Ondanks dat er meer biologische bedrijven bijkomen en het areaal toeneemt, blijft de groei van de biologische landbouw in Nederland achter in vergelijking met de rest van Europa. Volgens Bionext, de brancheorganisatie van de biologische sector, is "de kans klein geworden dat Nederland kan meekomen in de ambitie van de Europese Unie om tot gemiddeld 25% biologisch landbouwareaal in 2030 te groeien," schrijft het Financieele Dagblad.

Voor het zesde jaar op rij schakelen minder boeren om naar biologisch. In 2020 waren het er 96, in 2019 124 en in 2016 245, aldus Bionext. Biologisch heeft een aandeel van 4% in het totale Nederlandse landbouwareaal. In Europa ligt het gemiddelde op bijna 8% voor biologisch. Er zijn landen, zoals Oostenrijk, die boven de 25% zitten.

Vraag
Daar komt bij dat in Nederland het biologisch marktaandeel in de Nederlandse supermarkten met 3,2% gering is. "Als de vraag naar biologisch zou stijgen, willen boeren de overstap wel maken," zegt Bionext-directeur Michaël Wilde. "Daarvoor is stimulering nodig, bijvoorbeeld met een publiekscampagne vanuit de overheid en retailers die open staan om de aankoop van biologisch in de winkel te stimuleren. Als meer consumenten biologisch kopen, zijn er genoeg boeren die de overstap willen maken. Het zijn immers ondernemers die naar kansen kijken.”

Kostbaar omschakelingstraject
Het omschakelingstraject van gangbaar naar biologisch is kostbaar. Tijdens de omschakelperiode van twee jaar moeten boeren al wel biologisch werken (zonder chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest), investeren en extra lasten dragen, zonder dat ze hun producten als biologisch mogen afzetten. Eenmaal gecertificeerd kunnen ze ervan uit gaan dat de bedrijfsresultaten van biologische landbouwbedrijven over het algemeen hoger zijn dan bij gangbare bedrijven.

Maar dan moet er dus wel vraag zijn. "In het verleden is nog weleens de fout gemaakt boeren te stimuleren om over te schakelen naar biologisch, zonder te kijken of er ook vraag is naar de producten", aldus Wilde op Boerenbusiness. "We moeten nu vooral de markt stimuleren en ook kansen voor bijvoorbeeld export naar Duitsland en Frankrijk ontwikkelen. Als de afzet van de biologische producten op orde is, kan de overheid boeren ondersteunen die de omschakeling wel willen, maar niet kunnen maken vanwege de financiële situatie."

Nederland is een land met dure hectares in vergelijking tot omringende landen. Daardoor kost omschakelen extra veel geld en doorzettingswil, terwijl betaalbare buitenlandse importen uit met name voormalige Oostblok-landen meer voor de hand liggen voor detaillisten die het eindproduct verkopen.
Dit artikel afdrukken