een glas water. Dan rustig laten pruttelen gedurende een uurtje of twee. Als er water bij moet, raadt men aan om heet water te gebruiken. Het aantal recepten is uiteraard zonder einde, het is enkel de manier waarop die er potjiekos van maken.
Na het eten de pot uitspoelen en eventuele aangezet voedsel weg schrobben, schoonwrijven met papier en op het vuur laten drogen. Vermijd vaatwasmiddel te gebruiken, zeker in het begin van het gebruik. Smakelijk.
Dit artikel afdrukken
Het keteltje is gemaakt uit gietijzer, en als we er zo één zien, denken we vooral aan Afrika, waar kleurig geklede vrouwen foufou staan te roeren in net zo’n ketel. Ik zag ze te koop op Afrikaanse markten, maar breng zo’n ding maar eens mee in je vliegtuigbagage? Neen, dat ging niet. Dus was ik extra blij om er één in ons land te vinden.
Heel erg oud kan het niet zijn, want de fabrieksolie, aan de geur te merken, zat nog op de pot en het dekselDaubière
Nochtans is dit model helemaal niet exclusief Afrikaans. Al sinds de middeleeuwen werd er in onze streken in gekookt, zoiets heette toen een grape. Er staan er in verschillende musea en ze zijn gemaakt uit brons, steengoed of ijzer. Ze zijn bedoeld om te koken boven houtskoolvuur, staande op enkele stenen en dus een makkelijk alternatief voor de bolle ketels die moesten worden opgehangen aan een crémaillère, (‘heugelhaak’), een toestel dat de hoogte boven het vuur regelt. Hier valt er weinig te regelen, tenzij het vuur zelf. Een ander woord is een daubière, op voorwaarde dat de pot een deksel heeft. Net zoals in mijn exemplaar heeft zo’n deksel een rand zodat je er kooltjes op kan leggen. Zo stooft de daube van boven én van onder, als een klein eenvoudig oventje.
Dit is een kleine grape, hij heeft een diameter van 15 centimeter bij een gewicht van anderhalve kilo. Er staat ¼ op gemerkt, en inderdaad, de inhoud is ongeveer 1,2 liter, wat overeenkomt met een kwart Britse gallon. Wat des te vreemder is, want de enige andere vermelding op de buik van de pot is ‘made in Belgium’. Waarom is een Belgisch product geijkt in Britse eenheden en bovendien haast niet te vinden in eigen land. Heel erg oud kan het niet zijn, want de fabrieksolie, aan de geur te merken, zat nog op de pot en het deksel. Hij was nog nooit gebruikt.
Imperialistisch product
We staan hier oog in oog met een imperialistisch product. Kolonies, zo leerden we op school, dienden eerst om eigen mensen elders land te geven, later om ons land te bevoorraden van grondstoffen voor de industrie, maar dan draaide de zaak om, ons land ging producten maken voor de kolonie. Waar die eerst wingewest was, werd ze afzetmarkt. West-Afrikanen gingen Frans stokbrood eten, Indiërs droegen stofjes uit Manchester. Ook die grote kookpotten voor de foufou en pindasoep kwamen uit Europa, speciaal voor Afrika gemaakt (uiteraard niet uit altruïsme).
de marketingjongens hebben een nieuw tuinspeelgoed voor volwassenen ontdekt: de potjieHipsters
Vandaag lijkt er wel een mode op de loer te liggen. Nadat iedereen in het land al verschillende soorten barbecues werd aangesmeerd, hebben de marketingjongens een nieuw tuinspeelgoed voor volwassenen ontdekt: de potjie. Dat is perfect geschikt voor hipsters, want je mag het niet uitspreken zoals het geschreven staat, net als quinoa. Je moet “pojkie” zeggen.
Zondagse braai-ritueel
Zuid-Afrika heeft als eerste de Afrikaanse papketel geïntroduceerd in de blanke wereld. De potjiekos maakt er nu deel uit van het zondagse braai-ritueel. In plaats van te roosteren, kun je evengoed eens stoven in de pot. Dat gebeurt meestal in groep en boven open vuur, het duurt lang genoeg om een paar flessen Kaapse wijn soldaat te maken vooraleer aan tafel te gaan. Voordeel is dat er (doorgaans) niet zoveel verbrand vlees is als bij barbecue.
Eerste gebruik
Mijn nieuwe grape moest van zijn coating ontdaan. Men raadt aan eerst de pot te laten stoven met aardappelschillen en groenteresten, maar na een paar keer was de stank van motorolie er nog steeds. Er is iets handigers: de vaatmachine! Ik heb pot en deksel er in gezet en die een nacht laten draaien. Maar dan moet je snel zijn. Het ijzer gaat onmiddellijk roestbruin verkleuren, en dat is niet goed. Snel het oppervlakkige rood afvegen en insmeren met bakolie, dan op het vuur tot de pot begint te roken. Dit bleek genoeg, sommige mensen herhalen de operatie van oliën en verhitten een paar keer.
Het aantal recepten is uiteraard zonder eindeRecept
Zet de pot nu op het vuur dat hij goed kan voorverwarmen, voeg er dan wat vet (olie) en stukjes lamsvlees aan toe en laat die bruinen, dan ajuin in stukken en ook wat kleuren. Vul de pot dan met groenten naar keuze (wortelen, bonen, kool, weet ik veel), aardappelen. Vervolgens kruiden toevoegen zoals pimentkorrels (allspice), scherpe pepers, rozemarijn, peper en zout, een glas witte wijn en een glas water. Dan rustig laten pruttelen gedurende een uurtje of twee. Als er water bij moet, raadt men aan om heet water te gebruiken. Het aantal recepten is uiteraard zonder einde, het is enkel de manier waarop die er potjiekos van maken.
Na het eten de pot uitspoelen en eventuele aangezet voedsel weg schrobben, schoonwrijven met papier en op het vuur laten drogen. Vermijd vaatwasmiddel te gebruiken, zeker in het begin van het gebruik. Smakelijk.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Is de versie met een deksel waar kooltjes op kunnen niet gewoon een variant op de Dutch Oven?
Als je geïnteresseerd bent in historische kookmethoden is James Townsen _&Son; wel interessant. Ook volop gietijzeren en aardewerken kookgerei voor direct op het vuur of hangend boven het vuur
In Hongarije wordt een variant ervan veel gebruikt voor goulashbereiding, ook op drie poten, maar daar hangt de pot met hengsel tussen die drie poten (in tentvorm, in een punt bijeenkomend) op een open vuur. Deksel mag niet daarbij, het brouwsel moet pruttelen en geuren afstaan. In Szeged, waar nu die muur is gebouwd, zag ik 2 jr geleden enorme van zulke potten voor het jaarlijkse vissoepfestival, net zo vuurrood (van de paprika) als die goulash, 100en mensen zitten in de regen aan lange houten tafels een kommetje vissoep te eten, en dat allemaal in Europa, het kan verkeren.
Gonneke, #1, "Dutch oven" is een trendy Amerikaanse naam voor wat hier al eeuwen een daubière of cocotte heet
Ik meen voorzichtig te durven veronderstellen dat Nick Trachet, mijn held, het hier niet helemaal bij het rechte eind heeft.
Hij kocht een Dutch Oven op de rommelmarkt. 'Made in Belgium' duidt op jonge leeftijd. Het is zo een pan waar er over heel de wereld veel van worden gemaakt, gietijzer. Allemaal Dutch Ovens. De meeste komen nu uit China.
Daubiere en cocotte klinkt ook niet zo erg Dutch, en ook niet Vlaamsch, meer Wallonisch eigenlijk, het zal toch niet zo zijn dat die typische oud-hollandsche pot door de Franskiljons als hun eigen culinaire cultuur wordt geclaimd? We hebben toch al zo weinig op dat gebied, wordt ons dat ook nog door neus geboord!! Het is natuurlijk, behalve dat dan, wel een kookdingetje dat niet op een bovenhuisje of op appartementje 89 bis thuis hoort, het is meer iets voor het vrije veld of de buitenplaats, het erf, iets van vroeger, toen er nog ruimte voor open vuur was, en dat steeds meer moet opschuiven voor de algehele, totale beschaving van de stad en de flats! En nog even zitten googlen op daubiere: ik vind aardewerken en koperen potjes, geen gietijzeren dus. Bij cocotte nog niet gekeken, want moet nu mijn entrecote van de Hema gaan doen, ik dacht eerlijk gezegd aan een vrouw van lichte zeden!